Operation Manual
Na de activeringscyclus dient u een aantal controles uit te voeren om er zeker van te
zijn dat:
•
de juiste modus is geactiveerd (MIXED GAS/GAUGE) en alle displaysegmenten
worden weergegeven
•
de batterijcapaciteit toereikend is.
•
de hoogte en persoonlijke correctiefactoren correct zijn.
•
waarden in de gewenste eenheden (metrisch/Engels) worden weergegeven.
•
de juiste temperatuur en diepte (0,0 meter) worden aangegeven.
•
het geluidssignaal van de alarmfunctie werkt.
Wanneer u de optionele draadloze flesdrukzender gebruikt, dient u na te gaan of:
•
de zender goed is bevestigd en de kraan op de fles is opengedraaid
•
de zender en de duikcomputer op de juiste wijze zijn gepaard en gebruikmaken
van een geschikte code
•
de flesdrukzender werkt (indicator van de draadloze zender knippert en de flesdruk
wordt weergegeven) en er geen waarschuwing voor lege batterij wordt weergegeven
•
u voldoende gasmengsel voor de geplande duik hebt. Controleer ook de
aangegeven flesdruk met behulp van een losse manometer.
Als de modus MIXED GAS is geactiveerd, dient u bovendien te controleren of:
•
het juiste aantal gasmengsels is ingesteld en de percentages voor zuurstof en
helium overeenkomstig de gemeten gas- mengsels in uw flessen
•
de maximale partiële zuurstofdruk voor elk mengsel correct is ingesteld
Voor meer informatie over de modus MIXED GAS zie Paragraaf 6.2, “Duiken in de
modus MIXED GAS ”.
De duikcomputer is nu klaar voor gebruik.
53










