Operation Manual
12
Geavanceerde configuratie en gebruik
2. Geavanceerde configuratie en
gebruik
2.1 Grafische adapter
Uw monitor en grafische adapter configureren
Met niet meer dan enkele instellingen kunt u de schermweergave optimaliseren.
Opmerking over illustraties
De afbeeldingen die hier voor de configuratie worden getoond, zijn enkel voor-
beelden. Alle functies, menu's en weergaven kunnen verschillen van hardware
tot hardware en van stuurprogramma tot stuurprogramma. De basisprocedure
blijft echter dezelfde.
1.
Open eerst het configuratievenster van het beeldscherm. Klik op Start/Configu-
ratiescherm om het configuratiescherm te openen, en open de configuratie door te
klikken op het pictogram Beeldscherm.
2.
Selecteer in het venster Eigen-
schappen voor Beeldscherm het
tabblad Instellingen. Onderaan vindt
u de instelling Beeldschermresolu-
tie. Met de muis kunt u de schuifknop
naar links of rechts verplaatsen om de
resolutie te verkleinen of te vergroten.
3.
Met de optie Kleurkwaliteit
ernaast kunt u de kleurdiepte instel-
len. De instelling Gemiddeld (16 bits)
geeft uw scherm bijna fotokwaliteit.
Die instelling is optimaal voor uw
dagelijks werk en voor de meeste
toepassingen voor beeldbewerking.
De optie Hoogst (32 bits) wordt ook
Hoge kleuren genoemd. Ze toont
meer kleuren, maar de prestaties van
het systeem kunnen verminderen.