Operation Manual
10
20BA311410/A0_nl
Opmerking:
Om te kunnen controleren of de handset cor-
rect in de oplader is geplaatst, is bij het begin
van het opladen een bevestigingstoon te ho-
ren: Als de oplaadbare batterijen geheel zijn
ontladen, wordt de bevestigingstoon pas ge-
geven na een minimale oplading van de
oplaadbare batterijen.
De laadtoestand van de oplaadbare batterijen
is bij het plaatsen niet duidelijk. Een correcte
indicatie wordt pas bereikt na een volledige
oplaadcyclus.
Geen niet-oplaadbare batterijen,
maar uitsluitend oplaadbare NiCd of
NiMH-batterijen gebruiken.
De handset mag zonder dat oplaadbare bat-
terijen zijn ingebracht niet op de oplader
worden geplaatst.
Voor een lange levensduur van uw
oplaadbare batterijen onderstaande
informatie in acht nemen:
– Vóór de eerste ingebruikneming moeten
de oplaadbare NiCd-batterijen minstens
6 uur, de oplaadbare NiMH-batterijen
minstens 12 uur zonder onderbreking
worden opgeladen.
– De laadcontacten mogen niet met
metalen en vette onderdelen in aanra-
king komen.
– Bij langer niet-gebruik door
stroomuitschakeling (bijv. tijdens de
vakantie) moet de handset (resp. de
batterijen) worden opgeladen vóór het
opnieuw in gebruik nemen.
– Defecte batterijen correct verwijderen
(niet met het huisvuil meegeven).
– De oplaadbare batterijen alleen uit de
handset halen om ze door nieuwe te
vervangen.
– Oplaadbare batterijen niet buiten de
handset opladen.
HET OPLADEN VAN DE OPLAADBARE
BATTERIJEN
In de geleverde toestand zijn de batterijen
niet opgeladen. Voor het opladen moet de
handset in de oplader worden geplaatst. Bij cor-
rect inzetten is een bevestigingstoon te horen.
Een stel NiCd-batterijen (250 mAh) is
voldoende voor ca. 80 uur "standby-tijd"
resp. ca. 8 uur "gesprekstijd".
De oplaadtijd bedraagt ca. 6 uur.
Een stel NiMH-batterijen (550 mAh) is
voldoende voor ca. 160 uur "standby-tijd"
resp. ca. 12 uur "gesprekstijd".
De oplaadtijd bedraagt ca. 12 uur.
Hoe u het batterijtype kunt kiezen is
beschreven in het hoofdstuk "Basis-
instellingen" op pag. 14.
Opmerking:
Om te voorkomen dat de batterijen te weinig
of te veel worden opgeladen, moet het juiste
batterijtype worden gekozen (zie pag. 14).
Als de handset voor het verkeerde batterij-
type is geprogrammeerd, kan dit beschadi-
ging van de batterij veroorzaken.
BATTERIJ-INDICATIE
De batterij-indicatie op het display geeft on-
geveer de laadtoestand van de oplaadbare
batterijen weer.
knipperend : batterij wordt
opgeladen
continu : batterij tussen 50%
en 100%
continu : batterij tussen 30%
en 50%
continu : batterij tussen 5%
en 30%
continu : batterij onder 5%
continu : batterijtoestand
onduidelijk
OPSTELLEN EN IN GEBRUIK NEMEN