Operation Manual

- 36 -
4. INSTALLATIE
PLAATSING VAN DE BATTERIJLADER
- Tijdens de werking de batterijlader op een stabiele
manier plaatsen
- Vermijden de batterijlader op te tillen met de
voedingskabel of met de kabel van het opladen.
AANSLUITING OP HET NET
- De batterijlader mag uitsluitend aangesloten worden
op een voedingssysteem met een neutraalgeleider
verbonden met de aarde.
Controleren of de netspanning overeenstemt met de
spanning van werking.
- De voedingslijn moet uitgerust zijn met
beschermingssystemen zoals zekeringen of
automatische schakelaars, voldoende om de maximum
absorptie van het toestel te verdragen.
- De aansluiting op het net è moet uitgevoerd worden met
een speciale kabel.
- Eventuele verlengsnoeren van de voedingskabel
moeten een adequate doorsnede hebben die nooit
kleiner mag zijn dan diegene van de geleverde kabel.
5.WERKING
VOORBEREIDING VOOR HET OPLADEN
NB: Voordat men overgaat tot het opladen, moet
menveriërenofdecapaciteitvandebatterijen(Ah)
die men wenst te onderwerpen aan het opladen niet
kleiner is dan diegene die aangeduid staat op de plaat
(C min).
Bij het uitvoeren van de instructies nauwkeurig de
hierna aangegeven volgorde volgen.
-
De eventueel aanwezige deksels van de batterij
wegnemen, ì zodanig dat de gassen die zich ontwikkelen
tijdens het opladen naar buiten kunnen komen.
- Controleren of het niveau van de elektrolyt de platen
van de batterijen dekt; indien deze bloot blijken te
liggen, gedistilleerd water toevoegen tot ze 5 -10 mm
bedekt zijn.
OPGELET: UITERST VOORZICHTIG
TEWERKGAANTIJDENSDEZEOPERATIE
OMDAT DE ELEKTROLYT EEN UITERST
CORROSIEF ZUUR IS.
- Veriëren of de batterijlader losgekoppeld is van het
net.
- De polariteit van de klemmen van de batterij veriëren:
positief het symbool + en negatief het symbool -.
OPMERKING: indien de symbolen zich niet
onderscheiden moet men zich herinneren dat de
positieve klem diegene is die niet verbonden is met het
chassis van de auto.
- De rode tang voor het opladen verbinden met de
positieve klem van de batterij (symbool +).
- De zwarte tang voor het opladen verbinden met het
chassis van de auto, uit de buurt van de batterij en van