NL HANDLEIDING
QUICK REFERENCE GUIDE Huidige diepte Indicatie voor actieve watercontacten Wekker-indicator Duikalarm-indicator Attentiesymbool Symbool voor vliegverbod Huidige tijd Modusaanduiding Geen-decompressielimiet Totaal benodigde stijgtijd Decompressieplafond Veiligheids-/Deep Stop tijd Oppervlakte-interval Resterende duur van het vliegverbod Resterende luchttijd Kompasweergave Veiligheidsstopindicator Flesdrukgrafiek Stijgsnelheidsmeter Indicator voor draadloze flesdrukverzending Datum Tweede tijdszone M
Deze handleiding is vertaald door Suunto Benelux B.V. Aan deze vertaling kunnen geen rechten ontleend worden. Suunto Oy’s aansprakelijkheid is beperkt tot de inhoud van de originele Engelse handleiding. BESCHRIJVING VAN DE WAARSCHUWINGEN In deze handleiding worden belangrijke situaties of handelingen in een gearceerd kader geplaatst. Er worden drie typen waarschuwingen gebruikt, gerangschikt naar belang.
sion, Continue Decompressie en alle logo’s zijn geregistreerde of ongeregistreerde handelsmerken van SUUNTO. Alle rechten voorbehouden. Dit product is onder andere beschermd door U.S. patent # 5,845,235. Andere patenten zijn aangevraagd. Deze geautoriseerde Nederlandse handleiding is een vertaling van de originele Engelse handleiding en is eigendom van SUUNTO Benelux B.V. Aan kennelijke vertaal-, druk- of zetfouten kunnen geen rechten ontleend worden.
EN 13319 PrEN13319 «Duikaccessoires – Dieptemeters en gecombineerde diepte- en tijdmeetinstrumenten – Functionele- en veiligheidseisen, testmethoden» is een standaard Europees voorschrift voor dieptemeters t.b.v. het duiken. De D9 is volgens deze voorschriften ontworpen. ISO 9001 SUUNTO Oyj’s Kwaliteitsbewakingssysteem is door Det Norske Veritas ISO-9001 gecertificeerd (Quality Certificate No. 96-HEL-AQ-220).
WAARSCHUWING! LEES DEZE HANDLEIDING! Lees deze handleiding zorgvuldig en in zijn geheel door, inclusief hoofdstuk 1.1, “Veiligheidsvoorschrift”. Zorg ervoor dat u het gebruik, de displays en de beperkingen van de D9 begrijpt. Als er verwarring optreedt als gevolg van het niet begrijpen van deze handleiding en alle aanwijzingen, neemt u onder water mogelijk gevaarlijke beslissingen die kunnen leiden tot ernstig letsel of de dood. WAARSCHUWING! In dit product wordt een Lithiumbatterij gebruikt.
WAARSCHUWING! ALLEEN GEBREVETTEERDE DUIKERS MOGEN GEBRUIK MAKEN VAN DEZE DUIKCOMPUTER! Geen enkele duikcomputer kan een gedegen duikopleiding vervangen! Onvoldoende training kan ertoe leiden dat de duiker fouten begaat die tot ernstig lichamelijk letsel of de dood kunnen leiden. WAARSCHUWING! ER BESTAAT ALTIJD EEN KANS OP DECOMPRESSIEZIEKTE, ONGEACHT HET DUIKPROFIEL DAT U VOLGT MET BEHULP VAN UW DUIKCOMPUTER OF DUIKTABEL.
WAARSCHUWING! DUIKEN WAARBIJ DECOMPRESSIESTOPS NOODZAKELIJK ZIJN, WORDEN STERK AFGERADEN. WANNEER DE COMPUTER AANGEEFT DAT EEN DECOMPRESSIESTOP GEMAAKT MOET WORDEN, DIENT U UW OPSTIJGING TE BEGINNEN EN DE DECOMPRESSIESTOP TE MAKEN. Let op de ASC TIME waarschuwing en de naar boven wijzende pijl op het display. WAARSCHUWING! GEBRUIK BACK-UP INSTRUMENTEN! Zorg ervoor dat u altijd back-up instrumenten gebruikt zoals een dieptemeter, een manometer, een divetimer of horloge.
CONTROLEREN! Als u zich ondanks een vliegverbod toch naar een grotere hoogte begeeft, loopt u een groot risico op decompressieziekte. Lees de aanbevelingen van het Diver’s Alert Network (DAN) in hoofdstuk 6.5.4, ”Vliegen na het duiken”.
WAARSCHUWING! DUIK NIET MET EEN NITROXFLES WAARVAN U NIET PERSOONLIJK HET ZUURSTOFPERCENTAGE HEEFT GEVERIFIEERD! Nalaten om het O2% te controleren en de juiste waarde in de duikcomputer in te geven, zal leiden tot incorrecte duikplanningsgegevens. WAARSCHUWING! DE DUIKCOMPUTER KAN ALLEEN INGESTELD WORDEN OP HELE PROCENTEN ZUURSTOF. ROND DE GEMETEN ZUURSTOFPERCENTAGES NOOIT OMHOOG AF! Zo moet bijvoorbeeld 31,8% zuurstof ingegeven worden als 31%.
WAARSCHUWING! KIES DE JUISTE PERSOONLIJKE INSTELLING! De duiker moet gebruik maken van de mogelijkheid om een persoonlijke instelling te kiezen, wanneer hij of zij vermoedt dat er factoren in het spel zijn die de kans op decompressieziekte vergroten. Nalaten de juiste persoonlijke instelling te kiezen kan leiden tot een vergroot risico op decompressieziekte.
INHOUDSOPGAVE WAARSCHUWINGEN! .........................................................................................4 1. INLEIDING ........................................................................................................14 1.1. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFT ..................................................................16 1.1.1. NOODOPSTIJGINGEN ..................................................................17 1.1.2. BEPERKINGEN VAN DUIKCOMPUTERS.....................................17 1.1.
3.3.7. GELUID ..........................................................................................30 4. KOMPASMODUS ...............................................................................................30 4.1. HET KOMPAS ACTIVEREN ......................................................................30 4.2. DE KOMPASWEERGAVE .........................................................................31 4.3. KOMPASINSTELLINGEN.......................................................................
5.2.9. EENHEDENSTELSEL ....................................................................51 5.2.10. HP CODE .......................................................................................51 5.3. DRAADLOZE FLESDRUKVERZENDING.....................................................51 5.3.1. MONTEREN VAN DE ZENDER .....................................................51 5.3.2. KOPPELING EN CODERING.........................................................52 5.3.3. GEGEVENSOVERDRACHT .......................
