Operation Manual

13
20BA311410/A0_nl
BELSIGNAAL HANDSET/BASISSTATION
INSTELLEN
Handset is in de aan-toestand
1.
2.
9
Het ingestelde belsignaal van de handset
weerklinkt.
of
2.
6
Het ingestelde belsignaal van het basisstation
weerklinkt.
De ingestelde waarden knipperen.
De geluidsterkte kan worden ingesteld met
behulp van de cijfertoetsen:
0 = uit tot 4 = luid
De tonenreeks kan worden ingesteld met be-
hulp van de cijfertoetsen:
5 = traag tot 7 = snel
De melodie kan worden ingesteld met de
cijfertoetsen:
8, 9, sterretje of hekje
3.
Er klinkt een bevestigingstoon.
Opmerking:
Wanneer de procedure wordt beëindigd met
de gesprekstoets, blijft de vorige instelling be-
houden.
BASISINSTELLINGEN
A
01234 567 89*o