Instructions
Table Of Contents
- 1. Starten
- 2. Inbedrijfstelling
- 3. Youw mc²
- 4. Aansluitingen
- 5. Configuratie van het systeem (Submenu "Systeem")
- 6. Werking met de mc²
- 7. Updates
- 8. Checklist voor het oplossen van problemen
- 8.1. Warmteopwekking
- 8.2. Automatische veiligheidsuitschakeling
- 8.3. Problemen met de stroomvoorziening
- 8.4. Problemen met externe invoerapparaten
- 8.5. Problemen bij het programmeren en besturen van voertuigen
- 8.6. Problemen bij het schakelen van wissels en andere toebehoren
- 8.7. Problemen met s88 modules
- 8.8. Problemen met de software-update
- 8.9. Technische hotline
- 8.10. Reparaties
- 9. Technische gegevens
- 10. Garantie, EU Conformiteit & AEEA
tams elektronik
6.2.2. Programmeren
Programmeren en uitlezen van voertuig- en accessoiredecoders
Testen van voertuig en accessoire decoders
In dit menu-item heeft u toegang tot alle gangbare programmeermodi voor voertuig- en
accessoiredecoders:
Programmeren op het hoofdspoor of programmeerspoor.
Gegevensformaten: DCC, m3 en Motorola
Met de virtuele HandControl.prog aan de zijkant kunt u direct de instellingen van decoders
op / aan het programmeerspoor controleren.
Merk op dat programmering op het hoofdspoor (POM) en programmering op het
programmeerspoor (PROG) en het lezen van de configuratievariabelen (CV's) niet voor alle
decodertypes en dataformaten mogelijk is.
Voertuig-
decoders
Accessoire
decoders
Basic*
Accessoire
decoders
Extended*
DCC
uitlezen POM + PROG POM + PROG POM + PROG
programmeren POM + PROG POM + PROG POM + PROG
MM
uitlezen PROG:
Adres bepalen
Adres toewijzen* ---
programmeren PROG --- ---
m3
uitlezen PROG:
UID bepalen
--- ---
programmeren PROG:
Adres toewijzen
--- ---
* Achtergrondinformatie over het programmeren van accessoire decoders
Volgens de RailCommunity norm RCN-214 zijn er twee soorten programmering voor DCC
accessory decoders:
Basic is de meest voorkomende vorm van programmeren. Tenzij anders vermeld in de
handleiding van de decoder, moet u ervan uitgaan dat "Basic" het programmatype is dat
voor die decoder wordt gebruikt.
Extended wordt hoofdzakelijk gebruikt voor het programmeren van seindecoders.
Raadpleeg de handleiding om te zien of de decoder dit type programmering ondersteunt.
Bij veel Motorola accessory decoders is het mogelijk het adres toe te wijzen door het invoeren
van een wisseladres uit een blok van 4. Daartoe moeten zij in de programmeerstand worden
gezet, b.v. door een jumper aan te brengen of een knop in te drukken. Met de mc² kunt u
direct een adres toekennen aan deze Motorola accessory decoders wanneer u ze aansluit op
het programmeerspoor.
Werking met de mc² | 6.5