7. 8. 9. 10. 11. 12. 6.5.4. VLIEGEN NA HET DUIKEN ...........................................................77 6.6. AKOESTISCHE EN VISUELE WAARSCHUWINGEN...............................78 6.7. FOUTMELDINGEN ....................................................................................81 GEHEUGENFUNCTIES......................................................................................83 7.1. DUIKPLANNER [MEMPLAN].....................................................................83 7.2.
1. INLEIDING Gefeliciteerd met de aanschaf van de Suunto D9 duikcomputer. De D9 is volgens de Suunto traditie ontworpen, met veel functies en mogelijkheden in één geavanceerd instrument. De D9 is voorzien van veel nieuwe functies die u in geen enkele andere duikcomputer vindt, zoals een digitaal kompas, de mogelijkheid om van gasmengsel te wisselen en de optionele draadloze flesdrukzender. Alle functies van de computer zijn eenvoudig met drukknoppen te bedienen.
• • • • • • • Datum, tijd, tweede tijdszone en wekker Zuurstofpercentage in het mengsel (alleen in de Nitroxmodus) Maximale PO2 (alleen in de Nitroxmodus) Hoogte- en persoonlijke instellingen RGBM instellingen Instelmogelijkheden voor veiligheids- en deep stops Opname-interval voor het profielgeheugen naar keuze; 1, 2, 10, 20, 30 of 60 seconden Het Suunto RGBM/Deep Stop Algoritme Het Suunto Reduced Gradient Bubble Model (RGBM) dat in de D9 gebruikt is, controleert het stikstof in het lichaam van de duiker
Om optimaal te kunnen profiteren van alle nieuwe veiligheidsvoorzieningen vragen wij u hoofdstuk 10.2 over het Reduced Gradient Bubble Model aandachtig te lezen. 1.1. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFT Gebruik deze computer niet voordat u deze handleiding zorgvuldig en in zijn geheel heeft doorgelezen, inclusief alle waarschuwingen. Zorg ervoor dat u de mogelijkheden, de bediening, het gebruik en de beperkingen van de SUUNTO D9 begrijpt.
1.1.1. NOODOPSTIJGINGEN In het onwaarschijnlijke geval dat uw duikcomputer tijdens een duik defect raakt, kunt u een gecontroleerde opstijging maken volgens de aanbevelingen van uw opleidingsorganisatie. Als alternatief kunt u de volgende procedure volgen: STAP 1: Beoordeel de situatie op een kalme, rationele manier en begeef u direct naar een diepte van minder dan 18 meter. STAP 2: Op 18 meter aangekomen mag uw stijgsnelheid onder geen beding de 10m/min overschrijden.
pressieziekte te verkleinen door de hoeveelheid stikstof in het ademgasmengsel te verminderen. Deze verlaging van het stikstofpercentage wordt bereikt door het zuurstofpercentage te verhogen. Dit hogere zuurstofpercentage stelt de duiker bloot aan een risico op zuurstofvergiftiging, dat bij persluchtduiken veel minder relevant is.
sels. Door de korte tijd die men op diepte kan doorbrengen, is deze hoeveelheid verwaarloosbaar en niet van invloed op persluchtduiken die volgen op freediving-activiteiten. Echter, freediving na het duiken heeft naar alle waarschijnlijkheid wel nadelige gevolgen voor de kans op decompressieziekte. DAAROM RADEN WIJ TEN STERKSTE AF OM FREEDIVES/SNORKELDUIKEN TE MAKEN NA HET DUIKEN! Maak minimaal de eerste 2 uur na het duiken geen freedives.
2.1. HET DISPLAY EN DE DRUKKNOPPEN De Suunto D9 heeft eenvoudig te bedienen drukknoppen en een menusysteem dat u door de verschillende functies heen leidt. De vier knoppen worden als volgt gebruikt om verschillende functies te bedienen (zie Fig. 2.1). “Mode” Knop Kort indrukken: • • • Om van de ene hoofdfunctie naar de andere hoofdfunctie te gaan Om een subfunctie te verlaten en terug te keren naar een hoofdfunctie Om in de Duikmodus de displayverlichting te activeren. Lang indrukken (> 2 sec.
Lang indrukken (> 2 sec.): Om in de Tijdsmodus of Duikmodus het kompas te activeren. • “Up” Knop Kort indrukken: • • • • • Om te wisselen tussen datum, tweede tijdszone en secondenweergave in de Tijdsmodus Om een subfunctie te selecteren Om in de Instelmodus een waarde te vergroten Om een andere duik te kiezen in de Logboekmodus Om te wisselen tussen Duiktijd, Kompaskoers, Temperatuur, PO2, OLF% en het Duiknummer in de Duikmodus en Kompasmodus. Lang indrukken (> 2 sec.
• Om te wisselen tussen Maximum Diepte, Huidige Tijd, Flesdruk en Zuurstofpercentage in de Duikmodus en Kompasmodus. Lang indrukken (> 2 sec.): • • Fig. 2.1. De drukknoppen van de Suunto D9. Om de Instelmodus te activeren Om te wisselen tussen de weergave van uw Decompressieplafond en uw Resterende Luchttijd. 2.2. WATERCONTACTEN De watercontacten dragen zorg voor het automatisch activeren van de Duikmodus.
denborstel) en kraanwater. LET OP: Vocht op of rond het watercontact kan het watercontact activeren. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren wanneer u uw handen wast of zelfs door transpiratievocht. Als het watercontact geactiveerd wordt wanneer de D9 in de Tijdsmodus staat, zal het AC-symbooltje verschijnen (Fig 2.3). Om de batterij te sparen is het verstandig om het watercontact af te drogen of te reinigen. Fig.2.3. Actieve watercontacten, aangeduid met de tekst “AC”. 2.3.
ning (MEMplan), de duikhistorie (MEMhis) en het duiklogboek (MEMlog). De Kompas(sub-)functie kunt u activeren vanuit de Tijdsmodus en de Duikmodus. Fig. 2.6. Het aansluiten van de interface. Sluit de connector aan op de D9 (A) en draai hem een kwart slag met de klok mee (B). Met de MODE knop wisselt u van hoofdfunctie. Vervolgens kunt u in de DIVE en MEM modus met de UP en DOWN knoppen verschillende subfuncties selecteren.
2.5. PC-INTERFACE De Suunto D9 wordt geleverd met een PC-interface en de Suunto Dive Manager 2.0 applicatie. Met deze software kunt u uw logboek bijhouden en uw duiken analyseren. De PC-interface wordt aan de rechter zijde van uw D9 aangesloten (Fig. 2.6). De interface is voorzien van een USBconnector. Voor meer informatie over het installeren en het gebruik van Suunto Dive Manager software, verwijzen wij u naar hoofdstuk 8.1 “Suunto Dive Manager”. 3. TIJDSMODUS 3.1.
