User manual

Nederlands Locdecoders serie 30 plus
6.14. Aansluiten van een luidspreker
Gebruik een luidspreker met een impedantie van minstens 4 Ohm.
Wanneer u een luidspreker met een geringe impedantie aansluit, wordt de
luidsprekeruitgang van de decoder beschadigd. Over het algemeen gaat de
weergavekwaliteit omhoog met de grootte van de luidspreker. Daarom
moet u de grootst mogelijke luidspreker nemen.
Daarbij is een correcte inbouw van de luidspreker belangrijk voor de
weergavekwaliteit van de geluiden. Een luidsprekermembraan moet
direct naar buiten toe kunnen uitstralen, de andere zijde in het
luchtdicht afgesloten binnenste van het voertuig. Hoe groter het volume
in het binnenin, des te beter de weergavekwaliteit. Voor de inbouw
geschikt zijn bv. de bodem van het voertuig of de achterwand van het
machinistenhuis.
Storingen in de geluidsweergave oplossen
In principe kan de geluidweergave verstoort worden door een hoge
fluittoon. In dit geval moet er een smoorspoel (> 470 µH / 90 mA) in
een van de beide luidsprekerdraden worden opgenomen (niet bij LD-G-
36 plus).
Storende geluiden kunnen bovendien optreden bij slechte
stroomafname (bv. door vuile plekken op de rails of bij wissels) en bij
ingeschakelde terugmelding via RailCom. Deze storingen kunnen
worden opgelost door het inbouwen van een elco.
6.15. Aansluiten van een steunelco
In stukken met slecht contact naar de rails kan de voeding van de
decoder kort worden onderbroken. Dit kan bv. leiden tot het knipperen
van verlichting of storende geluiden op de luidspreker. In dit soort
situaties kan het inbouwen van de condensator hulp bieden.
De elco moet een capaciteit hebben van minstens 100 µF (Ld-G-31
plus) of 220 µF en een doorlaatspanning van minstens 25 V. Bij gebruik
Pagina 50