User manual
NL 7
Opmerking:
1. Het kompas moet waterpas worden gehouden wanneer in gebruik. Een meting nemen terwijl het
apparaat niet horizontaal is (t.o.v. de horizon) kan tot grote meetfouten leiden.
2. Meet de richting altijd in de open lucht, omdat het zeer gevoelig is voor verstorende, magnetische
bronnen magnetism.
3.
Richting
Betekenis
Richting
Betekenis
Richting
Betekenis
Richting
Betekenis
N
Noord
NNE
Noord-
noordoost
NE
Noordoost
ENE
Oost-
noordoost
E
Oost
ESE
Oost-
zuidoost
SE
zuidoost
SSE
Zuid-
zuidoost
S
Zuid
SSW
Zuid-
zuidwest
SW
zuidwest
WSW
West-
zuidwest
W
West
WNW
West-
noordwest
NW
Noordwest
NNW
Noord-
noordwest
(1) Kompassensor ijken
Het kompas moet worden geijkt vóór gebruik OF nadat de batterij is vervangen.
Houd in Kompasmodus de “COMPASS” toets 3 seconden ingedrukt om de ijkmodus voor de
kompassensor te openen, druk op de “COMPASS” toets om het ijken te starten.
Houd het apparaat waterpas of plaats het op een niet-metalen tafel/bureau, onthoud de richting van
het pijltje op de LCD en draai het kompas langzaam één volledige slag rechtsom.
Wanneer de procedure is voltooid, zal de LCD “OK” weergeven als de ijking is geslaagd of “Fail” als
het is mislukt, zoals hieronder te zien.