LET OP! Om de batterij van de computer te sparen, worden de seconden slechts 5 minuten lang getoond. Hierna toont de D9 opnieuw de datum. U kunt de displayverlichting activeren door de MODE knop langer dan 2 seconden in te drukken. Fig. 3.2. De stopwatch telt uren, minuten, seconden en 1/10 van seconden. Wanneer u een duik maakt, worden de tijd en datum waarop u te water gaat opgeslagen in het Logboekgeheugen.
Als u de D9 gebruikt in de Gaugemodus, beschikt u over een aparte stopwatch (duiktimer) (zie hoofdstuk 6.3). 3.3. INSTELLEN VAN DE TIJDSMODUS Om toegang te krijgen tot de instelmogelijkheden van de Tijdsmodus, drukt u de DOWN knop langer dan 2 seconden in wanneer de Tijdsmodus (TIME) actief is. Op het display ziet u kort “Time Settings” (Fig. 3.3) waarna het eerste instelbare veld zichtbaar wordt. In de Tijdsmodus kunt u de volgende instellingen wijzigen: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. Wekker (Alarm; Fig 3.4, 3.
3.3.1. WEKKER U kunt één dagelijks wederkerend alarm instellen in de computer. Wanneer dit alarm afgaat, knippert de tijd en hoort u 24 seconden lang een geluidssignaal. Het alarm gaat iedere dag op dezelfde tijd af. U kunt het alarm stoppen door op één van de knoppen te drukken. Fig. 3.8. Instelmogelijkheden van de Tweede Tijdszone. De instelmogelijkheiden van de wekker zijn: • • • het alarm activeren of deactiveren [on/off] de uren instellen [hh] de minuten instellen [mm] 3.3.2.
• • de minuten instellen [mm] de seconden instellen [ss] 3.3.4. DATUM In het instelmenu van de datum kunt u: • • • het jaar instellen [jj] de maand instellen [mm] de dag instellen [dd] Fig. 3.11 De datum instellen. LET OP! • • De dag van de week (ma-zo) wordt automatisch berekend aan de hand van de ingevoerde datum. De datum kan ingesteld worden tussen 1 januari 2000 en 31 december 2089. 3.3.5. EENHEDENSTELSEL In het instelmenu voor het eenhedenstelsel (UNITS) kunt u: • Fig. 3.12.
Nadat u deze functie geselecteerd heeft kunt u: • Fig. 3.14 . Instelmogelijkheden van de displayverlichting geselecteerd. de displayverlichting in-/uitschakelen of de brandtijd instellen. [uit(off)/brandtijd] LET OP! Wanneer u de displayverlichting uitschakelt, zal deze ook niet aangaan wanneer onder water een waarschuwing wordt gegeven! 3.3.7. GELUID In het instelmenu voor de geluidssignalen (TONES) kunt u alle akoestische waarschuwingen in- en uitschakelen.
SELECT knop langer dan 2 seconden ingedrukt te houden. 60 seconden nadat u de laatste knop heeft ingedrukt zal de D9 terugkeren naar de Tijds- of Duikmodus; dit om de batterij te sparen. 4.2. DE KOMPASWEERGAVE De Suunto D9 toont het kompas als een grafische weergave van een normale kompasroos. Op de kompasroos ziet u de vier kompasrichtingen N, S, W en E aangeduid. De huidige koers wordt ook cijfermatig weergegeven.
te leggen. De pijlen boven de kompasroos wijzen u in de richting van de geprogrammeerde koers. De Suunto D9 beschikt over een aantal hulpmiddelen die het navigeren in rechthoeken of driehoeken vereenvoudigen. Het betreft een aantal grafische symbolen in het midden van het kompasdisplay: Fig. 4.3. Het driehoekje geeft aan dat u 120 graden naar rechts afwijkt van uw geprogrammeerde koers.
4.3.1. DECLINATIE U kunt compenseren voor het verschil tussen het geografische noorden en het magnetische noorden door de declinatie aan te passen. De declinatie kunt u te weten komen door een zeeof topografische kaart voor uw regio te raadplegen. 4.3.2. KALIBREREN Als gevolg van blootstelling aan wisselende magnetische velden in onze leefomgeving, is het van tijd tot tijd nodig om het elektronische kompas van de D9 te kalibreren.
Doorloop de volgende stappen om uw D9 te kalibreren: 1. Selecteer de kalibratiefunctie (Fig 4.7) 2. Op het display verschijnt de tekst “Rotate 360” (Draai 360 graden; Fig. 4.8a) 3. Houd de D9 horizontaal en draai het instrument langzaam in een cirkel. De animatie van de cirkel op het display geeft aan hoeveer u de D9 al rondgedraaid heeft (Fig 4.8b). 4. Als het kalibreren slaagt, wordt de tekst “Passed” getoond (Fig. 4.8c). Het kompas is nu klaar voor gebruik.
Fig. 4.6. De declinatie instellen. Fig. 4.7. De kalibratiefunctie. Fig. 4.8.
Fig. 5.1 De 3 duikmodi 5. VOOR DE DUIK 5.1. ACTIVERING EN CONTROLE a) Persluchtmodus De Suunto D9 heeft drie duikmodi: de AIR modus voor het duiken met standaard perslucht (Fig. 5.1a), de EAN modus voor het duiken met verrijkte lucht (Nitrox, Fig. 5.1b) en de GAUGE modus voor het gebruik als bodemtimer en voor freediving. De OFF modus (Fig. 5.1d) kan gebruikt worden om alle duikfuncties uit te schakelen, zodat de D9 ook onder water als normaal horloge gebruikt kan worden.
Na activering zullen alle displaysegmenten worden getoond, voornamelijk getallen “8” en grafische symbolen. De displayverlichting gaat kort aan en er klinkt een geluidssignaal (Fig. 5.2). De D9 toont de gekozen hoogte- en persoonlijke instellingen (Fig. 5.3). Na een paar seconden ziet u het resultaat van de batterijspanningsmeting (Fig. 5.4).
Fig. 5.4 Batterijcontrole: • • a) Batterij ok Als de computer in de Nitroxmodus staat (Zie hoofdstuk 6.2 “Duiken in de Nitroxmodus”) controleert u of: • • b) Batterijspanning laag de flesdrukzender functioneert (bliksemsymbooltje licht regelmatig op en de flesdruk wordt weergegeven) en er geen waarschuwingen weergegeven worden u genoeg lucht heeft voor de geplande duik. Vergelijk de gemeten flesdruk direct met de meting op uw back-up manometer.
