User manual

tams elektronik
LC-modules Nederlands
Programma 2: In het trappenhuis (uitgang 1) gaat het licht met
onregelmatige tussenpozen voor korte tijd aan. De kantoren (of de
woningen van een flatgebouw) worden op de uitgangen 2 tot 5
aangesloten. De lichten in de kantoren gaan na elkaar aan, echter eerst
pas wanneer eerst het licht in het trappenhuis werd ingeschakeld.
Tegen het einde van het programma doven de lichten na elkaar en het
licht in het trappenhuis gaat telkens kort aan.
LC-12 "Verlichting voor kermisattracties": De 5 uitgangen
schakelen elk meerdere aangesloten lampen. Deze vormen
verschillende patronen. Ze knipperen telkens in een andere
samenstelling, vormen looplichten, knipperen onregelmatig, etc. De
schakelingang JP2 heeft hier geen functie.
LC-13 "Kaarslicht simulator": Na het inschakelen knipperen de
afzonderlijke "kaarsen" natuurgetrouw. Zij lichten in onregelmatige
patronen soms wat helderder op en soms dimt het licht een beetje. De
schakelingang JP2 heeft hier geen functie.
LC-14 "Seinhuisverlichting": De 5 uitgangen schakelen in
willekeurige volgorde de aangesloten lampen, resp. LEDs. Zij lichten
telkens voor een langere tijd op en simuleren de activiteit in het seinhuis.
Wordt de schakelingang JP2 met massa verbonden, dan wordt het
programma onderbroken. Blijft de ingang geopend, dan wordt het
programma constant herhaald.
LC-15 "Reddingsdienstvoertuigen verlichting": De op de vijf
uitgangen aangesloten lampen, resp. LEDs flitsen telkens tweemaal kort
en gaan dan voor een korte tijd uit. De pauzes tussen de dubbele flitsen
zijn voor alle vijf de uitgangen verschillend. Zo ontstaat het typische
lichteffect van moderne reddingsdienstvoertuigen. Wordt de
schakelingang JP2 met massa verbonden, dan wordt het programma
onderbroken. Blijft de ingang geopend, dan wordt het programma
constant herhaald.
Pagina 13