Operation Manual

Terwijl u zich verplaatst, wordt uw locatie door de iPhone bijgewerkt en wordt de
kaart aangepast zodat de locatie-indicator in het midden van het scherm blijft. Als
u op tikt zodat de knop niet meer is gemarkeerd of als u de kaart sleept, blijft de
iPhone uw locatie bijwerken maar wordt uw locatie niet meer gecentreerd, zodat de
locatiegegevens van het scherm kunnen verdwijnen.
De iPhone maakt gebruik van locatievoorzieningen om uw locatie te bepalen.
Locatievoorzieningen maken gebruik van gegevens van het mobiele netwerk, lokale
Wi-Fi-netwerken (als Wi-Fi is ingeschakeld) en gps (mogelijk niet overal beschikbaar).
Als een app gebruikmaakt van de locatievoorzieningen, verschijnt in de statusbalk.
Locatievoorzieningen zijn mogelijk niet in alle landen of regio's beschikbaar.
Als de locatievoorzieningen zijn uitgeschakeld, wordt u gevraagd deze weer in te
schakelen. Als de locatievoorzieningen zijn uitgeschakeld, kan uw huidige locatie
mogelijk niet worden gevonden en gevolgd. Zie “Locatievoorzieningen” op pagina 224.
Om uw batterij te sparen, kunt u de locatievoorzieningen uitschakelen wanneer u deze
niet gebruikt. Hiervoor tikt u op 'Instellingen' > 'Algemeen' > 'Locatievoorzieningen'.
Informatie over uw huidige locatie ophalen: Tik op de blauwe markering en tik
vervolgens op . Op de iPhone wordt, indien beschikbaar, het adres van uw huidige
locatie weergegeven. Aan de hand van deze informatie kunt u:
Routebeschrijvingen opvragen Â
De locatie toevoegen aan de gegevens van een contactpersoon Â
Het adres via e-mail of mms versturen Â
De locatie van een bladwijzer voorzien Â
Uw richting controleren (op de iPhone 3GS of een nieuwer model): Tik nogmaals
op . (Het symbool verandert in .) Kaarten gebruikt het ingebouwde kompas om te
bepalen welke kant u opgaat. Met de hoek wordt de nauwkeurigheid van het kompas
aangegeven: hoe kleiner de hoek, hoe nauwkeuriger het kompas.
162 Hoofdstuk 15 Kaarten