Als de batterijspanning te laag blijkt, zal het symbool voor te lage batterijspanning zichtbaar blijven op het display (Fig. 5.6). Als het batterijsymbooltje in de Oppervlaktemodus te zien is, of als het displaycontrast te laag is, is mogelijk de batterijspanning te laag en dient u de batterij te vervangen. LET OP! Uit veiligheidsoverwegingen wordt de displayverlichting permanent uitgeschakeld zolang de batterijspanning te laag is. Na het vervangen van de batterij werkt deze functie weer naar behoren.
aan de hand van Tabel 5.1. De duikcomputer past zijn decompressiemodel aan de lagere omgevingsdruk op hoogte aan, waardoor de geen-decompressielimieten korter worden (zie hoofdstuk 10.2, Tabel 10.1 en 10.2). TABEL 5.1. HOOGTE-INSTELLINGEN EN HUN BEREIK Fig. 5.7. Instellingen van de AIR modus geselecteerd. Bergmeerprogramma Hoogtebereik A0 A1 A2 0-300m [0-1000ft] 300-1500m [1000-5000ft] 1500-3000m [5000-10000ft] In hoofdstuk 5.2.
D9 erop in te stellen. Deze factoren variëren echter van dag tot dag en tussen duikers onderling. De drie Persoonlijke Instellingen van de D9 kunt u gebruiken om de decompressieberekeningen de gewenste mate van behoudendheid of conservativiteit te geven. Aan de andere kant is er voor zeer ervaren duikers de mogelijkheid om de gevolgen van het RGBM op herhalingsduiken te verzwakken.
Onder ideale omstandigheden kunt u gebruik maken van de standaard instelling, P0. Gebruik programma P1 of zelfs P2 wanneer één of meer van de eerder genoemde factoren meespelen, of wanneer de duikomstandigheden minder dan ideaal zijn. Het veranderen van de persoonlijke instelling heeft tot gevolg dat de geen-decompressielimieten korter worden (zie hoofdstuk 10.2, Tabel 10.1 en 10.2). TABEL 5.2.
TABEL 5.3 RGBM INSTELLINGEN RGBM instelling Gewenste Tabellen Effecten 100% Standaard Suunto RGBM (Standaard) Alle RGBM effecten 50% Verzwakt RGBM Verminderde RGBM effecten, hoger risico! 5.1.5. VEILIGHEIDSSTOPS Veiligheidsstops zijn algemeen geaccepteerd als een ‘goede gewoonte’ en zijn een onderdeel geworden van veel duiktabellen. De redenen om een veiligheidsstop te maken zijn o.a.
een countdown van 3 minuten in het midden van het display, waar gewoonlijk de geen-decompressietijd staat (Fig. 6.7). De Aanbevolen Veiligheidsstop, zoals de naam doet vermoeden, is aanbevolen en niet verplicht. Als deze veiligheidsstop niet gemaakt wordt heeft dat geen gevolgen voor de komende oppervlakte-interval en eventuele volgende duiken. Fig. 5.12. De Nitroxinstellingen zijn geselecteerd.
de Verplichte Veiligheidsstop hangt af van de ernst van de overschrijding van de maximale stijgsnelheid. U mag onder geen beding boven de 3 meter diepte opstijgen zolang de Verplichte Veiligheidsstop nog niet afgerond is. Als u het plafond van 3 meter diepte doorbreekt, verschijnt er een naar beneden wijzende pijl en hoort u een aanhoudend alarmsignaal (Fig. 6.13). U dient direct af te dalen tot beneden het plafond van de Verplichte Veiligheidsstop.
Fig. 5.15. Hoogte- en Persoonlijke instellingen geselecteerd. Het Suunto RGBM last meerdere Deep Stops in gedurende uw opstijging, waarbij de eerste stop ongeveer halverwege tussen uw maximum diepte en het decompressieplafond komt te liggen. Nadat u deze stop heeft afgerond, zal de volgende stop wederom halverwege tussen de laatste Deep Stop en het decompressieplafond komen te liggen. Dit gaat zo verder totdat u het decompressieplafond bereikt.
U krijgt toegang tot de instellingen van de Duikmodus (Fig. 5.7) door – wanneer de D9 in de Duikmodus staat – de DOWN knop meer dan 2 seconden in te drukken. Gebruik vervolgens de UP of DOWN knoppen om door de instelmogelijkheden heen te bladeren. Druk op SELECT om de gekozen instelling te bekijken of te wijzigen. Met SELECT kiest u de in te stellen waarde en met UP en DOWN verandert u deze. U verlaat de instellingen met MODE.
5.2.3. NITROXINSTELLINGEN Fig. 5.19. Instelling voor Deep Stops is geselecteerd. Fig. 5.20 Kies voor Veiligheidsstops of Deep Stops. Gebruik UP / DOWN om uw keuze te maken. Fig. 5.21 RGBM Instellingen geselecteerd. 48 Als u de D9 in de Nitroxmodus gebruikt (EAN), dient u er voor te zorgen dat de computer altijd is ingesteld op het juiste zuurstofpercentage, zodat alle stikstof- en zuurstofgerelateerde berekeningen correct worden afgehandeld.
LET OP! Als alleen MIX1 aan staat (MIX2 en 3 staan op OFF), zal MIX1 na ongeveer 2 uur automatisch ingesteld worden op 21% O2 en een PO2 van 1.4 bar. Als MIX2 of MIX3 aan staan, zullen de instellingen voor alle gasmengsels onbeperkt behouden blijven. 5.2.4. HOOGTE- EN PERSOONLIJKE INSTELLINGEN De huidige Hoogte- en Persoonlijke Instellingen worden getoond wanneer u de Duikmodus activeert.
5.2.6. VEILIGHEIDSSTOPS / DEEP STOPS Fig. 5.24 Flesdrukfuncties uit (OFF), druk op UP / DOWN om te activeren. De flesdrukwaarschuwing staat momenteel op 35 bar. U kunt kiezen voor traditionele Aanbevolen Veiligheidsstops en Deep Stops. Als Deep Stops op ”OFF” staat, worden de traditionele Aanbevolen Veiligheidsstops gebruikt. Als Deep Stops op ”ON” staat, zullen meerdere Deep Stops worden voorgeschreven tijdens de terugkeer naar de oppervlakte.
5.2.9. EENHEDENSTELSEL U kunt kiezen tussen het metrische systeem (meter, Celcius, bar) of het Engelse systeem (feet, fahrenheit, psi, Fig. 5.26). 5.2.10. HP CODE Met de HP Code instelling kunt u de geselecteerde code voor flesdrukontvangst verifiëren of wissen. 5.3. DRAADLOZE FLESDRUKVERZENDING Fig. 5.26 Kies met UP / DOWN voor metrische of Engelse eenheden. 5.3.1. MONTEREN VAN DE ZENDER Suunto raadt u sterk aan om de optionele flesdrukzender van de D9 door uw dealer te laten monteren.
