Operation Manual
24
R) Anzeige der gespeicherten maximalen und minimalen
Außenbereichsdaten
1. Drücken Sie im normalen Anzeigemodus die Taste „CH/ +“ (3) zur Auswahl des gewünschten
Außensenderkanals. Die Kennziffer des Kanals wird über der Außentemperaturanzeige
dargestellt.
2. Drücken Sie die Taste „MIN/ MAX“ (2). Die gespeicherte maximale Temperatur des gewählten
Kanals und deren Zeit und Datum der Speicherung wird angezeigt.
3. Drücken Sie die Taste „MIN/ MAX“ (2) ein weiteres Mal zur Anzeige der gespeicherten
minimalen Temperatur des gewählten Kanals mit Zeit und Datum. Zur Rückkehr in den
normalen Anzeigemodus drücken Sie bitte die Taste „ALM“ (4).
S) Rückstellung der maximalen und minimalen Außenbereichsdaten
Es ist erforderlich, die gespeicherten maximalen und minimalen Außentemperaturen
der verschiedenen Außensender einzeln und separat zurückzustellen.
1. Drücken Sie im normalen Anzeigemodus die Taste „CH/ +“ (3) zur Auswahl des gewünschten
Außensenderkanals. Die Kennziffer des Kanals wird über der Außentemperaturanzeige
dargestellt.
Die Kennziffer wird nur bei Verwendung von mehr als einem Außensender
angezeigt.
2. Drücken Sie ein Mal die Taste „MIN/ MAX“ (2). Das MAX-Symbol wird angezeigt.
3. Drücken und halten Sie die Taste „SET“ (1) für etwa 3 Sekunden. Dies wird alle gespeicherten
maximalen und minimalen Temperaturdaten des aktuell gewählten Außensenderkanals auf
dessen aktuelle Temperatur sowie Zeit und Datum zurückstellen.
Gleichzeitig werden die gespeicherten maximalen und minimalen Innenraumdaten
auf deren aktuelle Werte zurückgestellt.
T) Anzeige von Sonnenaufgang/Sonnenuntergang/Sonnenscheindauer
Drücken Sie die Taste „SNOOZE/ SUN“ (5) zur Umschaltung zwischen den Anzeigen der Zeiten
von Sonnenaufgang, Sonnenuntergang und Sonnenscheindauer.
Zeit für Sonnenaufgang:
Sonnenaufgangs-Symbol
Sonnenaufgangszeit
89
7. Inbedrijfname
Het weerstation kan maximaal drie zenders ontvangen. Standaard wordt echter maar één
buitentemperatuurzender meegeleverd.
Gebruik van één buitenzender
1. Plaats eerst de batterijen in de buitentemperatuurzender.
2. Plaats tenminste binnen 30 seconden de batterijen in het weerstation. Zijn de batterijen
geplaatst, dan zijn alle indicatiesegmenten van het LC-uitleesvenster kort zichtbaar.
Aansluitend wordt de tijd als 0:00 en het symbool van het weervrouwtje getoond. Volgt er
binnen 60 seconden geen indicatie, verwijder dan de batterijen en plaats deze na een wachttijd
van tenminste 10 seconden opnieuw.
3. Na het plaatsen van de batterijen begint het weerstation de gegevens van de buitenzender
te ontvangen. Nu dient de buitentemperatuur alsook het signaalontvangstsymbool op het
weerstation te worden weergegeven. Is dat niet binnen 3 minuten het geval, dan moeten
alle batterijen worden verwijderd en dient een nieuwe basisinstelling te worden doorgevoerd,
beginnend met stap 1 hierboven.
4. Om te zorgen voor een toereikende 868 MHz signaaloverdracht is het noodzakelijk om
onder de juiste omstandigheden tussen de uiteindelijke montageplaatsen van weerstation en
buitenzender een afstand van niet meer dan 100 m aan te houden.
Gebruik van meer dan één buitenzender
1. Werd de oorspronkelijke basisinstelling uitgevoerd met slechts één buitenzender, dan dienen
alle batterijen uit zowel weerstation als buitenzender te worden verwijderd en een wachttijd
van tenminste 60 seconden in acht te worden genomen.
2. Plaats vervolgens de batterijen opnieuw in de eerste buitenzender.
3. Plaats binnen 30 seconden na het activeren van de eerste buitenzender de batterijen in
het weerstation. Zijn de batterijen geplaatst, dan zullen alle indicatiesegmenten van het LC-
uitleesvenster kort zichtbaar zijn. Aansluitend daarop wordt de tijd als 0:00 en het symbool van
het weervrouwtje aangegeven. Vindt binnen 60 seconden geen indicatie op het LC plaats,
verwijder dan de batterijen weer en plaats ze na een wachttijd van tenminste 60 seconden
opnieuw.
4. Nu dient de temperatuur van de eerste buitenzender (kanaal 1) op het weerstation te worden
aangegeven. Verder dient het signaalontvangstsymbool zichtbaar te zijn. Is dit niet binnen 2
minuten het geval, dan dienen de batterijen uit beide apparaten te worden verwijderd en dient
een nieuwe basisinstelling vanaf stap 1 hierboven te worden doorgevoerd.
5. Nadat de temperatuurgegevens van de eerste buitenzender op het weerstation worden
aangegeven, kunnen de batterijen in de tweede buitenzender worden geplaatst.
De batterijen dienen tenminste binnen 10 seconden na de ontvangst van de
buitenbereikgegevens van de eerste buitenzender in de tweede buitenzender te
worden geplaatst.