GEBRUIKERSHANDLEIDING Global Positioning System takeMS Navigation System traffix 43/35 1
Veiligheidsaanwijzingen...............................................................................................3 Installatie ....................................................................................................................5 Aanzichten.................................................................................................................11 Vooraanzicht .....................................................................................................11 Achteraanzicht .
VEILIGHEIDSINFORMATIE Veiligheidsinstructies Lees dit hoofdstuk a.u.b. zorgvuldig door en volg de gegeven instructies op. Dit zal een veilige bediening garanderen en zal de levensduur van uw apparaat verlengen. Bewaar de verpakking en de gebruikershandleiding om later te kunnen raadplegen. Indien u het apparaat aan iemand anders geeft, moet u deze instructies ook doorgeven. ● Open nooit de kast van het apparaat of van de adapter. Deze bevatten geen onderdelen die voor de gebruiker van nut zijn.
Indien u deze instructies niet opvolgt, kan uw apparaat beschadigd raken. Omgevingstemperatuur ● Het apparaat werkt het beste in een omgevingstemperatuur van 5 °C tot 40 °C) en een relatieve vochtigheid van 10% tot 90%. ● Als de stroom is uitgeschakeld kan het apparaat opgeslagen worden bij een temperatuur van 0 °C tot 60 °C). ● Bewaar het apparaat op een veilige plaats en voorkom hoge temperaturen (bijv. als u parkeert of in direct zonlicht).
Transport Als u uw apparaat wilt vervoeren, volg dan de onderstaande instructies op: ● Wacht na het transport van het apparaat totdat de unit geacclimatiseerd is voordat u hem gebruikt. ● In geval van hoge schommelingen in de temperatuur of luchtvochtigheid kan er zich vocht of nattigheid in het apparaat vormen en dit kan een kortsluiting veroorzaken. ● Gebruik de beschermende tas om het apparaat te beschermen tegen vuil, stoten en krassen.
Verwijder eerst de folie van het display die het apparaat beschermd heeft tijdens het transport. Hoe toegang te krijgen tot het navigatiesysteem Druk de Slaap/Wektoets op de unit gedurende twee seconden in om de unit te activeren (opmerking: soms wordt de unit niet geactiveerd omdat de batterij bijna leeg is, laad de batterij op tijd op). Het merklogo verschijnt en uw apparaat toont na een paar seconden het toepassingsscherm. Let op: in overeenkomst met de laadstatus van de geïnstalleerde accu.
geheugenkaart met het label moet naar boven wijzen. De geheugenkaart moet licht op zijn plaats klikken. Verwijderen van geheugenkaarten ● Verwijder de geheugenkaart niet terwijl hij in gebruik is. Dit kan leiden tot het verlies van gegevens. 1. Om de kaart te verwijderen drukt u licht op de bovenrand totdat hij uitgeworpen wordt. 2. Trek de kaart er uit zonder de contacten aan te raken. 3. Berg de geheugenkaart op in de verpakking of op een andere veilige plaats. ● Geheugenkaarten zijn erg kwetsbaar.
De bijgesloten product CD bevat een uitgebreide instructiehandleiding. Tips voor de navigatie ● Werk niet aan het navigatiesysteem tijdens het rijden om uzelf en anderen te beschermen tegen ongelukken! In het geval dat u de gesproken instructie niet begrijpt of als u twijfelt over wat te doen bij het volgende kruispunt, kan de plattegrond of de pijl op het display u een snelle oriëntatie geven.
● Tip: als u de houder aan de voorruit wilt bevestigen, kunt u stap 1 en 2 overslaan. 1. Verwijder de beschermfolie van de plakkant van de zuignap. 2. Bevestig de zuignap op een geschikte plaats op het dashboard. Zorg er voor dat het oppervlak van het dashboard schoon is en druk de zuignap stevig op het oppervlak. Gebruik de zuignap niet gedurende 24 uur om er voor te zorgen dat deze stevig en veilig vastzit. Zuignap Zuigkop Auto Flexibele 3. Monteer de autohouder aan de flexibele hals.
Verbinden van het navigatiesysteem in de auto δ Als de batterij bijna leeg is, kunt u hem in de auto opladen: 1. Plug de stekker (1) van de verbindingskabel in de corresponderende opening aan de onderkant van uw navigatiesysteem. 2. Doe de netadapter (2) nu in de opening voor de sigarettenaansteker en zorg er voor dat hij niet los raakt tijdens het rijden. Dit zou een verkeerde werking kunnen veroorzaken.
AANZICHTEN VOORAANZICHT 1. Touch screen: toont de gegevens van uw apparaat. Raak het scherm aan met de stylus om opdrachten uit het menu te selecteren of om informatie in te voeren. ACHTERAANZICHT 2. Stylus Haal de pen uit zijn vakje om hem te gebruiken en doe hem terug na gebruik. De aanwijspen is nodig voor het bewerken van het touch screen. 3. Resettoets Druk er op om het systeem te resetten. 4. Luidspreker Playback gesproken aanwijzingen of waarschuwingen.
ONDER/BOVENAANZICHT 5. USB Interface 6. Slaap/Wektoets Interface voor de aansluiting aan een PC door middel van de ActiveSync kabel (voor gegevensaanpassing). Druk de Slaap/Wektoets in en houd hem gedurende ca. twee minuten ingedrukt om de unit te activeren. LINKER/RECHTER AANZICHT 7. AC adapterpoort Verbinding met de externe stroomvoorziening. 8. Interface externe antenne Interface voor een optionele tweede antenne. 9. Volume+/-, afsluiten/openen scherm Verander Volume+/- om het volume aan te passen.
10. Batterij aan/uitschakelaar Zet hem op de positie Afsluiten/Openen om de stroom aan/uit te zetten. 11. SD/MMC gleuf Aanvaardt een optionele SD (Secure Digital) of MMC (Multi Media Card) kaart voor verwijderbare opslag. 12. Interface hoofdtelefoon Sluit een stereo hoofdtelefoon aan. GPS (Global Positioning System) GPS is een satellietondersteund systeem voor het bepalen van uw positie.
OPMERKINGEN: ● De geheugenkaart moet altijd in het apparaat zitten tijdens het gebruik van het navigatiesysteem. Als de geheugenkaart, zelfs voor korte tijd, verwijderd wordt tijdens het gebruik moet er een zachte reset uitgevoerd worden om het navigatiesysteem opnieuw te starten. Stel de datum en tijd in door middel van de Insteltoets en de datum/tijd bedieningstoets als dit nog niet gebeurd is. Stel de van toepassing zijnde tijdzone in indien beschikbaar. Starten van de Navigatie 1.
de installatie van de software. Maak een backup op uw harde schijf om over de originele files te kunnen beschikken in geval er mogelijke problemen zouden zijn na de installatie. U moet toepassingsrechten hebben om de software op Windows 2000/XP te installeren. Let op: u moet het navigatiesysteem nog niet op uw computer aansluiten. 1. Doe de Support CD er in en wacht totdat het programma automatisch start. Opmerking: als hij niet werkt is de Auto Run functie waarschijnlijk gedeactiveerd.