3. Monteer de automaat op een volle persluchtfles. Draai de kraan langzaam open. Controleer op lekkages door de 1e trap van de automaat onder te dompelen in water. Als u een lekkage opmerkt, dient u de O-ring te controleren op beschadigingen. 5.3.2. KOPPELING EN CODERING Fig. 5.28 Geen code opgeslagen, computer is klaar om gekoppeld te worden aan een zender. Fig. 5.29 Computer is gekoppeld op kanaal 32. Kies voor Clear om de opgeslagen code te wissen of OK om te accepteren.
gen en zal het ontvangstbereik zich weer herstellen. De code wordt ongeveer 2 uur onthouden, of totdat de flesdruk beneden 10 bar komt. Het is mogelijk om de code handmatig te wissen. Om de zender en de duikcomputer te koppelen doet u het volgende: 1. Ga allereerst na of de zender correct is gemonteerd op de hogedrukpoort van uw 1e trap. Zorg ervoor dat de automaat op de juiste wijze op een volle persluchtfles is gemonteerd. 2.
LET OP: Om de batterij te sparen, zal de zender zich uitschakelen als de flesdruk 5 minuten lang niet is veranderd. Wanneer een verandering van de flesdruk wordt gemeten, zal de zender opnieuw gegevens verzenden op de oorspronkelijke code. 5.3.3. GEGEVENSOVERDRACHT Na het koppelen van de zender aan de ontvanger zal de D9 flesdrukgegevens ontvangen. De gemeten flesdruk wordt weergegeven in bar of psi, afhankelijk van het gekozen eenhedenstelsel.
TABEL 5.3. FLESDRUK-GERELATEERDE DISPLAYS Display Betekenis Figuur 5.30 Cd:-- Geen code opgeslagen – computer is klaar om gekoppeld te worden aan een zender. a --- Flesdruk is hoger dan 360 bar [5220 psi] b FAIL Langer dan 1 minuut geen geldige flesdrukgegevens ontvangen. De zender bevindt zich buiten het ontvangstbereik, in de stand-by stand of verzendt met een andere code. Activeer de zender door uit de automaat te ademen en kies zonodig handmatig een nieuwe code.
a) Koppel de zender en de computer b) Overdruk c) Fail; geen geldige gegevens d) Lage batterijspanning e) Off; geen koppeling met de zender tot stand gebracht Fig 5.30.
6. DUIKEN MET DE SUUNTO D9 In dit hoofdstuk wordt informatie gegeven over de bediening van de computer en het aflezen van het display. U zult zien dat de computer eenvoudig te gebruiken en af te lezen is. Op ieder display is alleen die informatie te zien, die relevant is voor de situatie waarin u zich bevindt. 6.1.
Fig. 6.3. Aandachtspunten plaatsen. Een aandachtspunt, ook wel Bookmark genoemd, kan in het duikprofiel aangebracht worden door op de SELECT knop te drukken. Uw huidige diepte in meters [ft] de resterende geen-decompressietijd in minuten, aangeduid met NO DEC TIME de stijgsnelheid, grafisch weergegeven aan de rechter rand van het display het Attentiesymbool als de D9 u adviseert om de oppervlakte-interval te verlengen (Zie Tabel 6.1).
6.1.2. AANDACHTSPUNTEN Het is mogelijk om tijdens de duik speciale aandachtspunten in het duikprofiel te plaatsen. Deze aandachtspunten zijn zichtbaar wanneer u het duikprofiel op de D9 bekijkt. Ook ziet u ze terug in het duikprofiel als u deze met Suunto Dive Manager op uw PC bekijkt. In een aandachtspunt worden de diepte, temperatuur, tijd en indien van toepassing de kompaskoers en flesdruk opgeslagen.
berekende resterende luchttijd, terwijl een daling in het luchtverbruik maar langzaam de resterende luchttijd doet toenemen. Zo wordt voorkomen dat de computer u een te optimistische resterende luchttijd voorrekent wanneer uw verbruik kortstondig daalt. Fig. 6.6. Stijgsnelheidsmeter. Het waarschuwingssignaal, de geactiveerde displayverlichting en de knipperende stijgnelheidsmeter waarschuwen u dat uw stijgsnelheid groter is dan 10 m/min [33 ft/min].
reikt [725 psi] (Fig. 6.5). Deze waarschuwing klinkt ook bij het bereiken van de door de gebruiker ingestelde reservedruk en wanneer de luchttijd 0 is. 6.1.4. STIJGSNELHEIDSMETER Uw stijgsnelheid wordt grafisch weergegeven aan de rechter zijde van het display: Wanneer de maximale stijgsnelheid wordt overschreden, wordt het vijfde segment zichtbaar en verschijnt de STOP waarschuwing.
Aanbevolen Veiligheidsstop voorschrijven (Fig. 6.7). Herhaaldelijke overschrijdingen van de maximale stijgsnelheid leiden tot een Verplichte Veiligheidsstop (Fig. 6.8). Wanneer u de Deep Stops inschakelt, zal de resterende duur van de huidige Deep Stop aangegeven worden in seconden (Fig. 6.9). 6.1.6. DECOMPRESSIEDUIKEN Fig. 6.9 Deep Stop. U wordt aangeraden om een Deep Stop te maken op 21 m. De secondenteller geeft aan dat u op deze diepte nog 44 seconden dient te wachten.
De tijd onder ASC TIME (ascent time; opstijgtijd) is de minimale tijd die nodig is om de oppervlakte te bereiken. In deze tijd is het volgende inbegrepen: • de tijd die nodig is om de opstijging te maken tot aan de eerste decompressiestop plus • de tijd die men nabij het decompressieplafond moet verblijven.
• • • U langer op diepte blijft. Uw opstijging langzamer is dan 10 m/min. U uw decompressiestops dieper maakt dan direct onder het decompressieplafond. Denk eraan dat deze factoren de hoeveelheid lucht die u nodig hebt voor uw opstijging beïnvloeden. Fig. 6.11. Decompressieduik, boven de ondergrens. Het pijltje is verdwenen en het ASC TIME symbool knippert niet meer.
