WAARSCHUWING WAARSCHUWING Haal de stekker uit het stopcontact vóór het uitvoeren van onderhoud. Om een betrouwbare werking te garanderen en oververhitting te voorkomen, dient u te zorgen voor voldoende ventilatie voor dit modem en het uit de buurt van warmtebronnen te houden. Plaats het niet dichtbij warmteroosters of andere voorzieningen die warmte voortbrengen. Zorg voor een onbelemmerde luchtstroom rondom het modemen de stroomtoevoer. Het modem is uitsluitend bedoeld voor gebruik binnenshuis.
Veiligheidsaanbevelingen DENK ERAAN: VEILIGHEID EERST Voorzieningen veilig gebruiken Uw kabelmodem is vervaardigd om te voldoen aan veiligheidsstandaarden, maar u dient voorzichtig te zijn als u wilt dat het op correcte en veilige wijze functioneert. Het is belangrijk dat u dit boekje volledig leest, vooral de onderstaande veiligheidsinstructies. Indien u enige twijfel hebt over de installatie, werking of veiligheid van de decoder, neem dan contact op met uw leverancier.
BELANGRIJKSTE TECHNISCHE SPECIFICATIES Algemeen Gebruiksvoltage 230 V wisselstroom Typisch vermogenverbruik 18 W max Afmetingen (B x H x D) 220mm x 166.7mm x 43mm Reikwijdte gebruikstemperatuur 0 – 40 °C Reikwijdte opslagtemperatuur -20 – 70 °C Type wisselstroomadapter (of plug-in-adapter) ADAPTER 18W 12VDC/1.5A Aansluitingen DC input 12V/ 1.5A Kabel input 1x coaxkabel aansluiting USB input 1x 2.
Hoofdstuk 1: Aansluitingen en set-up ..................................................................................... 7 Inschakelen van de Wireless Voice Gateway ......................................................................... 7 Introductie .......................................................................................................................... 7 Functies van de Wireless Voice Gateway ...........................................................................
2. Local Area Network ................................................................................................... 30 3. DHCP Client Devices .................................................................................................. 31 Geavanceerd – Geavanceerde Web Page Group .................................................................. 32 1. Opties ........................................................................................................................ 32 2. IP-filters ..
4. Back-up en herstel\Fabrieksinstellingen..................................................................... 63 5. Log\Syslog ................................................................................................................. 64 6. Log\Lokaal Log .......................................................................................................... 65 Hoofdstuk 3: Netwerken .......................................................................................................
HOOFDSTUK 1: AANSLUITINGEN EN SET-UP Inschakelen van de Wireless Voice Gateway Nadat u het modem heeft geïnstalleerd en voor de eerste keer hebt ingeschakeld (en telkens wanneer het modem weer wordt aangezet), worden er verschillende stappen doorlopen voordat u het modem kunt gebruiken. Elk van deze stappen wordt aangeduid door een ander patroon van oplichtende lampjes op de voorzijde van het modem.
Wat staat er op de cd-rom Steek de cd-rom van het modem in uw cd-rom-speler voor het weergeven van tips om problemen op te lossen, interne diagnostieken en andere waardevolle informatie.
Overzicht van de Wireless Voice Gateway Voorpaneel Fig. 1-1 Voorpaneel De volgende afbeelding toont het voorpaneel: Power - Geeft aan of het modem is ingeschakeld. DS - Geeft de status van gegevensontvangst door het kabelmodem van het netwerk aan (DownStream verkeer). US - Geeft de status van gegevensoverdracht door het kabelmodem naar het netwerk aan (UpStream verkeer). Online - Geeft de status van uw kabelverbinding weer.
De leds op het voorpaneel worden beschreven in de onderstaande tabel (van links naar rechts): ON = de led licht op, OFF = de led is grijs, FLASH = de led knippert. TC7200.
SW Download handeling AAN FLASH FLASH AAN X X X X Softwaredownload en tegelijkertijd bijwerken van het FLASH-geheugen Tabel 1-1 Gedrag van de leds Achterpaneel Fig. 1-2 Achterpaneel Connector Aan/uitschakelaar Jackaansluiting Kabel Reset USB Host Ethernet Tel1 / Tel2 Beschrijving Kabelmodem aan-, uitzetten. Connector voor DC12V. Connector voor de netwerkkabel. Om het modem opnieuw te starten. 5 seconden ingedrukt houden kan het modem op de standaardinstellingen terugzetten. USB 2.
