Operation Manual

2-30
Aan de slag
De Backspace-toets en de toetsen [Ins] en [Del] rechts bovenaan worden
gebruikt voor bewerkingsdoeleinden.
Deze toets wordt gebruikt om de typmodus te
schakelen tussen “invoegen” en “overtypen”.
Druk op deze toets om één teken rechts van de cursor
te wissen en de volgende tekst één spatie naar links te
verplaatsen.
Druk op deze toets om één teken links van de cursor te
wissen en de volgende tekst één spatie naar links te
verplaatsen.
Nummertoetsen
Het toetsenbord heeft een toetsenblok met een reeks nummertoetsen dat
geïntegreerd is in de schrijfmachinetoetsen. Als de Num Lock geactiveerd is,
kunt u deze nummertoetsen gebruiken om nummers en berekeningen in te
voeren.
Functietoetsen
Windows-toetsen
Op het toetsenbord vindt u de Windows Logo-toets (
) en n
Application Logo-toets (
). Deze toetsen worden gebruikt om Windows-
specifieke functies uit te voeren, zoals het menu Start openen en het
snelkoppelingsmenu openen. Voor meer informatie over de twee toetsen
raadpleegt u uw Windows-handleiding of de online help.