Instructions
Table Of Contents
- 1. Starten
- 2. Veiligheidsvoorschriften
- 3. Goed en degelijk solderen
- 4. Werking
- 5. Technische gegevens
- 6. Aansluitingen
- 6.1. Aansluitingen FD-R Basic.3
- 6.2. Aansluiten van verbruikers op de functie-uitgangen
- 6.3. Aansluiting van LED's op de functie-uitgangen
- 6.4. Aansluiten van inductieve verbruikers
- 6.5. Aansluiting van de schakelingang
- 6.6. Aansluiting van een buffercondensator/buffercircuit
- 6.7. Bevestigen van de decoder
- 7. Programmeren
- 8. Configuratievariabelen en registers
- 9. Checklist voor storingen
- 10. Garantieverklaring
- 11. EU-Conformiteitsverklaring
- 12. Verklaringen bij AEEA-richtlijn
- 13. De sterren**
tams elektronik
FD-R Basic.3 Nederlands
Voor het berekenen van de juiste voorschakelweerstand bij het serieel
aansluiten van LEDs telt u eerst de doorlaatspanning van alle te
gebruiken LEDs bij elkaar op. De doorlaatspanning is afhankelijk van de
kleur en zou in de technische gegevens van de LED aangeven moeten
zijn. Zijn er geen fabrieksgegevens voorhanden, dan kunt u voor witte en
blauwe LEDs 4 V, voor gele, oranje, rode en groene LEDs 2 V aannemen.
De resterende spanning moet door de voorschakelweerstand worden
"onderdrukt". De formule voor de berekening is:
nodig R
V
V
[Ohm] = ( U
B
[V] – ∑ U
F
F
[V] ) / (I
F
F
[mA] x 0,001 )
U
B
= voedingsspanning (piek) | ∑ U
F
= som van de doorlaatspanningen van alle LEDs
I
F =
stroom bij max. lichtsterkte.
Parallel aansluiten van LEDs
Als alternatief kunnen meerdere LEDs parallel worden aangesloten,
maar dan moet voor elke LED een voorschakelweerstand worden
gebruikt. De stroom bedraagt al naar gelang de waarde van de
voorschakelweerstand max. 20 mA per LED. Het maximaal aantal LEDs,
dat parallel op een uitgang aangesloten kan worden, wordt als volgt
berekend:
Stroom, die max. op de uitgang aanwezig is
- som van de stromen door alle LEDs
> 0
Hierbij is het grote voordeel, dat de LEDs bij het bereiken van de
doorlaatspanning al oplichten (2 tot 4 V, al naar gelang de kleur),
waardoor ze bijzonder geschikt zijn voor gebruik in analoog bedrijf.
Nadeel is de grote stroomopname. De voorschakelweerstand wordt als
volgt berekend:
nodig R
V
[Ohm] = ( U
B
[V] – U
F
[V] ) / (I
F
[mA] x 0,001 )
U
B
= voedingsspanning (piek) | U
F
= doorlaatspanning van de LED
I
F
= stroom bij max. lichtsterkte
Om stroom te besparen, kunt u de stroom van de LEDs zonder
helderheidverlies, in de regel tot 10 mA begrenzen.
Pagina 21










