Operation Manual
GPS-verbinding
Navigatieapparaat PNA-E3540T 33
GPS
3 GPS
3.1 GPS-verbinding
Dit navigatieapparaat gebruikt het Global Positioning System (GPS). Het
ontvangt signalen die worden verzonden door GPS-satellieten en verwerkt
deze om zo de positie op een gedigitaliseerde kaart te berekenen.
Het navigatieapparaat toont gedetailleerde informatie over de
ontvangstkwaliteit en de huidige positie (zie pagina 103).
Voor GPS-positiebepaling is vrij zicht op de lucht vereist. De
navigatie werkt niet in een gebouw of in een tunnel. Ook in een
dicht bos kan de sterkte van het GPS-signaal afnemen.
3.1.1 SiRFInstantFixII
TM
Deze nieuwe technologie maakt het mogelijk een navigatieapparaat zonder
vertragingen te gebruiken.
Om de GPS-positie correct te kunnen bepalen, moeten de signalen van ten
minste vier GPS-satellieten worden ontvangen. Deze satellieten bevinden zich
echter in een MEO-baan en hun positie verandert voortdurend. Om de
satellieten te kunnen lokaliseren heeft het navigatieapparaat satellietinformatie
nodig. Normale apparaten downloaden deze informatie van de eerste
satellieten die worden gevonden nadat ze worden ingeschakeld. Daarom kan
het enkele minuten duren voordat het apparaat beschikbaar is voor navigatie.
Doordat uw navigatieapparaat de nieuwste SiRFInstantFixII
TM
-technologie
gebruikt, kan dit de huidige positie bepalen op basis van de laatst bekende
GPS-informatie. Daarom hoeft de satellietinformatie slechts eenmaal te
worden geladen tijdens de eerste configuratie.
SiRFInstantFixII
TM
maakt gebruik van de laatst opgeslagen positie.
Zorg er daarom voor dat de accu in de tussentijd niet volledig
wordt ontladen omdat de satellietinformatie anders opnieuw moet
worden gedownload.