Ophangen aan de wand In dit artikel wordt de gebruiker geholpen bij het aan de wand bevestigen van de Wireless Voice Gateway De adapter heeft twee sleuven voor het ophangen in het achterpaneel. Er zijn twee schroeven nodig om de adapter op te hangen. Fig. 1-4 Ophangen aan de wand Om dit te doen: 1. Verzeker u ervan dat de wand die u gebruikt glad, vlak, droog en stevig is en gebruik de 2 schroefopeningen die 101,6mm (4 inches) uit elkaar liggen. 2.
Relatie tussen de apparaten Deze afbeelding toont een kabelbedrijf dat DOCSIS/Euro-DOCSIS en PacketCable/Euro-PacketCable compliant met spraak/gegevensservices biedt. Fig. 1-5 Verbindingsoverzicht Wat het modem doet Het modem verschaft toegang tot hogesnelheidsinternet en rendabele telefoon, spraak en fax/modemservices van "toll"-kwaliteit aan huishoudens, zakelijke abonnees en onderwijsinstellingen op openbare en particuliere netwerken via een bestaande CATV-infrastructuur.
Ga met uw kabelbedrijf na of u beschikt over alles wat u nodig hebt om te starten; ze kunnen het u vertellen als u speciale software moet installeren of uw computer opnieuw moet configureren zodat uw kabelinternetservice bij u kan functioneren. Neem contact op met uw plaatselijke kabelbedrijf U moet contact opnemen met uw kabelbedrijf om een internetaccount in te stellen voordat u het modem kunt gebruiken.
Het kabeltelevisiesnoer bevestigen aan de Wireless Voice Gateway 1. Zoek het kabeltelevisiesnoer. U kunt dit op een van drie manieren vinden: a. Rechtstreeks aangesloten op een televisie, converterbox kabeltelevisie of VCR. Het snoer is aangesloten op het contact dat een van de namen IN, CABLE IN, CATV, CATV IN, enz. heeft. b. Ingestoken in een wandcontactdoos. c. Zichtbaar vanonder een plint, verwarming of andere plaats. Zie Figuur 1-6 voor een voorbeeld van bedrading.
Installatieprocedure voor de aansluiting op de ethernetinterface Volg deze stappen voor een correcte installatie. Steek de coaxkabel in de kabelwandcontactdoos en het andere uiteinde in het kabelcontact van het modem. Opmerking: om zeker te zijn van een snelle registratie van het modem, moet de coaxkabel zijn verbonden met het modem voordat dit wordt ingeschakeld. Sluit de netadapter aan op het contactpunt in het kabelmodem en steek de tweepuntsstekker in het stopcontact (wisselstroom).
Telefoon- of faxverbinding Als ze op juiste wijze zijn aangesloten, kunnen de meeste telefoontoestellen worden gebruikt met de Wireless Voice Gateway, net als met een gebruikelijke telefoondienst. Om een gewoon telefoongesprek te voeren, neemt u de handset op; u luistert of er een kiestoon is en toetst het gewenst nummer in. Voor diensten zoals wachtende oproepen gebruikt u de telefoonschakelaar (of FLASH-knop) om te wisselen tussen oproepen.
HOOFDSTUK 2: WEB-CONFIGURATIE Om er zeker van te zijn dat u goed naar internet kunt gaan, controleert u eerst het volgende. 1. Verzeker u ervan dat de aansluiting (d.m.v. ethernet) tussen het modem en uw computer correct is. 2. Verzeker u ervan dat het TCP/IP-protocol juist is ingesteld. 3. Neem een abonnement bij een kabelbedrijf. Toegang tot de webconfiguratie Het modem biedt een lokale beheercapaciteit via een ingebouwde HTTP-server en een aantal diagnostische en configuratie-webpagina's.
3. Er zal u worden gevraagd een gebruikersnaam en wachtwoord in te voeren als het niet de eerste keer is dat u inlogt. Standaard is de gebruikersnaam “admin” en het wachtwoord is “admin”. Fig2-2 Loginpagina Als u op correcte wijze hebt ingelogd, zal de hoofdpagina verschijnen. De volgende pagina wordt weergegeven als de opgegeven gebruikersnaam of het wachtwoord verkeerd is.
