Instructions
Table Of Contents
- Deel A: Algemene informatie
- 1. Starten
- 2. Veiligheidsvoorschriften
- 3. Goed en degelijk solderen
- 4. Werking
- 5. Technische gegevens
- 6. Het bouwen van de bouwset
- 7. Aansluiten van de LC-NG modulen
- 7.1. Aansluiting op de stroomvoorziening
- 7.2. Aansluiten van een schakelaar of drukknop
- 7.3. Aansluiten gloeilampen
- 7.4. Aansluiten van LED's
- 7.5. Aansluiting van een luidspreker (LC-NG-05,-06,-08)
- 7.6. Aansluiting van een servo (LC-NG-07,-08,-10)
- 7.7. Aansluiting van circuits op lager niveau
- 7.8. Verbindingstest
- 7.9. Configuratie
- 8. Checklist voor het oplossen van problemen
- 9. Garantieverklaring
- 10. EU-Conformiteitsverklaring
- 11. Verklaringen bij AEEA-richtlijn
- Deel B: LC-NG-versies
- 1. LC-NG-01 "Stadsverlichting"
- 2. LC-NG-02 "Residentiële gebouwen"
- 3. LC-NG-03 "Kantoor- en bedrijfsgebouwen"
- 4. LC-NG-04 "Straatlantaarns"
- 5. LC-NG-05 "Wegverkeer"
- 6. LC-NG-06 "Reddingsdienstvoertuigen"
- 7. LC-NG-07 "(Wegen-) Bouwplaats"
- 8. LC-NG-08 "Brandweerkazerne"
- 9. LC-NG-09 "Station"
- 10. LC-NG-10 "Workshop"
- 11. LC-NG-11 "Flakkerend vuur & kaarslicht"
- 12. LC-NG-12 "Evenement"
- 13. LC-NG-13 "Looplichten"
- 14. LC-NG-14 "Kermisverlichting"
tams elektronik
LC-Modules Next Generation Nederlands
8.3. Procedure
Alarm
Na het afgaan van het alarm (hetzij automatisch na een willekeurig lange
pauze, hetzij door een korte massapuls op de schakelingang) wordt eerst
de verlichting in de hal (uitgang 9) en het waarschuwingslicht (uitgang
8) ingeschakeld. Het waarschuwingslampje knippert met regelmatige
tussenpozen gedurende het hele alarm.
Tegelijkertijd wordt de sirene (uitgang 4) ingeschakeld. Het
karakteristieke jammerende geluid zwelt aan en zakt in totaal drie keer.
Na de eerste afzwakking van de huiltoon, gaan de lichten in de
kleedkamer (uitgang 3) aan.
Wanneer de huiltoon voor de derde keer wegvalt, wordt de impuls
voor het bewegen van de servo naar eindpositie 1 (voor het openen
van de poort(en)) naar uitgang 1 gezonden en gelijktijdig wordt de
poortschakelaar (uitgang 2) ingeschakeld.
Vervolgens worden de blauwe lichten van de
hulpverleningsvoertuigen (uitgangen 10 tot en met 14) ingeschakeld.
Tegelijkertijd verandert de jammerende toon in het "toe-ta, toe-ta "
van de claxons van de hulpvoertuigen.
Na een bepaalde tijd wordt het alarm gestopt, alle blauwe lichten en
de sirene gaan uit. Vervolgens wordt de impuls voor de beweging
van de servo naar eindpositie 2 (voor het sluiten van de poort(en))
gelijktijdig naar uitgang 1 gezonden en wordt de poortschakelaar
(uitgang 2) uitgeschakeld.
Kort daarna gaan ook de lichten in de kleedkamer uit.
Normaal bedrijf
Tijdens normaal bedrijf gaan de lichten in de drie kamers willekeurig
aan en uit. Na een bepaalde tijd gaat het volgende alarm automatisch
af. De maximale pauze tussen twee alarmen kan worden ingesteld op
de trimpotentiometer. Het alarm kan op elk moment worden
geactiveerd door een korte aardpuls op de schakelingang.
Pagina 75