Instructions
Table Of Contents
- 1. Starten
- 2. Inbedrijfstelling
- 3. Youw mc²
- 4. Aansluitingen
- 5. Configuratie van het systeem (Submenu "Systeem")
- 6. Werking met de mc²
- 7. Updates
- 8. Checklist voor het oplossen van problemen
- 8.1. Warmteopwekking
- 8.2. Automatische veiligheidsuitschakeling
- 8.3. Problemen met de stroomvoorziening
- 8.4. Problemen met externe invoerapparaten
- 8.5. Problemen bij het programmeren en besturen van voertuigen
- 8.6. Problemen bij het schakelen van wissels en andere toebehoren
- 8.7. Problemen met s88 modules
- 8.8. Problemen met de software-update
- 8.9. Technische hotline
- 8.10. Reparaties
- 9. Technische gegevens
- 10. Garantie, EU Conformiteit & AEEA
tams elektronik
!
4.2.2. Apparaten voor het LocoNet
Info
Op de LNet-aansluiting kunnen digitale toestellen worden aangesloten waarvan de
gegevensoverdracht verloopt via het door Digitrax ontwikkelde LocoNet.
Aansluiting: RJ12
Voor de aansluiting van
FRED handcontroller van Uhlenbrock
DAISY 2 handcontroller van Uhlenbrock
SmartControl light van Piko
LocoNet boosters
LocoNet toebehoor decoders
LocoNet terugmeldmodules
Opmerking: Het aansturen van boosters en toebehoor
decoders voor LocoNet en het doorsturen van
terugmeldingen van LocoNet worden op dit moment nog niet
ondersteund. (Status: 04/2021).
Mogelijke toepassingen van de LocoNet invoerapparaten
U kunt de invoerapparaten, die u via de LocoNet-interface in het digitale systeem integreert,
gebruiken
om voertuigdecoders voor Motorola, DCC en mfx (de laatste in m3-formaat) aan te sturen
of
om accessoiredecoders voor Motorola en DCC te schakelen.
Het is echter niet mogelijk om decoders te programmeren of het digitale systeem in te stellen
met LocoNet invoerapparaten.
Stroomvoorziening van de apparaten op de LocoNet interface
LocoNet handbedieningsapparaten worden meestal gevoed via de buslijn. Andere LocoNet
digitale apparaten zoals commandoposten, boosters of toebehoor decoders hebben hun eigen
stroomvoorziening.
Opmerking:
De totale stroom van alle externe digitale apparaten die op de verschillende interfaces van
de mc² zijn aangesloten en niet over een eigen voeding beschikken, mag niet meer dan
1,2 A bedragen. Anders zal de mc² automatisch de stroomvoorziening voor de externe
apparaten uitschakelen.
4.4 | Aansluitingen