Overzicht van webmanager Het hoofdscherm zal worden getoond zoals hieronder. Fig. 2-4 Overzicht van webmanager Hoofdmenu: de hyperlinks bovenaan de pagina, te weten de items Status, Basis, Geavanceerd, Ouderlijk Toezicht, Draadloos, en Systeem Submenu: de zijbalk aan de linkerkant van de pagina geeft de titel van deze beheerinterface aan, bijv.
een pagina te gaan, klikt u op de link van de groep bovenaan, dan op het submenu voor de functie en ten slotte kiest u de titel in de zijbalk. Het is mogelijk dat uw kabelbedrijf de vermelding van bepaalde items van de informatie op de interne webpagina's van het modem niet ondersteund. In dergelijke gevallen blijft het informatieveld leeg. Dit is normaal.
Status – Status webpaginagroep 1. Systeem Op deze pagina staan de systeemgegevens van uw kabelmodem. Het deel met softwaregegevens van uw kabelmodem op deze pagina toont hoelang het modem heeft gefunctioneerd sinds het modem voor het laatst werd aangezet, en een aantal belangrijke gegevens die het kabelmodem ontving tijdens het initialisatieproces met uw kabelbedrijf. Als de netwerktoegang op "Toegestaan" staat, dan heeft uw kabelbedrijf het modem geconfigureerd voor het hebben van een internetverbinding.
2. Verbinding/Basis Deze pagina vermeldt actuele basisinformatie van het kabelmodem, waaronder de verbindingsstatus, opstartstatus, beveiliging, IP-adres van het kabelmodem, leasetijd, vervaldatum lease en actuele systeemtijd. De informatie kan bruikbaar zijn voor de technische ondersteuning van uw kabelbedrijf wanneer u problemen ondervindt. Fig.
3. Verbinding/Upstream Deze pagina vermeldt actuele upstreamgegevens van het kabelmodem, waaronder Transmitter #, KanaalID, vergrendelstatus, frequentie, modulatie, symbolrate, kanaaltype en vermogen. De informatie kan bruikbaar zijn voor de technische ondersteuning van uw kabelbedrijf wanneer u problemen ondervindt. Fig.
4. Verbinding/Downstream Deze pagina vermeldt actuele downstreamgegevens van het kabelmodem, waaronder Receiver #, KanaalID, vergrendelstatus, frequentie, modulatie, symbolrate, SNR en vermogen. De informatie kan bruikbaar zijn voor de technische ondersteuning van uw kabelbedrijf wanneer u problemen ondervindt. Door de frequentie in KHz in te voeren en te klikken op de knop "Frequentie forceren" kunt u het kabelmodem forceren te vergrendelen op de aangeduide frequentie. Fig.
5. Kabelmodem/Status Deze pagina geeft de initialisatiestatus van de MTA weer en bevat DHCP, beveiliging, TFTP, oproepserver en toevoerstatus van de telefoon. De informatie kan bruikbaar zijn voor de technische ondersteuning van uw kabelbedrijf wanneer u problemen ondervindt. De staat van de telefoonlijn kan onderaan deze pagina worden gevonden. Deze vermeldt de actuele staat van Line1 en Line2. Fig.
6. Diagnostiek/Ping Deze pagina kan worden gebruikt om de kwaliteit van uw netwerkverbinding te bepalen. Door het bestemmings-IP-adres, de pakketgrootte en het pakketaantal in te stellen en daarna op de knop "Starten" te klikken, kunt u de kwaliteit van de netwerkverbinding controleren en bepalen. Het resultaat van Ping zal worden weergegeven in het kader onder aantal pakketten. U kunt op elk moment op de knop "Afbreken" klikken tijdens de Pingtest om de test af te breken.
7. Diagnostiek/Traceroute Op deze pagina kunt u traceroute uitvoeren om de route (pad) weer te geven en de doorvoertijd van pakketten te meten. Om traceroute uit te voeren, moet er een host-IP en een maximum TTL worden ingevoerd alvorens te starten. Host-IP is de bestemming die u plant om de route naar te traceren. De MAX TTL-waarde loopt van 1 tot 30 seconden. Het resultaat van traceroute wordt weergegeven in het ping-tekstkader.
Basis – Basic Web Page Group 1. Internet Deze pagina toont u de basisconfiguratie van de breedband gateway in relatie tot uw MSO-verbinding. Hiermee is configuratie van hostnaam en domeinnaam mogelijk indien nodig. Het klikken op de knop “WAN IP-vernieuwing” forceert het modem om de WAN-IP direct te vernieuwen. Fig.
2. Local Area Network Deze pagina stelt u in staat om Local Area Network, DHCP-server, DNS-server en domeinnaam te configureren. Fig.
3. DHCP Client Devices Deze pagina vermeldt informatie over de actuele DHCP-client waaronder het MAC-adres, IP-adres en verloop moment van elke client indien de DHCP-server was ingesteld op Local Area Network. Fig.
