User manual
Table Of Contents

tams elektronik
Nederlands FCS-modules
Diode’s
Diode’s laten de stroom in slechts één richting door
(doorlaatrichting). Tegelijkertijd wordt de spanning met 0,3
t/m 0,8 V verlaagd. In de andere richting (sperrichting)
laat de diode geen stroom door, behalve als de
sperspanning wordt overschreden. Een overschrijding van
de sperspanning leidt nagenoeg altijd tot vernietiging van
de diode. De kenmerken van de diode zijn op de behuizing
afgedrukt.
Diode’s moeten altijd in een bepaalde richting worden ingebouwd. De
doorlaatrichting wordt met een ring aangegeven.
Lichtdiode’s (LEDs)
Wanneer lichtdiode’s in doorlaatrichting worden gebruikt
lichten ze op. Ze zijn er in vele uitvoeringen (met
betrekking tot de kleur, grootte, vorm, lichtsterkte, max.
stroom, en lichtspanning) verkrijgbaar.
De kathode (-) moet aan de negatieve spanning aangesloten worden.
Bei van draden voorziene LEDs is de lange draad de anode (+). Bij de
SMD versie is de kathode (-) weergegeven (afgekante hoek, kleur,
e.a.).
Lichtdiode’s moeten altijd via een voorschakelweerstand worden
gebruikt, daar ze bij een hoge stroom vrij snel stuk gaan. Bij
schakelingen waaraan lichtdiodes worden aangesloten zijn de
voorschakelweerstanden meestal geïntegreerd op de print.
Pagina 18