Operation Manual

Modem, Internet en netwerk
31
Schakel de optie De sleutel wordt mij
automatisch aangeleverd uit. Voer
vervolgens de sleutel in het veld Net-
werksleutel in. U hebt de configuratie
succesvol voltooid. Klik op OK om uw
instellingen te bevestigen en om de
encryptie voor de draadloze verbinding
in te schakelen.
Herhaal de bovenstaande procedure voor alle computers in uw draadloos netwerk.
U moet per se op al uw computers precies dezelfde sleutel gebruiken. Zelfs een
klein verschil leidt tot verschillende coderingen, waardoor de computers elkaar niet
meer zullen begrijpen. Als u een foutbericht over de sleutellengte krijgt, dan onder-
steunt een van uw computers de lengte van uw sleutel niet. In dat geval moet u een
kortere sleutel kiezen, bijv. 104 bits (13 tekens) in plaats van 128 bits (26 tekens).
WLAN-verbindingen: alleen inschakelen als ze nodig zijn
U mag de WLAN-verbinding alleen inschakelen als u ze moet gebruiken. Als u al
een kabelnetwerk hebt, zult u de WLAN-verbinding slechts zelden gebruiken. In dat
geval raden we u aan om de WLAN-verbinding uit te schakelen. Als u slechts één
computer hebt, moet u ze zeker uitschakelen.
Als u echter op een bepaald moment een draadloze verbinding nodig hebt, kunt u
ze met enkele klikken weer inschakelen.
1.
Klik op Start/Configuratiescherm. Open het venster Configuratiescherm en
selecteer het pictogram Netwerkverbindingen.
2.
Een nieuw venster toont de huidige netwerkverbinding. Kies uw WLAN-ver-
binding en klik er met de rechtermuisknop op. Er verschijnt een contextmenu.
Selecteer de opdracht Uitschakelen.