Operation Manual

Gebruikershandleiding Synology DiskStation
Gebaseerd op DSM 3.2
88 Hoofdstuk9:Een back-up maken van gegevens
Synchronisatie elke [getal] uur of Synchronisatie elke [getal] minuten: voer de synchronisatietaak uit
op een specifiek tijdsinterval. De tijd start met aftellen om middernacht. Het interval kan 24 uur niet
overschrijden.
Synchronisatie automatisch dagelijks uitvoeren om (uu:mm): de synchronisatietaak wordt dagelijks op een
opgegeven tijdstip uitgevoerd.
Synchronisatie handmatig uitvoeren: synchronisatie wordt uitsluitend handmatig uitgevoerd.
Synchronisatie uitvoeren bij wijziging: Synchronisatietaak wordt onmiddellijk uitgevoerd zodra in de
gedeelde bronmap een wijziging optreedt.
8 Klik op Toepassen. Nu ziet u de synchronisatietaak in de taaklijst, die wordt uitgevoerd op grond van het
opgegeven schema.
Zo beheert u een synchronisatietaak:
1 Kies de taak in de taaklijst.
2 Doe een van de volgende dingen:
Klik op Bewerken om de taak te bewerken.
Klik op Verwijderen om de taak te verwijderen.
Als de synchronisatietaak nog niet bezig is, klikt u op Nu synchroniseren om de taak direct uit te voeren.
Als de synchronisatietaak al bezig is, klikt u op Annuleren om de geactiveerde taak te stoppen.
Opmerking:Als het schema voor een synchronisatietaak is ingesteld op Synchronisatie uitvoeren bij
wijziging, klikt u op Annuleren om de geactiveerde synchronisatietaak te stoppen. Als echter wijzigingen zijn
aangebracht op de gegevens van een of meer gedeelde mappen die door de synchronisatietaak worden
bijgehouden, wordt de taak hervat door Gedeelde mapsynchronisatie.
Klik op Volledig synchroniseren om alle gegevens te synchroniseren. Gedeelde mapsynchronisatie voer
de eerste keer een volledige synchronisatie uit en synchroniseert hierna slechts de aangepaste onderdelen.
Klik op deze knop om alle gegevens opnieuw handmatig te synchroniseren.
Opmerking:
Alle bestanden die van de client zijn verwijderd, worden ook van de server verwijderd.
Het toegangsrecht tot mappen die gesynchroniseerd zijn met de server wordt standaard ingesteld, ofwel geen
specifieke instelling.
Gedurende het synchronisatieproces worden de geselecteerde mappen van de client naar de server gekopieerd.
Indien er al een map met dezelfde naam bestaat op de server, zal de naam van die map worden hernoemd als
"gedeelde_map_naam 1" om te voorkomen dat de gegevens worden overschreven.
De taaknaam moet 1 tot 32 unicode-tekens bevatten en mag de volgende tekens niet bevatten:
" # $ % & ' ( ) * + , / : ; <= > ? @ [ ] \ ^ ` { } | ~
Als u gedeelde mappen synchroniseert van ext4- naar een ext3-bestandssysteem, kunnen er fouten optreden als
een map meer dan 32.000 bestanden bevat.
Als de gedeelde mappen op de server eerder met een andere client zijn gesynchroniseerd, voert Shared Folder
Sync een volledige taaksynchronisatie uit.
Als overdrachtscodering is ingeschakeld, moet u het wachtwoord invoeren. Dit kan niet blanco blijven.
Als u DiskStation via internet synchroniseert, kunt u de servernaam met het desbetreffende externe IP-adres of
hostnaam invoeren. Als u echter een hostnaam invoert, moet de naam in de FQDN-indeling (Full Qualified Domain
Name) zijn, zoals bijvoorbeeld "abc.bcd.com".
Om de poort doorsturen regels voor Shared Folder Sync via Internet in te stellen, kiest u poort 22 voor gecodeerde
overdracht en poort 873 voor ongecodeerde overdracht.
Een gecodeerde gedeelde map blijft na de synchronisatie gecodeerd. U heeft de coderingssleutel nodig om de
gedeelde mappen op het doel-DiskStation te installeren.