Instructions
Table Of Contents
- 1. Starten
- 2. Inbedrijfstelling
- 3. Youw mc²
- 4. Aansluitingen
- 5. Configuratie van het systeem (Submenu "Systeem")
- 6. Werking met de mc²
- 7. Updates
- 8. Checklist voor het oplossen van problemen
- 8.1. Warmteopwekking
- 8.2. Automatische veiligheidsuitschakeling
- 8.3. Problemen met de stroomvoorziening
- 8.4. Problemen met externe invoerapparaten
- 8.5. Problemen bij het programmeren en besturen van voertuigen
- 8.6. Problemen bij het schakelen van wissels en andere toebehoren
- 8.7. Problemen met s88 modules
- 8.8. Problemen met de software-update
- 8.9. Technische hotline
- 8.10. Reparaties
- 9. Technische gegevens
- 10. Garantie, EU Conformiteit & AEEA
tams elektronik
!
4.2. Aansluiting van externe digitale apparaten
4.2.1. Apparaten voor de CAN-bus
Info
De CAN-bus is eigenlijk een databus die is ontwikkeld voor de (auto-)industrie, en wordt door
diverse modelspoorwegfabrikanten gebruikt voor communicatie tussen digitale apparaten.
Opmerking: De fabrikanten gebruiken verschillende gegevensprotocollen, daarom kunnen de
toestellen van verschillende fabrikanten niet met elkaar communiceren. Het protocol van de
CAN-interface van de mc² is dat van de Märklin CAN-bus.
Aansluiting: 10-pin
Voor de aansluiting van
Mobile Station 2 en 3 (niet MS 1)
Central Station 2 en 3 ( geconfigureerd als
"Slave")
Terugmeldmodules voor de Märklin CAN-
bus
Opmerking: De terugmeldmodules verzenden hun gegevens
via de CAN-bus, het gegevensprotocol komt overeen met de
s88-bus.
Mogelijke toepassingen van de CAN-invoerapparaten
U kunt de invoerapparaten, die u via de interface voor de CAN-bus in het digitale systeem
integreert, gebruiken
om voertuigdecoders voor Motorola, DCC en mfx (deze laatste in m3-formaat) aan te sturen
of
om accessoiredecoders voor Motorola en DCC te schakelen.
Het is echter niet mogelijk om decoders te programmeren of digitale besturing te configureren
met behulp van CAN-invoerapparaten.
Stroomvoorziening van de apparaten op de CAN-interface
Apparaten zoals de handcontrollers Mobile Station 2 en 3 worden via de buslijn van stroom
voorzien. Central Station 2 en 3 en terugmeldmodules voor de CAN-bus hebben hun eigen
stroomvoorziening.
Opmerking:
De totale stroom van alle externe digitale apparaten die op de verschillende interfaces van
de mc² zijn aangesloten en niet over een eigen voeding beschikken, mag niet meer dan
1,2 A bedragen. Anders zal de mc² automatisch de stroomvoorziening voor de externe
apparaten uitschakelen.
Aansluitingen | 4.3