Operation Manual
VoiceOver-bewegingen
Wanneer u VoiceOver hebt ingeschakeld, hebben de
standaardtouchscreenbewegingen een ander eect. Met behulp van deze en andere
speciale bewegingen kunt u de weergave op het scherm wijzigen en de afzonderlijke
elementen bedienen die u selecteert. Tot de VoiceOver-bewegingen behoren tikken
en vegen met twee of drie vingers. Bewegingen met twee en drie vingers zijn het
eenvoudigst te maken als u uw vingers ontspant en wat ruimte tussen uw vingers laat
wanneer u het scherm aanraakt.
Als u standaardbewegingen wilt gebruiken wanneer VoiceOver is ingeschakeld, tikt
u dubbel en houdt u uw vinger op het scherm. Er klinkt een reeks tonen om aan te
geven dat de standaardbewegingen van kracht zijn. De standaardbewegingen blijven
van kracht totdat u uw vinger optilt. Vervolgens worden de VoiceOver-bewegingen
weer actief.
U kunt op verschillende manieren VoiceOver-bewegingen maken. U kunt bijvoorbeeld
tikken met twee vingers van één hand of met één vinger van elke hand. U kunt ook
uw duimen gebruiken. Veel mensen vinden gesplitst tikken heel handig: hierbij raakt u
een onderdeel aan en houdt u dit met één vinger vast terwijl u met uw andere vinger
op het scherm tikt (in plaats van een onderdeel te selecteren en vervolgens dubbel te
tikken). Probeer de verschillende manieren om te bepalen welke manier het best voor
u werkt.
Als uw bewegingen geen eect hebben, probeert u de bewegingen sneller uit te
voeren. Dit is vooral belangrijk bij dubbel tikken en vegen. Bij vegen strijkt u snel met
uw vinger of vingers over het scherm. Als VoiceOver is ingeschakeld, verschijnt de
knop 'Oefenen met Voice Over', waarmee u de VoiceOver-bewegingen kunt oefenen.
Bewegingen oefenen: Tik op 'Instellingen' > 'Algemeen' > 'Toegankelijkheid' >
'VoiceOver' en tik vervolgens op de knop 'Oefenen met Voice Over'. Tik op 'Gereed'
wanneer u klaar bent met oefenen.
Als de knop 'Oefenen met Voice Over' niet zichtbaar is, controleert u of VoiceOver is
ingeschakeld.
Een overzicht van de belangrijkste VoiceOver-bewegingen:
Navigeren en lezen
 Tikken: Onderdeel uitspreken.
 Naar rechts of links vegen: Het volgende of vorige onderdeel selecteren.
 Omhoog of omlaag vegen: Afhankelijk van de instelling voor de rotorbesturing. Zie
“Rotorbesturing” op pagina 271.
 Tikken met twee vingers: Uitspreken van het huidige onderdeel stoppen.
 Met twee vingers omhoog vegen: Alles vanaf boven in het scherm voorlezen.
270 Hoofdstuk 29 Voorzieningen voor mensen met een beperking