Handleiding Fiddle II
INHOUDSOPGAVE 1. Inhoudsopgave .............................................................................................................. 1 2. Locatie bedieningsorganen ........................................................................................... 3 3. Voor het rijden ............................................................................................................... 4 4. Veilig rijden ...............................................................................................
1. INHOUDSOPGAVE Benzinelek controleren ................................................................................................ 20 Smeerpunten van verschillende mechanismen controleren ........................................ 20 Ontstekingskaars (bougie) controleren ........................................................................ 20 Luchtfilter controleren .................................................................................................. 20 11. Storings-diagnose-schema .....
2.
3. VOOR HET RIJDEN Deze handleiding beschrijft het correcte gebruik van deze scooter. Ook worden veilig rijden, eenvoudige inspectiemethodes en controles van de scooter in deze handleiding besproken. Voor een veiliger en comfortabeler gebruik van de scooter is het noodzakelijk deze handleiding goed door te lezen.
5. HET RIJDEN • Houd uw armen en benen in een voor u comfortabele houding. Zorg er wel voor dat u toch snel bij de bedieningsorganen kunt om snel te reageren op veranderende verkeerssituaties. De houding van de rijder is van groot belang voor de veiligheid. Zit altijd recht op de scooter. Wanneer u te ver achterop zit, neemt de druk en daarmee de grip op het voorwiel af en zal het stuur beginnen schudden. Het is gevaarlijk om een scooter met een onstabiel stuur te bereiden.
. AFLEZEN VAN HET INSTRUMENTENPANEEL (Het volgende voorbeeld betreft SYM 4-takt luchtgekoelde 50cc scooters. Tussen de verschillende modellen kunnen variaties voorkomen. Kijk ook achteraan in deze gebruikershandleiding. METERS De snelheidsmeter kan verschillen van model tot model, maar de locatie is meestal dezelfde. Grootlicht lampje Linker richtingaanwijzerlampje Rechter richtingaanwijzerlampje Snelheidsmeter Kilometerteller Brandstofmeter LET OP: Gebruik geen organische oplosmiddelen (vb.
CONTACTSLOT CONTACTSLOT “ON” stand: De motor kan gestart worden. De contactsleutel kan niet verwijderd worden. “OFF” stand: De motor staat uit en kan niet gestart worden in deze stand. De contactsleutel kan verwijderd worden. STUURSLOT “SLOT” stand (stuurslot) Draai het stuur naar links en steek de sleutel in het contactslot, druk de contactsleutel in de richting van de klok en keer dan zachtjes naar links naar de “slot” stand. In deze stand is het stuur geblokkeerd.
Lichtschakelaar Wanneer de schakelaar in deze stand staat bij het starten van de motor zullen de koplamp, het licht van het dashboard en het standlicht ontsteken. Dit is de grootlicht functie van de lichtschakelaar. Wanneer de schakelaar in deze stand staat bij het starten van de motor zullen het achterlicht, het licht van het instrumentenpaneel en het standlicht ontsteken. Wanneer de schakelaar in deze stand staat zullen alle lichten uitgaan.
Startonderbreker schakelaar Startonderbreker schakelaar Deze schakelaar bevindt zich onder het zadel. ಯ ON” stand: De motor is geblokkeerd en kan niet gestart worden. “OFF” stand: Wanneer het contact in de “ON” stand staat en de startonderbreker in de “OFF” stand, drukt u op de elektrische startschakelaar terwijl u de voorof achterrem dichthoudt om de motor te starten. Druk op deze knop wanneer het contact op “ON” staat en de claxon zal weerklinken.
HELMHAAK Breng de scooter tot stilstand en hang uw helm met het sluitingsbandje aan de haak. LET OP: Haak Maak geen gebruik van de helmhaak wanneer u rijdt. Uw scooter en helm kunnen hierdoor schade oplopen. BENZINETANKDOP 1.Steek de sleutel in het slot van de buddyseat en open het zadel. Draai de benzinetankdop tegen de klok in. De dop kan nu verwijderd worden. 2. Let op dat u niet meer tankt dan de maximum limiet. 3.
8. AANDACHTSPUNTEN BIJ HET STARTEN LET OP: Controleer het olie- en benzinepeil voor u de scooter start. Om de scooter te starten moet hij op de centrale stand staan met het achterwiel van de grond. De achterrem moet ingehouden worden om te voorkomen dat de scooter plots naar voor zou schieten. 1.Draai de contactsleutel naar de ”ON”stand. 2.Houd de (hand) rem in. 3.Geef geen gas, druk pas op de startknop wanneer u de rem inhoudt. 1/8 1/4 ᨗWij geven om uw welzijn ! Houd de (achter)rem in voor u start.
9. DE BESTE MANIER OM TE VERTREKKEN Zet uw richtingaanwijzer aan voor u zich in beweging zet en let op dat er geen voertuig van achter u komt. Dan kan u vertrekken. CONTROLE OVER HET GASHENDEL Acceleratie : Snelheid opvoeren. Wanneer u op een hellend vlak rijdt draait u zachtjes aan het gashendel om de motor toe te laten rustig zijn kracht vrij te geven. Deceleratie : Snelheid minderen Deceleratie Acceleratie PARKEREN Bij het naderen van een parkeerplaats: 1.
10. INSPECTIE EN ONDERHOUD VOOR HET RIJDEN (Sla de tekening erop na om de volgende zaken te localiseren) DAGELIJKSE INSPECTIE Controle items Controlepunten Motorolie Is er voldoende motorolie beschikbaar? Benzine Hebt u voldoende benzine? Is het 90 Octaan of meer? Voor Staat van de remmen? (Vrije slag: 10~20mm) Achter Staat van de remmen? (Vrije slag: 10~20mm) Voor Is de bandendruk goed? (Standaard: 1.75kg/cm2) Achter Is de bandendruk goed? (Standaard: 2.0 kg/cm2 voor 1 pers. 2.
OLIE VERVANGEN: Vervang de olie na de eerste 300km en herhaal dit nadien om de 1000 km. Om steeds over het maximaal vermogen te beschikken controleert u om de 500 km het oliepeil. Wanneer er niet genoeg olie is vult u bij tot aan de maximum limiet. Motorolie : Gebruik (API) SH/CD SAE 10W-40 grade of beter. Zoniet zal eventuele schade niet meer onder de garantie vallen. ೈWij raden deze olie aan: SYM Motul 5100. Hoeveelheid olie : 0.8 liter (0.75 liter voor routine check). max. limiet min.
VRIJE SLAG (SPELING) VAN DE REMMEN CONTROLEREN EN AFSTELLEN CONTROLEREN: (Om de speling van de remmen te controleren moet de motor uitgeschakeld zijn). Speling van de handrem voor voorwiel en achterwiel. Ⴗ Bij het controleren van de handrem voor het voorwiel moet de speling (de afstand van het remhendel vanuit niet-remstand naar uiterste remstand) 10-20mm bedragen. Het is niet normaal wanneer het volledig dichtknijpen van de rem sponsachtig aanvoelt.
SCHIJFREMMEN CONTROLEREN (enkel van toepassing op modellen met schijfremmen) Controleer de remvoering op lekken of schade, controleer of de aansluitpunten van de remvoering vastzitten met een schroefsleutel of een geschikt gereedschap en controleer of de remkabels beschadigd zijn door de vibraties van het stuur of enig ander onderdeel. Als dat het geval is brengt u uw scooter naar een officiële SYM dealer voor herstelling of onderhoud.
AFSTELLEN VAN DE GASHENDEL Bij een correcte afstelling heeft de gashendel een vrije slag van 2~6mm. Draai de borgmoer los, zet de afstelmoer in de gewenste positie en draai de borgmoer weer goed vast. 2~6 mm Check de volgende punten: 1. Controleer of het draaien en terugkomen van het gashendel soepel gebeurt. 2. Controleer of bij stuurslag naar beide zijden het gashendel goed blijft functioneren. 3. Controleer of de gaskabel door andere kabels gehinderd wordt om soepel te functioneren.
BANDEN CONTROLEREN Banden moeten gecontroleerd en opgeblazen worden wanneer de motor uitgeschakeld is. Als een band niet de correcte spanning heeft is de contactcurve van de band met de grond niet goed, controleer dit met een geijkte bandenspanningsmeter en blaas op tot de aangegeven druk. Het controleren van de banden met een bandenspanningsmeter moet gebeuren als ze koud staan. CONTROLEER A.U.B.
