User manual
Locdecoders serie 30 plus Nederlands
Instellingen voor de knipperlichten (vervolg)
Naam van CV /
registers
Nr. Invoer waarde
(Defaultw.)
Verklaring en aanwijzingen
Inschakeltijd van de knipperlichten
F0f 132 0 … 255 (4) De inschakeltijd kan max. de in
CV#106 ff ingestelde waarde
hebben.
Hoe hoger de waarde, des te
langer de inschakeltijd.
F0r 133
AUX1 134
... ...
AUX6 139
Voorbeeld: voor AUX1 is in
CV#106 een waarde van 100
voor de knipper frequentie
ingesteld en een waarde van
60 voor de inschakeltijd.
Een waarde van 50 in CV#132 geeft, dat in- en uitschakeltijd even lang zijn, bij een waarde
van 100 zou het licht duurzaam ingeschakeld zijn.
Dubbel knipperen: lengte van de pauzes tussen beide knipperlichten
F0f
140
0 … 255 (2)
Frequentie en inschakeltijd
worden in CV#104 ff en
CV#132ff gedefinieert. De
lengte van de pauzes tussen de
beide impulsen is des te langer,
als de invoerwaarde hoger is.
Voor de invoerwaarden van
CV#104ff, 132ff en 140ff geldt:
(CV#132) x 2 + (CV#140)
< (CV#104)
F0r
141
AUX1
142
AUX2
143
... ...
AUX6
147
Voorbeeld: voor AUX1 is in
CV#106 een waarde van 100
voor de knipper frequentie
ingesteld en in CV#134 ein
waarde van 15 voor de
inschakeltijd. De waarde voor
de pauzelengte in CV#142
bedraagt 10.
Was 2 x de waarde van de inschakeltijd + de waarde van de pauzelengte groter dan de frequentie,
dan zou de afloop bij het bereiken van het einde van een periode worden afgebroken.
Pagina 69