Instructions

Table Of Contents
tams elektronik
!
Nederlands LC-Modules Next Generation
Parallel aansluiten van LEDs
Bij het parallel aansluiten wordt elke LED via een eigen
voorschakelweerstand op de uitgang aangesloten. De totale stroom van de
uitgang wordt berekend door het optellen van de stromen van de LEDs.
Hoe hoog de stroom is, hangt af van de waarde van de
voorschakelweerstand. Hoe hoger de waarde van de voorschakelweerstand,
des te minder is de stroom en des te meer LEDs kunnen er op de uitgang
worden aangesloten. Echter hoe hoger de waarde van de
voorschakelweerstand des te minder fel lichten de LEDs op.
Let op: De maximale stroom van 200 mA per uitgang mag niet
worden overschreden. In dat geval wordt de uitgang beschadigd.
Voorbeelden van parallel aansluiten van LEDs:
Voedingsspanning Voorschakel-
weerstand
Stroom
per LED
max. aantal LEDs
per uitgang
Trafo (~) | 12 V 1,5 kOhm 10 mA 20
Trafo (~) | 12 V 820 Ohm 20 mA 10
Trafo (~) | 15-16 V 2,2 kOhm 10 mA 20
Trafo (~) | 15-16 V 1 kOhm 20 mA 10
Trafo (~) | 18 V 2,7 kOhm 10 mA 20
Trafo (~) | 18 V 1,2 kOhm 20 mA 10
De berekening van de voorschakelweerstand wordt met de volgende formule gedaan:
Voorschakelweerstand (kOhm) = Spanning (V) / Stroom (mA)
Aanwijzing: De uitgangsspanning van een wisselspannings-trafo is ca. 1,4 maal de aangegeven
nominale spanning. Bij gelijkstroomadapters komt de uitgangspanning overeen met de
nominale spanning.
Pagina 26