Operation Manual
Table Of Contents
- Hoofdstuk 1 Aan de slag
- 1.1 Beschrijving van de T-Mobile G1 en de bijbehorende accessoires
- 1.2 De SIM-kaart, batterij en geheugenkaart installeren
- 1.3 De batterij opladen
- 1.4 Telefoonregelaars
- 1.5 Navigeren op de telefoon
- 1.6 Aan de slag
- 1.7 Beginscherm
- 1.8 Statuspictogrammen en meldingen
- 1.9 Toepassingen
- 1.10 Instellingen
- 1.11 Het volume aanpassen
- 1.12 De telefoon als USB-schijf gebruiken
- Hoofdstuk 2 Telefoonfuncties gebruiken
- Hoofdstuk 3 Tekst invoeren
- Hoofdstuk 4 Gegevens synchroniseren
- Hoofdstuk 5 Werken met Contacten en Agenda
- Hoofdstuk 6 Berichten uitwisselen
- Hoofdstuk 7 Verbinding maken
- Hoofdstuk 8 Navigeren met Kaarten
- Hoofdstuk 9 Werken met multimedia
- Hoofdstuk 10 De T-Mobile G1 beheren
- Hoofdstuk 11 Andere toepassingen
- Hoofdstuk 12 Garantieverklaring
- Bijlage
- Index

Aan de slag
34
2. Houd het item aangetikt en sleep het naar de gewenste positie op het scherm.
Opmerking
U kunt een item alleen verplaatsen binnen het huidige scherm.
De achtergrond van het beginscherm wijzigen
U kunt de achtergrond van uw telefoon wijzigen in een afbeelding die u hebt
gekocht, die u hebt opgeslagen op de microSD-kaart of uit de achtergrondgalerie
die vooraf op de telefoon is geïnstalleerd.
Voer een van de volgende handelingen uit in het beginscherm:
Druk op MENU en selecteer Wallpaper (Achtergrond).
Houd het beginscherm aangetikt om het menu Add to Home (Toevoegen
aan Begin) te openen en tik op Wallpaper (Achtergrond).
2.
Kies uit Pictures (Afbeeldingen) of Wallpaper gallery (Achtergrondgalerie).
Opmerking
Als u Wallpaper gallery (Achtergrondgalerie) hebt
geselecteerd, selecteert u de afbeelding die u wilt gebruiken
als achtergrond en tikt u op Set wallpaper (Achtergrond
instellen). Als u Pictures (Afbeeldingen)
hebt geselecteerd,
wordt de toepassing Afbeeldingen geopend. Volg de volgende
stap om door te gaan.
Als dit de eerste keer is dat u afbeeldingen op de geheugenkaart
bekijkt, kan het enige tijd duren voordat de afbeeldingen zijn geladen.
3. Tik met uw vinger op het scherm of rol de TRACKBALL omhoog of omlaag
om de afbeelding te vinden die u wilt gebruiken en tik vervolgens op een
afbeelding om deze te selecteren.
4.
Het bijsnijdvak wordt weergegeven. Voer een van de volgende handelingen uit:
Als u het formaat van het bijsnijdvak wilt aanpassen, houdt u de rand van
het bijsnijdvak aangetikt. Wanneer de pijlen voor het bijsnijdvak worden
weergegeven, sleept u met uw vinger naar binnen of buiten om het formaat
van het bijsnijdvak te wijzigen.
1.










