User manual

tams elektronik
WIB-13.2 Nederlands
6.3. Aansluiten van bufferelcos
Om stroomloze stukken te overbruggen,
kunt u aan beide deelstukken
een externe bufferelco en/of
een Goldcap of
twee externe bufferelco´s
aansluiten. Om de 8 LEDs op de gehele
print (of de 7 LEDs van de ingekorte print)
van spanning te voorzien, is doorgaans een
elco of Goldcap voldoende.
Kies de elco’s resp. Goldcaps met de hoogst
mogelijke capaciteit. Daar de behuizingen
van elco’s en Goldcaps groter wordt met de
toename van de capaciteit, wordt de
maximale capaciteit beperkt door de plaats
die voor het onderbrengen van de elco ter
beschikking is.
De minimale spanning van de Goldcaps moet 5,5 V zijn. De minimale
spanning van de elco’s is afhankelijk van de voedingsspanning.
Soldeer de bufferelco’s overeenkomstig het aansluitplan op de
aansluitpunten E(+) en E(-)en de Goldcaps of verder bufferelco’s op de
aansluitpunten G(+) en G(-).
E(+) / E(-)
bufferelco > 16 V (voedingsspanning < 18 V)
bufferelco > 25 V (voedingsspanning > 18 V)
G(+) / G(-)
bufferelco > 16 V (voedingsspanning < 18 V)
bufferelco > 25 V (voedingsspanning > 18 V)
of
goldcap > 5,5 V
6.4. Aansluiten van extra LEDs
Er kunnen max. 2 LEDs in serie aan beide
deelstukken worden aangesloten (b.v. voor
de sluitverlichting). De benodigde
voorschakelweerstanden zijn geïntegreerd
op de print. Soldeer de LEDs volgens het
aansluitplan aan op de aansluitpunten
LED(-) en LED(+).
Aanwijzing: Het is niet mogelijk om in
plaats van LEDs gloeilampjes te gebruiken,
daar de spanning door de geïntegreerde
voorschakelweerstand zo ver wordt
begrensd, dat het lampje niet zal oplichten.
6.5. Vastleggen van de inschakelmode van de LEDs
Voor elk van de beide deelstukken (elk met 4 LEDs) kann worden
vastgelegd op welke manier de LEDs bij het inschakelen oplichten:
langzaam oplichten van de LEDs of
simulatie van knipperende fluorisentiebuizen.
Het instellen wordt gedaan met de beide soldeer jumpers op de print
(zie het plan in hoofdstuk 6.1). Bij aflevering (=soldeer jumper niet
overbrugd) lichten de LEDs langzaam op. Om bij het inschakelen het
knipperen van fluorisentiebuizen te simuleren moet de jumper met een
beetje soldeertin worden overbrugd.
6.6. Instellen van de helderheid van de LEDs
De helderheid van de LEDs wordt gescheiden voor beide deelstukken
(elk 4 LEDs) door de aan beide zijden aanwezige trimpots (zie het plan
in hoofdstuk 6.1) ingesteld. Dat geldt ook bij gebruik van de gehele
print. Gebruik voor het instellen van de trimpot een kleine
schroevendraaier.
Pagina 9