Operation Manual

NL - 39 -
Is er voldoende ruimte tussen uw koelkast en de achter- en zijmuren?
Uw koelkast is ontworpen om te werken in een omgevingstemperatuur zoals
gespecificeerd in de normen volgens de klimaatklasse die op het typeplaatje
staat vermeld. Het wordt niet aanbevolen om de koelkast te gebruiken in
omgevingen met een temperatuurwaarden die buiten de gespecificeerde
klimaatklasse valt.
Klimaatklasse Omgevingstemperatuur (°C)
T
Tussen 16°C en 43°C
ST
Tussen 16°C en 38°C
N
Tussen 16°C en 32°C
SN
Tussen 10°C en 32°C
Als de levensmiddelen in het koel-/diepvriesgedeelte kouder zijn dan noodzakelijk;
Is de juiste temperatuur ingesteld? (Staat de thermostaatknoop in stand 5?)
Zijn er weinig recent geplaatste levensmiddelen in het diepvriesgedeelte?
In dat geval zal de compressor niet langer werken om in te vriezen; het kan zijn dat
levensmiddelen meer dan nodig in het koelgedeelte gekoeld worden.
Als uw koelkast geluiden maakt;
De compressor zal van tijd tot tijd werken om te zorgen dat het correcte koelniveau
gehandhaafd blijft. Het geluid dat uw koelkast op zo’n moment maakt is normaal
en nodig voor de werking.
Wanneer het gewenste koelniveau is bereikt, nemen de geluiden automatisch af.
Als het geluid aanhoudt:
Staat uw toestel stabiel en waterpas? Zijn de stelvoeten goed ingesteld?
Staat er iets achter uw apparaat?
Trillen de plateaus of de borden op de plateaus van uw apparaat? In dat geval
dient u de plateaus en/of borden te verplaatsen.
Staan er voorwerpen op uw apparaat die trillen?
Normaal geluid
Kraken van ijs:
Wordt gehoord tijdens het automatisch ontdooiproces.
Wanneer het apparaat gekoeld of verwarmd wordt (uitzetten van het materiaal van
het apparaat).
Kort krakend geluid
Wordt gehoord wanneer de compressor door de thermostaat wordt in- en
uitgeschakeld.
Geluid van de compressor
Normaal motorgeluid. Geeft aan dat de compressor normaal werkt.
Als de compressor voor de eerste keer werkt, kan het geluid gedurende korte tijd
wat harder zijn.
Borrelend en pruttelend geluid: