Operation Manual
5
3. Voor het rijden
Deze handleiding beschrijft het juiste gebruik van deze scooter. Ook worden veilig rijden, eenvoudige inspectie methoden en
controles van de scooter in deze handleiding besproken.
Voor een veiliger en comfortabeler gebruik van de scooter is het noodzakelijk deze handleiding goed door te lezen.
Bedankt voor uw keuze
Om de prestaties van uw scooter op het juiste niveau te houden, is het belangrijk om het periodieke onderhoud en
controles door uw dealer te laten uitvoeren. Wij adviseren u om na 300 km rijden met uw nieuwe scooter naar de SYM
dealer te gaan voor controle en afstelling. Na de eerste beurt dient u om de 1000 km naar de dealer te gaan voor
periodiek onderhoud.
Wanneer de specificaties en constructie van de scooter anders zijn dan de in deze handleiding afgebeelde scooter zullen
de diagrammen en gegevens bij de afgebeelde scooter horen.
4. Veilig rijden
Het is belangrijk dat u ontspannen en juist gekleed bent alvorens u op de scooter stapt. Houdt u aan de geldende
verkeersregels, denk na bij de acties die u in het verkeer doet en wees voorzichtig wanneer u medeweggebruikers inhaalt.
Ter herinnering:
• Draag altijd een goedgekeurde helm en draag deze op de juiste manier.
• Draag stevige en praktische kleding of motorkleding. Loszittende kleding kan door de wind openwaaien en in de
weg zitten bij de handels, wat het veilig rijden kan beïnvloeden.
• Draag goede schoenen met lage hakken.
• Houdt het stuur met 2 handen vast wanneer u rijdt. Rijdt nooit met 1 hand.
• Houdt u aan de snelheidslimieten, opgelegd door uw overheid.
• Zorg voor uw scooter zoals het onderhoudsschema voorschrijft.
5. Het rijden
Houdt uw armen en benen in een voor u comfortabele houding. Zorg er wel voor dat u toch snel bij de
bedieningsorganen kunt om in te kunnen spelen op veranderende verkeerssituaties.
De houding van de rijder is van groot belang voor de veiligheid. Zit altijd recht op de scooter. Wanneer u te ver achterop
zit neemt de druk en daarmee de grip op het voorwiel af.
Uw lichaamsgewicht heeft veel invloed op het rijgedrag van de scooter, houdt daar rekening mee.
Op ongelijke wegen met kuilen en hobbels kan uw scooter instabiel worden. Pas uw snelheid aan aan de
omstandigheden waarin u rijdt.
Laad geen bagage op de treeplank, de treeplank is er voor de voeten van de bestuurder. U heeft de ruimte tussen de
buddyseat en het stuur nodig om te sturen.
GEVAAR:
• Wanneer u teveel gewicht op de scooter laadt zal deze instabiel stuurgedrag vertonen.
GEVAAR:
• Laad geen bagage waar geen voorziening is getroffen voor bagage.
•
Plaats geen doeken tussen de ‘buddy bak’ en de motor. Hierdoor zou de motor vast kunnen lopen.
SUGGESTIE:
Om de prestaties van uw scooter te maximaliseren en het ‘leven’ van de scooter te verlengen:
De eerste 1000 km is de inrijd periode, geef niet meteen vol gas maar laat de scooter rustig op toeren komen.