Geavanceerd – Geavanceerde Web Page Group 1. Opties Op deze pagina kunt u de routeropties configureren. U kunt instellingen activeren door ze aan te vinken en te klikken op de knop "Opslaan". Fig.2-15 Geavanceerd\Opties Blokkeren WAN voorkomt dat anderen aan de WAN-zijde het modem kunnen pingen. Als WAN Blocking is ingeschakeld, antwoordt het modem niet op pings die hij ontvangt en "verbergt" het modem dus eigenlijk.
2. IP-filters Deze pagina maakt het u mogelijk de reeksen IP-adressen van pc's op uw LAN in te voeren waarvan u niet wilt dat ze uitgaande toegang tot de WAN hebben. Deze pc's kunnen nog altijd met elkaar communiceren via uw LAN, maar pakketten die ze verzenden naar WAN-adressen worden geblokkeerd door het modem . Fig. 2-16 Geavanceerd\IP-filters U kunt een lege rij aan de lijst toevoegen door te klikken op de knop "Rij toevoegen".
3. MAC-filters Deze pagina maakt het u mogelijk om het MAC-adres van specifieke pc's op uw LAN in te voeren waarvan u niet wilt dat ze uitgaande toegang tot de WAN hebben. Net als bij IP-filtering kunnen deze pc's nog altijd met elkaar communiceren via het modem , maar pakketten die ze verzenden naar WANadressen worden geblokkeerd. Fig. 2-17 Geavanceerd\MAC-filters U kunt een lege rij aan de lijst toevoegen door te klikken op de knop "Rij toevoegen".
4. Port filters Deze pagina stelt u in staat om reeksen bestemmingspoorten (toepassingen) in te voeren waarvan u niet wilt dat uw LAN-pc's er pakketten heen sturen. Alle pakketten die uw LAN-pc's naar deze bestemmingspoorten sturen, zullen worden geblokkeerd. U kunt bijvoorbeeld de toegang tot het surfen op het world wide web blokkeren (http = port 80), maar nog steeds e-mailservice toestaan (SMTP port 25 and POP-3 port 110).
5. Forwarding Voor LAN WAN communicaties staat het modem u normaal gesproken alleen toe een IP-verbinding met een pc op de WAN tot stand te brengen; hij zal pogingen van de WAN-pc om een verbinding met uw pc tot stand te brengen negeren. Dit beschermt u tegen kwaadwillende aanvallen van buitenstaanders.
6. Port triggers Sommige internetactiviteiten, zoals interactief gamen, vereisen dat een pc aan de WAN-zijde van het modem in staat is om tijdens de game verbindingen tot stand te brengen met de pc waar de game op wordt gespeeld aan de LAN-zijde. U kunt de webpagina voor Advanced-Forwarding (geavanceerde doorsturing) gebruiken om een doorstuurregel tijdens de game samen te stellen, en deze daarna weer te verwijderen (om de volledige beveiliging van uw LAN-pc te herstellen) om dit te vergemakkelijken.
7. DMZ host Gebruik deze pagina om één pc aan te wijzen binnen uw LAN die toegankelijk moet blijven voor alle pc's van de WAN-zijde, alle poorten. Bijvoorbeeld, als u een HTTP-server op deze machine zet, zal iedereen toegang hebben tot deze HTTP-server door het IP-adres van het modem als bestemming te gebruiken. De instelling “0” betekent NO DMZ PC (geen DMZ-pc). "Host" is een andere internetterm voor een pc verbonden met internet. Fig.
8. Firewall Op deze pagina's kunt u een verscheidenheid aan firewallfuncties in verband met het surfen op het web die het HTTP-protocol gebruiken en HTML-webpagina's overdragen inschakelen, uitschakelen en configureren. Op deze pagina's wijst u de typen gatewaypakketten aan die u wilt laten doorsturen of blokkeren. U kunt instellingen activeren door ze te aan te vinken en te klikken op de knop "Opslaan".
Ouderlijk toezicht – Web Page Group Ouderlijk Toezicht 1. Apparaatregels Deze pagina stelt u in staat websites en Apparaat regels toe te voegen en te verwijderen voor het aangegeven apparaat. U kunt de instellingen opslaan door te klikken op de knop "Opslaan". Fig.2-23 Ouderlijk toezicht\apparaatregels Er kan een nieuw apparaat worden toegevoegd aan de lijst door te klikken op de knop "Voeg Device toe". Het dialoogvenster "Voeg Device toe" wordt weergegeven.
