Operation Manual

14
Geavanceerde configuratie en gebruik
1.
Verbind eerst de videokabel met de TV Out-poort van
uw grafische adapter. Gebruik een van de vermelde typen
kabels (Euro-Cinch of SVHS). Het type kabel is afhankelijk
van de signaalinvoeraansluitingen op uw tv-toestel. Af-
hankelijk van het soort aansluiting dat u gebruikt, kunt u
de (optionele) adapter nodig hebben om ze te doen pas-
sen. Verbind daarna de kabel met het tv-toestel of de
projector.
2.
De TV Out-poort van uw grafische adapter geeft altijd een signaal geschikt voor
elk tv-toestel. U kunt dat signaal echter optimaliseren voor een betere kwaliteit.
Vooral als u een professionele projectorresolutie, vernieuwingsfrequentie en inter-
laced/non-interlaced hebt, zijn betere signalen mogelijk.
Om die instelling te verkrijgen, gaat u naar Start/Configuratiescherm. Het Confi-
guratiescherm opent. U vindt er het pictogram Beeldscherm. Dubbelklik erop om
het te openen. Het venster Eigenschappen voor Beeldscherm opent. Klik op
het tabblad Instellingen. Open de configuratie door te klikken op de knop Ge-
avanceerd.
3.
Er verschijnt een nieuw venster. Open het tabblad Display, Monitor of Scherm.
De naam varieert afhankelijk van de grafische adapter en het stuurprogramma.
Hier kunt u kiezen tussen de verschillende uitvoerapparaten, zoals een computer-
monitor, projector, tv of vlak scherm.
Opmerking
Eenmaal u de verbinding tussen uw computer en de tv hebt gelegd, moet u de
tv inschakelen en instellen om het videosignaal te ontvangen. Dat betekent dat
u Video, AV of een gelijkaardig invoersignaal op uw tv kiest. Soms moet uw
computer worden herstart zodat de grafische kaart de nieuwe verbinding vindt
en het goede signaal automatisch levert. Als de beschreven pictogrammen voor
uw tv niet beschikbaar zijn of grijs zijn, controleer dan de kabelverbinding of
herstart uw pc.
Het verschil tussen een projector en een tv is, dat de projector SVHS of RGB stan-
daard gebruikt, terwijl de tv Normale VHS (Composietsignaal) gebruikt.