• Het decompressiegebied is het gebied tussen de ondergrens en het decompressieplafond, niet te verwarren met de decompressiezone. Decompressie vindt al plaats tussen het plafond en de ondergrens. Onthoud echter dat decompressie op of vlakbij de ondergrens altijd zeer traag verloopt. De ondergrens en de diepte van het decompressie-plafond hangen af van het gevolgde duikprofiel.
gen! Om dit te voorkomen kunt u uw decompressiestops het beste iets dieper dan het plafond maken. HET DISPLAY BENEDEN DE DECOMPRESSIE-ONDERGRENS Fig. 6.13. Decompressieduik, boven het decoplafond. “Er”-waarschuwing plus een alarmsignaal. U dient onmiddellijk af te dalen tot beneden het decompressieplafond. Een knipperend ASC TIME-symbool en een naar boven wijzende driehoek willen zeggen dat u zich beneden de decompressiezone bevindt en op moet stijgen (6.10).
dienen uitgevoerd te worden binnen de decompressiezone. Gedurende de decompressie zal de ASC TIME terugtellen naar nul en zal het decompressieplafond langzaam ondieper worden. U mag pas terugkeren naar de oppervlakte wanneer de CEILING en ASC TIME symbolen verdwenen zijn: dit houdt in dat alle decompressiestops en verplichte veiligheidsstops afgerond zijn. Wij raden u aan om te wachten totdat ook het STOP symbool is verdwenen, ten teken dat ook de Aanbevolen Veiligheidsstop van 3 minuten is afgerond.
6.2. DUIKEN IN DE NITROXMODUS [EAN] 6.2.1. VOOR DE DUIK Fig. 6.15. Activering van de Duikmodus (EAN). De maximum duikdiepte (MOD) op basis van het ingestelde O2% (32%) en de PO2 (1.4 bar) is 32.4 m. Fig. 6.16. Duiken in de Nitroxmodus. Het O2% is 32%. Als de computer in de Nitroxmodus staat, moet het correcte percentage zuurstof ingegeven worden om er voor te zorgen dat alle stikstof- en zuurstofgerelateerde berekeningen correct uitgevoerd worden.
Wanneer de D9 in de Nitroxmodus gebruikt wordt zal ook de Duikplanner alle berekeningen baseren op de hier ingestelde waarden. Meer instructies voor het instellen van de Nitroxgegevens vindt u in hoofdstuk 5.2.3. STANDAARD NITROX-INSTELLINGEN In de Nitroxmodus kunnen in de D9 drie verschillende Nitroxmengsels ingesteld worden met een zuurstofpercentage tussen 21 en 99%. Fig. 6.17. PO2 Display. Partiële zuurstofdruk is 1.4 bar.
onthouden, waarna wederom de standaardwaarden hersteld worden. Als MIX2 en/of MIX3 aan staan, zullen alle instellingen onbeperkt bewaard blijven. 6.2.2. ZUURSTOFDISPLAYS Fig. 6.19 Wisselen van gasmengsel. Het huidige gasmengsel is MIX1 (21%). Scroll door de beschikbare gasmengsels door op de UP of DOWN knop te drukken. Activeer het nieuwe mengsel met SELECT.
De berekening (OTU of CNS%) die het dichtst bij 100% is, wordt weergegeven. De OLF wordt berekend aan de hand van de factoren die in hoofdstuk 10.3. “Zuurstofblootstelling” worden besproken. 6.2.4. GASMENGSEL WISSELEN, MEERDERE ADEMGASSEN De D9 heeft een bijzondere functie: u heeft de mogelijkheid om meerdere verschillende Nitroxmengsels in te stellen, die u gedurende de duik kunt wisselen.
• • • Fig. 6.23. Het kompas, geactiveerd vanuit de Duikmodus. • • Druk op de UP knop totdat de D9 midden op het display de tekst “MIX 1” toont (Fig. 6.19). Gebruik de UP / DOWN knoppen om door de geactiveerde gasmengsels te bladeren. Tijdens dit scrollen ziet u het mengselnummer, het zuurstofpercentage en de partiële zuurstofdruk. Als de ingestelde maximale PO2 overschreden zou worden bij het wisselen, knippert de waarde. Het mengsel wordt getoond maar u kunt er niet naar overschakelen (Fig 6.20).
6.3. DUIKEN IN DE GAUGEMODUS [GAUGE] In de Gaugemodus kan de D9 gebruikt worden als bodemtimer of als freedivingcomputer. In de Gaugemodus wordt de duiktijd in minuten weergegeven, rechtsonder op het display. In het midden van het display wordt tevens een timer weergegeven in minuten en seconden. De timer in het midden van het display wordt aan het begin van de duik automatisch gestart, en kan handmatig herstart worden met de SELECT knop (Fig. 6.22).
LET OP! Als u in de Gaugemodus een duik heeft gemaakt, kunt u niet overschakelen naar de Perslucht- of Nitroxmodus totdat de tijd van het vliegverbod 0:00 is. 6.4. GEBRUIK VAN HET KOMPAS IN DE DUIKMODUS Fig. 6.25. Oppervlaktemodus na een overgeslagen decompressiestop. Het “Er”symbool geeft aan dat u langer dan 3 minuten lang een decompressieplafond heeft genegeerd. U dient minimaal 48 uur niet te duiken.
6.5. AAN DE OPPERVLAKTE 6.5.1. OPPERVLAKTE-INTERVAL Na een opstijging naar een diepte van minder dan 1.2 m, zal het duikdisplay vervangen worden door het oppervlaktedisplay. Nu is de volgende informatie zichtbaar (Fig. 6.24): - de huidige diepte in meter [ft] de waarschuwing voor het vliegverbod, aangeduid met een vliegtuigsymbool (Tabel 6.1) het attentiesymbool, wanneer aangeraden wordt om de oppervlakte-interval te verlengen (Tabel 6.
- de maximale partiële zuurstofdruk, aangeduid met PO2 uw huidige niveau van zuurstofblootstelling (OLF) 6.5.2. DUIKNUMMERING Verschillende herhalingsduiken behoren tot dezelfde serie als de desaturatietijd tussen de duiken door niet verstrijkt. Binnen iedere serie krijgt een duik een uniek, opvolgend nummer, waarbij de eerste duik uit de serie nummer 1 krijgt. Als de duiker binnen 5 minuten na het bereiken van de oppervlakte zijn duik vervolgt, beschouwt de D9 dit vervolg als deel van dezelfde duik.
6.5.3. HERHALINGSDUIKPLANNING De D9 is voorzien van een duikplanner waarmee u de geen-decompressielimieten van geplande duiken kunt bekijken, rekening houdend met reststikstof van eerder gemaakte duiken. De duikplanner wordt in detail behandeld in hoofdstuk 7.1. 6.5.4. VLIEGEN NA HET DUIKEN De resterende tijd van het vliegverbod na de duik wordt (alleen aan de oppervlakte) weergegeven in het midden van het display, schuin onder het vliegtuigsymbool.
• • • • Duikers die een aantal dagen achter elkaar herhalingsduiken maken en duikers die decompressieduiken maken zouden deze periode van 12 uur moeten verlengen. Hiernaast adviseert het Undersea and Hyperbaric Medical Society (UHMS) duikers, die met standaard perslucht duiken en geen symptomen van decompressieziekte ervaren, altijd minimaal 24 uur te wachten na hun laatste duik alvorens te vliegen in een lijnvliegtuig met een cabinedruk vergelijkbaar met een hoogte van 2400 m boven zeeniveau.