ZEKERINGEN CONTROLEREN EN VERVANGEN Zet het contact uit en controleer of de zekeringen intact zijn. Vervang de gesprongen zekering door een nieuwe van hetzelfde type en dezelfde ampèrage. Een zekering van meer dan 10 of 15 ampère gebruiken is strikt verboden om schade aan het elektrische systeem en haar componenten te vermijden. Verwijder het batterijdeksel. De zekeringhouder en de zekeringen bevinden zich in de ruimte onder het deksel.
BENZINELEK CONTROLEREN Controleer de tank, de tankdop, de brandstofleiding en de carburator op een lek. SMEERPUNTEN CONTROLEREN Controleer of de scharnierende onderdelen voldoende gesmeerd zijn. (vb. het scharnierpunt van de centrale stand, de zijsteun, het remhendel, etc). ONTSTEKINGSKAARS (BOUGIE) CONTROLEREN Verwijder de dop van de ontstekingskaars (verwijder de ontstekingskaars met behulp van de speciale tool). Controleer de elektrode op vuil of koolstofaanslag.
11. STORINGS-DIAGNOSE-SCHEMA WANNEER DE SCOOTER NIET START Achterwiel (1). Staat het contactslot in de ‘ON’ stand? Voorwiel (2). Is er voldoende benzine in de (3). Houdt u de voor- of tank? achterrem dicht bij het starten? 1/8 1/4 Schakelaar richtingaanwijzers Claxon (4). Draait u het gas open bij het starten? (5). Draai het contact naar de “ON” stand en druk op het claxon. Wanneer deze niet gaat kan de zekering gesprongen zijn.
15. VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET BERIJDEN VAN EEN SCOOTER 1. Zet de scooter op de centrale stand en ga op het zadel zitten. Duw de scooter naar voor om de centrale stand in te klappen. LET OP: Draai nooit aan het gashendel om de toeren op drijven voor u vertrekt. 2. Stap langs de linkerkant op uw scooter en zet u behoorlijk op het zadel, houd uw rechtervoet goed op de grond om te vermijden dat de scooter valt. LET OP: Houd de achterrem dicht voor u vertrekt. 3.
16.
17. SPECIFICATIES Model Item Specificaties Lengte Breedte Hoogte Wielbasis Drooggewicht Motor Benzine Cilinderinhoud Compressie Max. vermogen AW05W-6/AW05W1-6/AW05W-D/AW05W-S/AW05W-F 1870mm 698mm 1140mm 1325mm 99kg (Voor:40kg Achter:59kg) Monocilinder,4- takt, luchtgekoeld Ongelode benzine 49.5 cm3 11.8 :1 2.35 kw/8500 tpm Max. koppel 2.91 Nm/6500 tpm Stationair draaien 2100s100 tpm Kleppenspeling IN/EX Starter 0.05/0.10(s0.
Veenendaal, 01-01-2004 Garantiebepalingen SYM: 1 De bromfietsen worden gewaarborgd tegen elke materiaal- of fabricagefout gedurende een periode van 24 maanden, welke ingaat op de datum van aflevering van het product aan de eerste gebruiker. 2 De garantie beperkt zich tot het vervangen of herstellen van elk defect onderdeel. Deze vervanging of herstellen onder garantie mag enkel gebeuren door een SYM erkende dealer.
Veenendaal, 01-01-2004 Speciale garantie onderdelen 1 jaar garantie: Uitlaat (op verf/roest 6 maanden) Olie-keerring 6 maanden garantie: Accu Onderstandaard Zijstandaard Zadel Velgen Lak Stickers en emblemen Uitgezonderd van garantie: Bougies Contactpunten Brandstoffilter Oliefilter Aandrijfketting Luchtfilter Remblokken Remschoenen Riemen Koppelingsplaat Lampen Zekeringen Pakkingen Banden Rubber slangen Afdichtingen Rubberen stootkussens Rubber op voetplaat Garantie alleen indien voldaan wordt aan d