Operation Manual
Grafische adapter
15
2. Geavanceerde configuratie en
gebruik
2.1 Grafische adapter
Uw monitor en grafische adapter configureren
Met niet meer dan enkele instellingen kunt u de schermweergave optimaliseren.
Opmerking over illustraties
De afbeeldingen die hier voor de configuratie worden getoond, zijn enkel
voorbeelden. Alle functies, menu's en weergaven kunnen verschillen van
hardware tot hardware en van stuurprogramma tot stuurprogramma. De
basisprocedure blijft echter dezelfde.
1.
1.1.
1.
Open eerst het configuratievenster van het beeldscherm. Klik op Start/Confi-
guratiescherm om het Configuratiescherm te openen. Klik uit de groep Vormgeving
aan persoonlyke voorkeer aanpassen op de koppeling Beeldschermresolute.
2.
2.2.
2.
Het venster Beeldscherm-
instellingen verschijnt. Onderaan
vindt u de instelling Resolutie. Met
de muis kunt u de schuifknop naar
links of rechts verplaatsen om de
resolutie te verkleinen of te ver-
groten. Hoe ver u de schuifknop
verschuift hangt af van uw werk-
gewoonten en de mogelijkheden
van uw scherm en/of grafische
adapter.
3.
3.3.
3.
Met de optie Hoeveelheid
kleuren kunt u vervolgens de
kwaliteit en het aantal weergegeven
kleuren instellen. Moderne com-
puters bieden hier slechts een paar
instellingen. De instelling Gemiddeld (16 bits) geeft uw scherm bijna fotokwaliteit.
Die instelling is optimaal voor uw dagelijks werk en voor de meeste toepassingen.
Als u de optie Meeste (32 bits) gebruikt, mist u geen enkel kleurendetail.