Drie piepsignalen met tussenpozen van drie seconden zijn te horen wanneer: • • • de flesdruk 50 bar [725 psi] bereikt. De flesdrukweergave begint te knipperen de flesdruk de geprogrammeerde waarde bereikt de resterende luchttijd 0 minuten bedraagt Drie piepsignalen met een interval van 3 seconden, plus geactiveerde displayverlichting, wanneer: • • een geen-decompressieduik overgaat in een decompressieduik. De naar boven wijzende driehoek en de CEILING / ASC TIME aanduidingen verschijnen (Fig. 6.
• • • de geprogrammeerde maximumdiepte is bereikt • u hoort 24 seconden lang opeenvolgende piepsignalen • de maximum diepte knippert zolang de max.
LET OP! Als u de displayverlichting heeft uitgeschakeld, zal deze ook niet oplichten wanneer er een waarschuwing gegeven wordt! WAARSCHUWING! WANNEER DE MAXIMALE OLF IS BEREIKT, MOET U ONMIDDELLIJK OPSTIJGEN TOTDAT DE WAARSCHUWING STOPT MET KNIPPEREN! Als u in een situatie als deze niet direct actie onderneemt, zal het risico op zuurstofvergiftiging sterk toenemen, met ernstig lichamelijk letsel of de dood tot gevolg. 6.7.
Als de computer in een permanente Error Modus staat, zal hij geen geen-decompressielimieten of opstijgtijden meer berekenen. U ziet alleen de “Er”-waarschuwing in het midden van het display. Alle andere functies blijven intact, zodat u genoeg informatie krijgt om zonder verdere problemen de oppervlakte te bereiken. U dient onverwijld op te stijgen tot een diepte van 6 tot 3 meter en hier te verblijven zolang uw luchtvoorraad dit toelaat. Wanneer u boven komt na de duik mag u minimaal 48 uur niet duiken.
7. GEHEUGENFUNCTIES Fig. 7.1. Geheugenfuncties [MEM]. Onder de geheugenfuncties vindt u de duikplanner (MEMplan), het logboek (MEMlog) en de duikhistorie (MEMhis)(Fig. 7.1) De tijd en datum waarop u de duik begint, worden opgeslagen in het Logboek. Controleer daarom voor de duik of de datum en tijd van de D9 goed staan, vooral wanneer u op vakantie gaat en naar een andere tijdszone reist.
ren van alle dieptes tot 45 meter. Wanneer een geen-decompressielimiet langer is dan 99 minuten wordt “- -“ getoond. De Duikplanner houdt rekening met eerder gemaakte duiken: • • Fig. 7.2. Duikplanner geselecteerd. De resterende desaturatietijd wordt getoond. de hoeveelheid reststikstof na de laatste duik de bijzonderheden van al uw duiken in de afgelopen 4 dagen De geen-decompressielimieten die de D9 toont voor een herhalingsduik, zullen dan ook korter zijn dan die van een eerste (“schone”) duik.
DUIKNUMMERING BINNEN DE DUIKPLANNER Verschillende duiken behoren tot dezelfde serie herhalingsduiken wanneer de desaturatietijd (de tijd van het vliegverbod) niet verstrijkt tussen de twee duiken door. De oppervlakte-interval tussen twee duiken in moet minimaal 5 minuten zijn, anders wordt de tweede duik gezien als een vervolg van de eerste duik. Het duiknummer zal in dat geval niet veranderen en de duiktijd gaat verder waar hij gebleven is (zie ook hoofdstuk 6.5.2. “Duiknummering”. Fig. 7.
Wanneer u het einde van het logboek bereikt ziet u de tekst “END OF LOGS” (Fig. 7.7). De volgende informatie wordt op de drie logboekpagina’s getoond: Pagina I, hoofddisplay (Fig. 7.4) Fig. 7.6. Logboek, pagina III. Duikprofiel. Scroll door het profiel met UP. • • • • • • • Fig. 7.7. Logboek, einde van het logboekgeheugen. 86 maximum diepte (LET OP! Afhankelijk van de gekozen opname-interval, kan deze waarde tot 0.
Pagina III (Fig. 7.6) • • • duikprofiel real-time registratie van de watertemperatuur real-time registratie van de flesdruk (indien de flesdrukzender is geactiveerd) In het logboek worden ongeveer 36 uur aan duikgegevens opgeslagen. Als u een duik maakt nadat het geheugen vol is geraakt, zal de oudste duik gewist worden om ruimte vrij te maken. De inhoud van het logboek blijft behouden bij het verwisselen van de batterij (zolang dit volgens de instructies gedaan wordt). Fig. 7.8. De Duikhistorie.
De Duikhistorie houdt een samenvatting bij tot maximaal 999 duiken en 999 duikuren. Wanneer deze waarden worden overschreden, begint de D9 opnieuw bij nul te tellen. LET OP! De maximum diepte kan opnieuw op 0.0 m gezet worden met behulp van de PC-Interface en de Suunto Dive Manager software. 8. EXTRA FUNCTIONALITEIT De D9 kan op een Windows™ PC worden aangesloten met behulp van een PCInterface en speciale software. Met de PC-Interface worden de duikgegevens uit de D9 overgebracht naar de PC.
• • • • • • • • • • • duiknummer aanvangstijd en datum instellingen van de D9 zuurstofinstellingen en maximale OLF (in de Nitroxmodus) weefselverzadigingsgegevens real-time registratie van de watertemperatuur overige duikgegevens (bijv. waarschuwingen zoals “SLOW”, overgeslagen Verplichte Veiligheidsstop, attentiesymbool, aandachtspunten, markering van moment van bovenkomst, aanvang decompressiefase, decompressieovertredingen, wissel van gas etc.
8.1. SUUNTO DIVE MANAGER MINIMUM SYSTEEMVEREISTEN • • • • • • Processorsnelheid minimaal 500 Mhz 64 MB werkgeheugen (128 MB aanbevolen) 40 MB vrije harddiskruimte Microsoft Windows 98/2000/ME/XP Minimum schermresolutie: 800 x 600 (1024 x 768 aanbevolen) Een vrije USB poort INSTALLATIE Installeer Suunto Dive Manager als volgt: 1. Plaats de Suunto Dive Manager CD-ROM in uw CD-ROM station. 2. Wacht totdat de installatie automatisch begint en volg de aanwijzingen op uw scherm.
len met anderen nadat u deze geanalyseerd heeft met behulp van de PC-interface. SuuntoSports.com biedt u een aantal functies die het mogelijk maken om optimaal te genieten van uw sport en de Suunto D9. Als u een Suunto instrument bezit, kunt u door middel van registratie toegang krijgen tot alle sport-specifieke functies. Indien u geen instrument bezit, kunt u inloggen als gast of uzelf registreren.
