Operation Manual
XI
Voorwoord
6. Zorg ervoor dat de spanning van de elektriciteit binnen het
veiligheidsbereik ligt en op de juiste wijze is ingesteld op de waarde van
100~240V, voordat de apparatuur op de spanningtoevoer wordt
aangesloten.
7. Plaats het elektriciteitssnoer zodanig dat het onwaarschijnlijk is dat
mensen erop gaan staan. Zet niets op het elektriciteitssnoer.
8. Koppel het elektriciteitssnoer altijd los, voordat u een uitbreidingskaart of
module insteekt.
9. Alle waarschuwingen en elk alarm op de apparatuur moeten in acht
worden genomen.
10. Laat de apparatuur controleren door servicepersoneel, als één van de
volgende situaties optreedt:
Het elektriciteitssnoer of de stekker is beschadigd.
Er is vloeistof in de apparatuur gedrongen.
De apparatuur is blootgesteld aan vocht.
De apparatuur heeft niet goed gefunctioneerd of u kunt haar niet laten
functioneren conform de handleiding.
De apparatuur is gevallen en beschadigd.
De apparatuur vertoont duidelijke tekenen van breuk.
11. Giet nooit een vloeistof in de opening die de apparatuur kan beschadigen
of een elektrische schok kan veroorzaken.
12. Laat de apparatuur niet in een omgeving zonder airconditioning met een
opslagtemperatuur van 60
O
C (140
O
F) of meer, die de apparatuur kan
beschadigen.