Operation Manual
Geheugenkaart
20 Nederlands
Inleiding
2.6 Geheugenkaart
Het navigatieapparaat kan SD- en MMC-geheugenkaarten lezen.
Nadat u een geheugenkaart plaatst, wordt deze automatisch door het
apparaat gedetecteerd en hebt u toegang tot muziek-, video- en fotobestanden
die op de kaart zijn opgeslagen.
Zorg dat de contactpunten van de geheugenkaart niet vuil zijn en
oefen geen druk uit op de kaart.
2.6.1 De geheugenkaart plaatsen
Plaats een compatibele geheugenkaart met de contactpunten naar voren
gericht in de geheugenkaartsleuf [pagina 14, item 1] van het
navigatieapparaat. De contactpunten van de kaart moeten naar de achterzijde
zijn gericht. Steek de kaart in de sleuf totdat deze op zijn plaats klikt.
Het bericht Geheugenkaart geplaatst! wordt gedurende enkele seconden op
het scherm weergegeven. Tijdens de navigatie wordt echter geen bericht
weergegeven.
2.6.2 De geheugenkaart verwijderen
Druk zachtjes op de geplaatste geheugenkaart om deze te ontgrendelen. De
kaart komt een stukje naar voren, zodat u deze kunt vastpakken en
verwijderen.
Het bericht Geheugenkaart verwijderd! wordt gedurende enkele seconden
op het scherm weergegeven. Tijdens de navigatie wordt echter geen bericht
weergegeven.
Sluit alle toepassingen (voor weergave van audio, video en foto's)
voordat u de geheugenkaart verwijdert. Doet u dat niet, dan
kunnen gegevens verloren gaan.