Operation Manual
Gebruikershandleiding Synology DiskStation
Gebaseerd op DSM 3.2
54 Hoofdstuk7:Bestanden delen instellen
Meer informatie
Over DNS-server
Het is aanbevolen een DNS-server op te geven om Synology DiskStation te helpen het domein te zoeken. Als
het domein echter nog niet op de DNS-server is geregistreerd, kan de procedure om zich aan te sluiten op het
domein mislukken.
Over geavanceerde domeinopties
in de meeste situaties hoeft u geen van de geavanceerde domeinopties in te voeren. De geavanceerde
domeinopties zijn enkel vereist voor specifieke domeinomgevingen.
DC IP: Geef een IP voor de DC (Domeincontroller) op en Synology DiskStation zal proberen hiermee de
communicatie tot stand te brengen. Indien er meer dan een IP is, kunt u ze scheiden met een komma. U
kunt een asterisk (*) toevoegen na de laatste DC IP en Synology DiskStation zal proberen de communicatie
tot stand te brengen met andere DC's als dit niet lukt met de opgegeven DC's. U moet een komma
toevoegen tussen de asterisk en het laatste IP.
Domein NetBIOS-naam: Geef de NetBIOS-naam aan van het domein.
Domein FQDN (DNS-naam): Geef de FQDN (DNS-naam) op van het domein.
Lid worden van LDAP-service
Ga naar Hoofdmenu>Configuratiescherm>LDAP om uw DiskStation toe te laten om lid te worden van een
bestaande mapservice als een LDAP-client. Vervolgens kunt u gebruikers- of groepsgegevens van een LDAP-
server (of "directory server") ophalen. U kunt toegangsrechten van LDAP-gebruikers of -groepen voor DSM-
toepassingen en gedeelde mappen instellen, net als bij lokale DSM-gebruikers of -groepen. Meer informatie over
LDAP vindt u hier.
Opmerking:De ondersteunde LDAP-standaard is LDAP-versie 3 (RFC2251).