Websitefilters: de filter kan worden bepaald op de pagina WEB Site Filters. Selecteer de filter in de scroll-lijst en klik op de knop "Opslaan" om hem op te slaan. Apparaat filters: de filter kan worden bepaald op de pagina Apparaat Filters. Selecteer de filter in de scroll-lijst en klik op de knop "Opslaan" om hem op te slaan. Vertrouwd: vink de checkbox Vertrouwd aan en klik op de knop "Opslaan" om het apparaat als te vertrouwen op te slaan.
2. Basisinstellingen Op deze pagina kunt u Ouderlijk toezicht instellen en alle blokkeringen in Ouderlijk toezicht overslaan. Fig. 2-25 Ouderlijk toezicht\Basisinstellingen Ouderlijk toezicht inschakelen: klik in het pulldownmenu bij Ouderlijk toezicht inschakelen en selecteer Ingeschakeld, voer het wachtwoord in en klik dan op de knop "Opslaan" om ouderlijk toezicht in te schakelen. Wachtwoord: voer een wachtwoord in om ouderlijk toezicht te configureren.
Verwijder de geselecteerde computer: selecteer computers die u wilt verwijderen van de lijst met vertrouwde computers en klik dan op de knop Verwijder selectie om ze te verwijderen. 3. Websitefilters Op deze pagina kunt u de websites configureren die bereikt kunnen worden, geblokkeerd moeten worden of geblokkeerd moeten worden als er specifieke sleutelwoorden worden gevonden. U kunt de configuratie toevoegen aan een nieuwe policy (gedragslijn) of een policy verwijderen van de lijst. Fig.
Fig. 2-27 Ouderlijk toezicht\Voeg Policy toe Sleutelwoorden: webpagina's die opgeslagen sleutelwoorden bevatten, zullen worden geblokkeerd. Geblokkeerde domeinen: domeinen die in de opgeslagen lijst staan, zullen worden geblokkeerd. Toegestane domainen: toegang tot domeinen die zijn opgeslagen in deze lijst is toegestaan.
4. Tijd-filters Gebruik deze pagina om regels in te stellen die toegang tot internet blokkeren voor pc's aan LAN-zijde, maar alleen op bepaalde dagen en tijden. Klik op het tijdblok om een bepaalde tijd te selecteren / te schrappen. Klik ten slotte op de knop "Verzenden" om uw instellingen op te slaan. Fig.2-28 Ouderlijk toezicht\Tijd-filters Configuraties: een lijst van beschikbare Tijd- filter policy's.
Fig. 2-29 Ouderlijk toezicht\Voeg Policy toe U kunt op elk uurblok klikken en het blauw maken zodat het modem internetverkeer blokkeert in dat uur. Klik opnieuw op het blauwe blok om het weer toegankelijk te maken. Leegmaken: klik op de knop "Leegmaken" om alle uurblokken leeg te maken. Omkeren: klik op de knop "Omkeren" om de status van alle uurblokken om te keren.
Draadloze – Wireless Web Page Group De pagina 'Wireless Web Page Group' maakt een verscheidenheid aan instellingen mogelijk die veilige en betrouwbare draadloze communicatie verschaffen voor zelfs de meest veeleisende technische gebruiker. Het modem biedt een keuze van 802.
1. 2.4 GHz\Radio Op deze pagina kunt u de toegangscontrole van het 2.4GHz AP (Access Point - Toegangspunt) configureren. Fig.2-30 Draadloze\2.4GHz\Radio Inschakelen: helpt u om de draadloze functie 2.4 GHz in te schakelen of uit te schakelen Om in te schakelen, moet u Ingeschakeld selecteren, om uit te schakelen, selecteert u Uitgeschakeld. SSID: de SSID voor de draadloze netwerk 2.4 GHz. 802.
2. 2.4 GHz\Beveiliging Op deze pagina kunt u de draadloze beveiliging configureren. Fig. 2-31 Draadloze\2.4GHz\Beveiliging Draadloze beveiligingsmodus: de modus draadloze beveiliging kan ofwel WPA-Thuis ofwel WPA zijn. Verificatie: de authenticatiemethode kan WPA/WPA3 of WPA zijn. Wachtwoord: in dit veld kunt u ASCII-codes invoeren. De reeks loopt van 8 tekens tot 64 tekens. Voor ASCII-tekens kunt u 63 tekens in dit veld invoeren.
