Operation Manual

30
Inleiding tot het
invoertoetsenpaneel op het
scherm
1. Geeft het gebied aan waarin namen kunnen
worden ingevoerd.
2. Geeft de beschikbare tekens of symbolen aan.
3. Geeft de beschikbare invoeropties aan. Druk
hierop om te wisselen tussen hoofdletters [A],
kleine letters [a], symbolen [Symbool] en
geaccentueerde letters [Internationaal].
U kunt de overeenkomstige sneltoetsen op de
afstandsbediening gebruiken om snel letters te selecteren.
Wanneer u op een van de nummertoetsen drukt, zullen
beschikbare tekens op het scherm worden gemarkeerd.
Druk herhaaldelijk op de knop totdat de gewenste letter is
gemarkeerd en druk op ENTER om uw selectie te
bevestigen.
4. Geeft de knop aan voor de achterwaartse
richting. Druk hierop om de cursor naar
achteren te verplaatsen op de invoerbalk.
5. Geeft de knop aan voor de voorwaartse
richting. Druk hierop om de cursor naar voren
te verplaatsen op de invoerbalk.
6. Geeft de functie aan voor het één-voor-één in
achterwaartse richting verwijderen van tekens.
7. Geeft de functie aan voor het verwijderen van
alle tekens die op de invoerbalk worden
weergegeven.
8. Geeft de functie aan voor het annuleren van
wijzigingen en het teruggaan naar de vorige
pagina.
9. Geeft de functie aan voor het invoegen van
een spatie.
10. Geeft de functie aan voor het afsluiten van de
toepassing.
Het invoertoetsenpaneel op
het scherm gebruiken
Een naam aan een nieuwe
titel of bestand geven
1
Wanneer het toetsenpaneelscherm wordt
weergegeven, drukt u op  om de
invoeroptie te selecteren. Druk vervolgens op
ENTER. Druk op ENTER om de gewenste
invoeroptie te selecteren.
2
Druk op  om de gewenste letters te
selecteren en druk op ENTER.
U kunt maximum 30 tekens invoeren voor een titelnaam.
Eas
y
Access_
O
nScreenInput_02_01
Als u wijzigingen wilt doorvoeren tijdens het
proces, drukt u op  om ‘Achterwaarts’
te selecteren, waarmee u de tekens één voor één
in achterwaartse richting kunt verwijderen. Druk
vervolgens op ENTER.
Als u alle ingevoerde tekens wilt verwijderen,
drukt u op  om ‘Wissen’ te selecteren en
drukt u op ENTER.
3
E
asyAccess_
O
n
S
creenInput_02_02
4
Wanneer u klaar bent, drukt u op  om
‘Voltooien’ te selecteren en drukt u op ENTER.
Opmerking
De invoerbalk mag NIET worden leeggelaten.
Als dit wel gebeurt, kunt u het
toetsenpaneelscherm niet afsluiten. Volg de
instructies in het dialoogvenster dat verschijnt
en ga terug om het proces te voltooien.