Operation Manual
De meest linkse of rechtse cel instellen voor de weergave van statusinformatie: Tik
op 'Instellingen', 'Algemeen' > 'Toegankelijkheid' > 'VoiceOver' > 'Braille' > 'Statuscel'
en tik vervolgens op 'Links' of 'Rechts'.
Een uitgebreide beschrijving van de statuscel weergeven: Druk op de routertoets
van de statuscel op het braillescherm.
Zoomen
In veel apps op de iPhone kunt u op specieke onderdelen in- en uitzoomen. U kunt
bijvoorbeeld dubbel tikken of twee vingers uit elkaar bewegen om de kolommen in
een webpagina in Safari groter te maken.
Ook de zoomfunctie is een speciale voorziening voor mensen met een beperking. Met
deze zoomfunctie kunt u de volledige schermafbeelding vergroten in elke app die u
gebruikt, zodat u beter kunt zien wat er op het scherm wordt weergegeven.
Zoomen in- of uitschakelen: Tik op 'Instellingen' > 'Algemeen' > 'Toegankelijkheid'
> 'Zoomen' en tik vervolgens op de schakelaar voor het in- en uitschakelen van de
zoomfunctie.
Opmerking: VoiceOver en de zoomfunctie kunnen niet tegelijkertijd worden gebruikt.
In- of uitzoomen: Tik met drie vingers dubbel op het scherm. Standaard wordt het
scherm vergroot tot 200%. Als u het zoompercentage handmatig wijzigt (door te
tikken en te slepen, zoals hieronder wordt beschreven), wordt dit percentage op de
iPhone automatisch hersteld wanneer u inzoomt door met drie vingers dubbel te
tikken.
Het zoompercentage wijzigen: Tik met drie vingers en sleep uw vingers naar de
bovenkant van het scherm (om het zoompercentage te vergroten) of sleep uw vingers
naar de onderkant van het scherm (om het zoompercentage te verkleinen). Deze
beweging is vergelijkbaar met dubbel tikken. Alleen tilt u uw vingers niet op bij de
tweede tik, maar sleept u uw vingers over het scherm. Voor het slepen zelf kunt u één
vinger gebruiken.
De weergave op het scherm wijzigen: Als u hebt ingezoomd, sleept u het scherm
of veegt u het scherm met drie vingers. Tijdens het slepen zelf kunt u één vinger
gebruiken, zodat u meer van het scherm kunt zien. Houd één vinger bij de rand van
het scherm om in te zoomen op dat gedeelte van de schermafbeelding. Beweeg uw
vinger dichter naar de rand om sneller in te zoomen. Wanneer u een nieuw scherm
opent, wordt altijd ingezoomd op het middelste gedeelte boven in het scherm.
Wanneer u inzoomt met een Apple Wireless Keyboard (zie “Een Apple Wireless
Keyboard gebruiken” op pagina 49), volgt de schermafbeelding het invoegpunt en
blijft het invoegpunt in het midden van het scherm.
282 Hoofdstuk 29 Voorzieningen voor mensen met een beperking