3. 2.4 GHz\Geavanceerd Op deze pagina kunt u geavanceerde draadloze instellingen configureren. Fig. 2-32 Draadloze\2.4GHz\Geavanceerd Land: selecteer de landcode. MAC-adres: het MAC-adres voor dit draadloze apparaat zal automatisch worden weergegeven in dit veld. Bakeninterval: stel de periode voor beacon-transmissies in om het mobiele stations mogelijk te maken een BSS te lokaliseren en te identificeren. De meeteenheid zijn tijdseenheden van 1024 microseconden.
RTS drempel: stel de waarde in voor het verzenden van een verzoek naar de bestemming. Alle pakketten met een lengte boven de drempel die u hier hebt ingesteld, zullen worden verzonden via four-way-frame-exchange. En een lengte onder of gelijk aan de waarde die u hebt ingesteld, zal niet worden behandeld door RTS. (Invoerbereik: 0~ 2347) WMM: Wi-Fi Multimedia (WMM) is een component van de IEEE 802.11e draadloze LANstandaard voor Quality of Service (QoS).
4. 2.4 GHz\Toegangsbeperking Op deze pagina kunt u Access Control (Toegangscontrole) configureren. Fig.2-33 Draadloze\2.4GHz\Toegangsbeperking Configuraties: policy voor instellingen van toegangscontrole. Er kunnen twee opties worden geselecteerd. U kunt kiezen voor Allow List (lijst toestaan) of Deny List (lijst negeren). MAC-adres: de lijst met MAC-adressen die toegang toestaan of negeren. Rij toevoegen: klik op "Rij toevoegen" om een nieuwe rij voor een MAC-adres toe te voegen.
5. 2.4 GHz\WPS Op deze pagina kunt u de WPS-instelling configureren. Wi-Fi Protected SetupTM (WPS) is een gemakkelijke en veilige manier om uw draadloze toegangspunt te configureren en te verbinden. In dit geval is het modem het toegangspunt (Access Point - AP), en uw pc (of draadloze apparaat) wordt de STA genoemd. Wanneer u uw draadloze netwerk configureert via WPS, worden er berichten uitgewisseld tussen de STA en het AP om de beveiligingsinstellingen op beide apparaten te configureren. Fig.
6. 5 GHz\Radio Op deze pagina kunt u de toegangscontrole van het 5GHz AP configureren. Fig.2-35 Draadloze\5 GHz\Radio Inschakelen: het helpt u mogelijk om de functie 5 GHz draadloos in te schakelenof uit te schakelen. Om in te schakelen moet u Ingeschakeld selecteren, om uit te schakelen selecteert u Uitgeschakeld. SSID: de SSID voor de draadloze functie 5 GHz. 802.11-modus: er zijn drie verschillende modi die kunnen worden geselecteerd: Gemengd, Uitgeschakeld en Greenfield. Kanaal: in 802.
7. 5 GHz\Beveiliging Op deze pagina kunt u de draadloze beveiliging configureren. Fig. 2-36 Draadloze\5 GHz\Beveiliging Draadloze beveiligingsmodus: de modus draadloze beveiliging kan ofwel WPA-Thuis ofwel WPA zijn. Verificatie: de authenticatiemethode kan WPA/WPA3 of WPA zijn. Wachtwoordzin: in dit veld kunt u ASCII-codes invoeren. De reeks loopt van 8 tekens tot 64 tekens. Voor ASCII-tekens kunt u 63 tekens in dit veld invoeren.
8. 5 GHz\Geavanceerd Op deze pagina kunt u geavanceerde draadloze instellingen configureren. Fig. 2-37 Draadloze\5 GHz\Geavanceerd Land: selecteer de landcode. MAC-adres: het MAC-adres voor dit draadloze apparaat zal automatisch worden weergegeven in dit veld. Bakeninterval: stel de periode voor beacon-transmissies in om het mobiele stations mogelijk te maken een BSS te lokaliseren en te identificeren. De meeteenheid is "time units" (TU tijdseenheden) van 1024 microseconden.
RTS drempel: stel de waarde in voor het verzenden van een verzoek naar de bestemming. Alle pakketten met een lengte boven de drempel die u hier hebt ingesteld, zullen worden verzonden via four-way-frame-exchange. En een lengte onder of gelijk aan de waarde die u hebt ingesteld, zal niet worden behandeld door RTS. (Invoerbereik: 0~ 2347) WMM: Wi-Fi Multimedia (WMM) is een component van de IEEE 802.11e draadloze LANstandaard voor Quality of Service (QoS).
