User manual
2
Bij gebruik in een vijver moeten eventueel voorzorgsmaatregelen tegen het aanzuigen van vijverbewoners
worden genomen.
De pomp is niet geschikt voor het verpompen van zoutwater, uitwerpselen, ontvlambare,
bijtende, explosieve of andere gevaarlijke vloeistoffen. De temperatuur van de te verpompen
vloeistof mag niet boven de in de technische gegevens aangegeven maximumtemperatuur
liggen.
In de pomp worden smeermiddelen gebruikt die bij onjuist gebruik of beschadiging van het
toestel de te verpompen vloeistof kunnen verontreinigen. De gebruikte smeermiddelen zijn
biologisch afbreekbaar en schaden de gezondheid niet.
3. Technische gegevens
Model
Maxima 300 SX
Netspanning / frequentie
230 V ~ 50 Hz
Nominaal vermogen
700 Watt
Beschermingsklasse IP 68
Drukaansluiting
47,80 mm (1 ½ “), bu. dr.
Max. Doorvoercapaciteit (Q
max
)
1)
18.000 l/h
Max. druk
0,8 bar
Max. opvoerhoogte (H
max
)
1)
8 m
Maximale indompeldiepte
5 m
Max. grootte van gepompte vaste deeltjes
30 mm
Maximumtemperatuur van de gepompte vloeistof (T
max
) 35° C
Max. aantal starts binnen een uur
30, gelijkmatig verdeeld
Lengte aansluitkabel 10 m
Kabelsoort
H07RN-F
Gewicht (netto)
7,0 kg
Min. zelfaanzuigniveau (A)
2)
110 mm
Min. afzuigniveau (B)
2)
50 mm
Startniveau (C)
2)
390 mm
Uitschakelniveau (D)
2)
200 mm
Afmetingen (b x d x h) 20 x 17 x 36 cm
Artikelnummer
30116
1)
2)
De aangegeven maximale prestaties zijn gemeten bij vrije, ongereduceerde afvoer.
De letters tussen haakjes verwijzen naar de afbeeldingen aan het einde van de handleiding.
4. Leveringsomvang
Tot de leveringsomvang van dit product behoort het volgende:
Een pomp met aansluitkabel, twee aansluitstukken, een verloopstuk, een gebruiksaanwijzing.
Controleer de leveringsomvang op volledigheid. Afhankelijk van het gebruiksdoeleinde kunnen andere
accessoires noodzakelijk zijn (zie hoofdstuk „Installatie” en „Bestelling van reserveonderdelen”).
Bewaar de verpakking indien mogelijk tot aan het verstrijken van de garantieperiode. Voer de
verpakkingsmaterialen op milieuvriendelijke wijze af.
5. Installatie
5.1. Algemene installatie-instructies
Tijdens de gehele installatieprocedure mag het toestel niet aan het elektriciteitsnet zijn
aangesloten.
De pomp en het gehele aansluitsysteem moeten tegen vorst worden beschermd.
32










