Operation Manual

13
10. Batterij aan/uitschakelaar
Zet hem op de positie Afsluiten/Openen om de stroom aan/uit te zetten.
11. SD/MMC gleuf
Aanvaardt een optionele SD (Secure Digital) of MMC (Multi Media Card)
kaart voor verwijderbare opslag.
12. Interface hoofdtelefoon
Sluit een stereo hoofdtelefoon aan.
GPS (Global Positioning System)
GPS is een satellietondersteund systeem voor het bepalen van uw positie. Met
behulp van 24 satellieten rond de aarde kan uw positie op aarde bepaald
worden met een nauwkeurigheid van enkele meters. De satellietsignalen
worden ontvangen door de antenne van de ingebouwde GPS ontvanger, die
“in het zicht” van minstens 4 satellieten moet zijn.
Opmerking:
Bij minder zicht (bijv. in tunnels, tussen huizen, in bossen of in voertuigen
met ruiten met een metalen coating) is het niet mogelijk om de positie te
bepalen. De satellietontvangst wordt echter automatisch weer opgepikt
zodra het obstakel voorbij is en het zicht weer hersteld is.
Onthoud dat uw apparaat voorgeprogrammeerd is om niet automatisch uit
te gaan na een paar minuten zonder activiteit. U kunt dit in de instelmodus
veranderen.
Als de GPS ontvanger niet actief is geweest gedurende een paar uur moet
het zichzelf weer oriënteren. Deze procedure kan even duren.
Snelle installatie van de geheugenkaart
Deze optie is alleen voor u beschikbaar als uw navigatiesysteem uitgerust is
met een geprepareerde geheugenkaart. In dat geval zult u de navigatiefunctie
van uw apparaat na korte tijd kunnen gebruiken zonder vooraf een installatie
op een PC uit te hoeven voeren.
De eerste installatie moet in ieder geval uitgevoerd worden zoals.
De volgende installatie beperkt de navigatie tot het gebied dat
voorgeprogrammeerd is op uw geheugenkaart.
U moet deze stappen uitvoeren om de navigatie in uw auto te activeren:
1. Lees en houdt u aan de veiligheidsinstructies.
2. Installeer de resterende componenten van het navigatiesysteem.
3. Druk op de Slaap/Wektoets om het navigatiesysteem te starten. Als de
instructies van Stap 1 nog niet zijn uitgevoerd, doe deze dan nu. De
batterij moet opgeladen zijn. De accumulator wordt indien nodig door de
stroomvoorziening van de auto opgeladen.
Doe de vooraf geïnstalleerde geheugenkaart in het navigatiesysteem. De
installatie van de navigatiesoftware start automatisch. Volg de instructies
op het scherm.