9. 5 GHz\Toegangsbeperking Op deze pagina kunt u toegangscontrole configureren. Fig.2-38 Draadloze\5 GHz\Toegangsbeperking Configuraties: policy voor instellingen van toegangscontrole. Er kunnen twee opties worden geselecteerd. U kunt kiezen voor Allow List (lijst toestaan) of Deny List (lijst negeren). MAC-adres: de lijst met MAC-adressen die toegang toestaan of negeren. Rij toevoegen: klik op "Rij toevoegen" om een nieuwe rij voor een MAC-adres toe te voegen.
10. 5 GHz\WPS Op deze pagina kunt u de WPS-instelling configureren. Fig. 2-39 Draadloze\5 GHz\WPS WPS: dit helpt u om de WPS-functie in te schakelen of uit te schakelen. Om in te schakelen moet u Ingeschakeld selecteren, om uit te schakelen selecteert u Uitgeschakeld. PIN: dit is de PIN voor authenticatie. Voer de PIN in en klik dan op "PIN start" om de PINverbinding te starten. PBC: klik op "PBC start" om dit te starten.
Systeem – System Web Page Group 1. Wachtwoord Standaard is de gebruikersnaam “admin” en het wachtwoord is “admin”. Dit wordt ingesteld bij verschillende handelingen (niet-uitputtende lijst): - op fabrieksniveau, als gevolg van het herstellen van fabriekswaarden op het modem, als gevolg van het resetten door de operator, als gevolg van een verandering door de gebruiker die terug wil keren naar de standaardinstellingen na gebruik van zijn eigen instellingen.
2. Back-up en herstel\Back-up Op deze pagina kunt u uw huidige instellingen lokaal opslaan op uw pc. De standaard bestandsnaam is "GatewaySettings.bin". Voer het wachtwoord in als u de back-up van uw configuratie wilt versleutelen. Hetzelfde wachtwoord MOET ter bevestiging worden ingevoerd in het veld voor het herhalen van het wachtwoord. Klik op de knop "Back-up" om de back-up van de configuratie op te slaan. Fig.
3. Back-up en herstel\DB-herstel Op deze pagina kunt u de instellingen herstellen die u eerder lokaal hebt opgeslagen op uw pc. De standaard bestandsnaam is "GatewaySettings.bin". Voer het wachtwoord in als u de back-up van uw versleutelde configuratie wilt herstellen. Klik op de knop "Zoek" en selecteer dan de back-up van de configuratie die u wilt herstellen. Klik op de knop "DBherstel" om de back-up van de configuratie te herstellen. Fig.
4. Back-up en herstel\Fabrieksinstellingen Op deze pagina kunt u de fabriekswaarden herstellen. Als u klikt op de knop "Instellingen herstellen", dan wordt het systeem hersteld naar de fabrieks(standaard)waarden. Fig.
5. Log\Syslog Op de Syslogpagina kunt u het IP-adres vermelden waarop een Syslogserver is gevestigd op de LANzijde en verschillende soorten firewallgebeurtenissen die zich voor kunnen doen selecteren. Er wordt dan telkens wanneer een dergelijke gebeurtenis plaatsvindt automatisch een melding naar deze logserver verzonden. Om de Syslogserver te gebruiken, moet u Ingeschakeld selecteren in het pull-down menu van Remote logging, het IP-adres van de server vermelden en de Levels (niveaus) aanvinken.
6. Log\Lokaal Log Het modem stelt een log samen van firewallblokkeringsacties die de firewall heeft ondernomen. De log van de geselecteerde niveaus is zichtbaar op het scherm. Als u de Lokaal Log-pagina gebruikt, kunt u de niveaus van de log aanvinken en de logs in het log-tekstkader tonen. Vink de niveaus die u nodig hebt aan en klik op de knop "Opslaan". Fig.
HOOFDSTUK 3: NETWERKEN Communicaties Gegevenscommunicatie impliceert de stroom gegevenspakketten van het ene apparaat naar het andere. Onder deze apparaten vallen personal computers, ethernet, kabelmodems, digitale routers en schakelaars en hoog geïntegreerde apparaten die functies combineren, zoals de Wireless Voice Gateway. Het modem integreert de functionaliteit die vaak in twee aparte apparaten wordt gezien in één apparaat.
