Operation Manual
36
Geavanceerde configuratie en gebruik
• Een hoofdlettergevoelige sleutel van 5 tekens. U kunt cijfers en letters invoeren.
• Een hoofdlettergevoelige sleutel van 13 tekens. U kunt cijfers en letters invoeren.
• Een tekensleutel van 10 hexadecimale tekens (niet hoofdlettergevoelig). U kunt
alleen de tekens 0-9 en A-F, bijv. A1B2C3D4E5 gebruiken.
• Een tekensleutel van 26 hexadecimale tekens (niet hoofdlettergevoelig). U kunt
alleen de tekens 0-9 en A-F, bijv. A1B2C3D4E5 gebruiken.
Eigenlijk is dit niets anders dan de normale 64-bits of 128-bits WEP-encryptie. Het
enige verschil dat u een wachtwoord moet invoeren voor de eerste twee opties die
Windows in een code zal omzetten. Voor de laatste twee opties voert u zelf de
laatste code in.
Om het instellen van de verbinding eenvoudig te houden, kiest u een van de twee
eerste opties. Voer een wachtwoord in met precies 5 of precies 13 tekens. Als u
met zeer gevoelige gegevens werkt of in een omgeving met veel WLAN-verkeer
(bijv. in uw bedrijf, op een beurs of in openbare gebouwen) bevelen we u aan de
betere encryptie van 13 tekens te gebruiken.
6.
Als u deze verbinding voor later gebruik moet bewaren, kunt u de instellingen
opslaan via de optie Dit netwerk opslaan. Hiermee kunt u direct op deze verbinding
klikken in Netwerkcentrum om deze te herstellen. Dit werkt echter alleen als het
andere apparaat beschikbaar is, anders moet u de verbinding op het tweede
apparaat opnieuw configureren.