Kabelmodemsectie (CM) De kabelmodemsectie (of CM-sectie) van het modem gebruikt DOCSIS of EURO-DOCSIS Standaard kabelmodemtechnologie. DOCSIS of EURO-DOCSIS specificeert dat TCP/IP via ethernet volgens gegevenscommunicatie wordt gebruikt tussen de WAN-interface van uw kabelmodem en uw kabelbedrijf.
thuisnetwerkondersteuning waar u een abonnement op hebt genomen. Alle toestellen komen uit de fabriek met een instelling op de RG-modus, maar dit kan worden veranderd tijdens de initialisatie door een configuratiebestand dat het kabelbedrijf naar de kabelmodemsectie stuurt. Cable Modem (CM) Mode (kabelmodemmodus) Fig. 3-2 Kabelmodemmodus Fig. 3-3 Er zijn twee IP-stacks geactiveerd in de kabelmodemmodus De kabelmodemmodus verschaft een basis voor thuisnetwerken.
IP-stack 2 - voor gebruik door u, de eindgebruiker, om te communiceren met het kabelmodem en netwerksecties, om naar de internet webpagina diagnostieken en configuratie te gaan. Deze stack gebruikt een vast IP-adres: 192.168.100.1. Het gebruikt een MAC-adres 00:10:95:FF:FF:FE. Met de kabelmodemmodus moet het kabelbedrijf een IP-adres voor de kabelmodussectie verschaffen, plus een IP-adres uit hun verzameling beschikbare adressen voor elke pc die u verbindt.
IP-stack 1 - voor gebruik door het kabelbedrijf om te communiceren met de kabelmodemsectie alleen. Deze stack ontvangt zijn IP-adres van het kabelbedrijf tijdens de initialisatie van het kabelmodem. Het gebruikt het MAC-adres dat op het label op de Wireless Cable Gateway staat. IP-stack 3 - voor gebruik door u om op afstand (d.w.z.
HOOFDSTUK 4: AANVULLENDE INFORMATIE Vaak voorkomende vragen V. Wat gebeurt er als ik geen abonnement op kabeltelevisie neem? A. Als er kabeltelevisie beschikbaar is in uw gebied, dan zijn gegevens- en voiceservices mogelijk beschikbaar gemaakt met of zonder kabeltelevisie. Neem contact op met uw plaatselijke kabelbedrijf voor volledige informatie over kabelservices, inclusief hogesnelheidsinternet. V. Hoe krijg ik het systeem geïnstalleerd? A.
van elke client op het netwerk) worden verhoogd tot 27% in 802.11g-only netwerken en tot 75% in gemengde netwerken bestaand uit 802.11g en 802.11b standaardvoorzieningen. De technologie bereikt een hogere verwerkingscapaciteit door gegevens opnieuw te bundelen, het aantal overhead-controlpackets te verminderen, zodat er meer bruikbare gegevens kunnen worden verzonden in een bepaalde tijd. * Maandelijkse abonneekosten van toepassing. ** Aanvullende voorzieningen vereist.
Algemene probleemoplossing U kunt de meeste problemen die u ondervindt met uw product oplossen door de volgende lijst voor probleemoplossing te raadplegen. Ik heb geen toegang tot internet. Controleer alle aansluitingen op het modem.. Mogelijk werkt uw ethernetkaart niet. Raadpleeg de documentatie van elk product voor meer informatie. De netwerkeigenschappen van uw besturingssysteem zijn mogelijk niet goed geïnstalleerd of de instellingen zijn misschien niet juist.
Servicegegevens Als u het modem rechtstreeks bij uw kabelbedrijf hebt gekocht of huurt, dan kan er een garantie voor het digitale kabelmodem worden verschaft via uw kabelbedrijf of zijn gevolmachtigde vertegenwoordiger. Neemt u voor informatie over 1) Besteldienst, 2) Verkrijgen van klantenservice of 3) Aanvullende servicegegevens a.u.b. contact op met uw kabelbedrijf.
Verklarende woordenlijst 10/100/1000 BaseT – Unshielded, tweeaderige kabel met een RJ-45-connector, gebruikt met Ethernet LAN (Local Area Network). “10/100/1000” geeft de snelheid aan (10/100/1000 BaseT), “Base” verwijst naar de basisband en “T” betekent 'getwist paar' (tweeaderige kabel). Authenticatie - Het proces van het controleren van de identiteit van een entiteit op een netwerk.
TCP/IP (Transmission Control Protocol/Internet Protocol) – Een netwerkprotocol dat communicatie verschaft binnen onderling verbonden netwerken, tussen computers met diverse hardware-architecturen en verschillende besturingssystemen. TFTP - Trivial File Transfer Protocol, het systeem dat het configuratiegegevensbestand van de Media Terminal Adapter downloadt.