SuuntoSports.com biedt u verschillende mogelijkheden om naar informatie op de site te zoeken. Naast de mogelijkheid om vrij rond te kijken, is het bijvoorbeeld ook mogelijk om naar groepen, gebruikers, resorts, logboeken en sporten te zoeken. De informatie die op SuuntoSports.com geplaatst is, bevat onder andere interne links. Zo hoeft u niet steeds opnieuw van voor af aan te beginnen met zoeken.
Communities In de sectie communities kunnen gebruikers van SuuntoSports.com groepen vormen of zoeken en eigen groepen beheren. U kunt bijvoorbeeld uw eigen groep creëren voor al uw duikvrienden en zo informatie delen over duiktrips, adviezen geven en data voor nieuwe duiken afspreken. Groepen kunnen zowel open als besloten zijn. Om deel te nemen aan een besloten groep is het nodig om u aan te melden en geaccepteerd te worden, alvorens u deel kunt nemen aan groepsactiviteiten.
zijn de beste duikplaatsen te vinden, welke groep heeft de meeste leden, wie heeft de meeste duiken ge-upload enzovoorts. BEGINNEN Om deel te kunnen nemen aan de SuuntoSports.com community, dient u verbinding te maken met het internet. Open uw web browser en ga naar www.suuntosports.com Wanneer de openingspagina verschijnt, klikt u op “register” om uzelf en uw Suunto instrument te registreren.
9. ZORG EN ONDERHOUD De SUUNTO D9 is een geavanceerd precisie-instrument. Hij is ontworpen om de invloeden van het duiken te weerstaan, maar heeft onderhoud nodig en moet zoals ieder ander precisie-instrument met zorg behandeld worden. 9.1. BELANGRIJKE INFORMATIE WATERCONTACTEN EN DRUKKNOPPEN Zichtbare of onzichtbare verontreiniging van de watercontacten kan ertoe leiden dat de computer zichzelf niet automatisch zal activeren bij onderdompeling.
• • • • • • • 96 plus een controle op waterdichtheid. Deze onderhoudswerkzaamheden vereisen een speciale opleiding en speciaal gereedschap, en het is dan ook van groot belang dat u uw D9 alleen laat onderhouden door een geautoriseerd SUUNTO Dealer. Als u ziet dat er vocht in de D9 terecht is gekomen, moet u uw computer direct naar uw SUUNTO Dealer brengen.
• Trek het bandje van de D9 niet te strak aan. U moet uw vinger tussen het bandje en uw pols in kunnen steken. 9.3. ONDERHOUD Als de D9 langere tijd niet gereinigd wordt, zal zich een dunne film vormen over de gehele computer (deze is niet met het blote oog zichtbaar). Zoals de aanslag op een aquariumruit, wordt deze aanslag veroorzaakt door de organische verontreiniging die altijd in zoet en zout water aanwezig is. Zonnebrandolie, siliconenspray en vetten zullen dit proces bespoedigen.
9.4. CONTROLEREN OP WATERDICHTHEID De waterdichtheid moet gecontroleerd worden na het vervangen van de batterij of andere onderhoudswerkzaamheden of reparaties. Hiervoor is specialistische kennis en gereedschap nodig. Controleer de computer regelmatig. Als er vocht of condens zichtbaar is onder het mineraalglas is er een lekkage. Vocht binnen de behuizing van de D9 kan de elektronica onherstelbaar beschadigen, vandaar dat snel handelen geboden is wanneer u vocht ontdekt.
u wachten totdat de tijd van het vliegverbod 0 minuten is voordat u de batterij vervangt – anders mag u minimaal 48 (maar bij voorkeur 100) uur niet duiken na het vervangen van de batterij. Alle duikhistorie-, logboek- en profielgegevens, alsook de hoogte-instellingen, persoonlijke instellingen en geprogrammeerde alarmfuncties blijven bij het vervangen van de batterij behouden. De computer verliest echter wel de tijdsinstellingen en wekkerinstelling.
VERVANGEN VAN DE BATTERIJ VAN DE ZENDER Volg de onderstaande procedure wanneer u de batterij van de zender wilt vervangen: 1. Verwijder de zender van de hogedrukpoort van uw ademautomaat. 2. Draai met een passende schroevendraaier de vier schroeven uit de achterzijde van de zender. 3. Verwijder de cover van de zender. 4. Verwijder voorzichtig de O-ring. Pas op dat u het contactoppervlakte van de O-ring niet beschadigt. 5. Verwijder voorzichtig de batterij.
Bij het plaatsen van een nieuwe batterij zendt de flesdrukzender 10 seconden lang een “overdruk” signaal (- - -) op code 12 uit, waarna hij zijn normale werking hervat. De zender schakelt na 5 minuten automatisch uit. 9. Controleer of de nieuwe, licht ingevette O-ring in goede staat verkeert. Plaats deze in de groef. Ga zorgvuldig te werk en zorg ervoor dat er geen vuil op de O-ring of de contactoppervlakten van de O-ring kan komen. 10. Plaats voorzichtig de cover van de zender terug.
10. TECHNISCHE INFORMATIE 10.1. SPECIFICATIES Afmetingen en gewicht: D9: - Diameter: 50.0 mm [1.97 in]. Hoogte: 17.6 mm [0.67 in]. Gewicht: 110g [3.88 oz]. Zender: - Max. diameter: 40 mm [1.57 in]. Lengte: 80mm [3.15 in]. Gewicht: 118g [4.16 oz]. Maximale werkdruk: 300 bar [4000 psi], maximum toegestane druk 360 bar [5000 psi]. Resolutie: 1 bar [1 psi]. Dieptemeter: 102 Temperatuurgecompenseerde dieptemeter.
- Nauwkeurigheid: ± 1% van het gehele schaalbereik van 0 tot 80 m [262 ft] bij 20°C [68°F] (volgens EN 13319) Diepteweergave van: 0 … 200 m [… 656 ft] Resolutie: 0.1 m van 0 tot 100 m [1 ft van 0 tot 328 ft] Temperatuurdisplay: - Resolutie: 1°C [1.5°F]. Bereik: -20 ... +50°C [-9 ... +122°F]. Nauwkeurigheid: ± 2°C [± temperatuursverandering. 3.6°F] binnen 20 minuten na Tijd- en datumfuncties: - Nauwkeurigheid : ± 25 s/maand (bij 20°C [68°F]). 12/24-uurs display.
Displays in de Nitroxmodus: - Zuurstof%: 21 - 99. Partiële zuurstofdruk: 0.5 - 1.6 bar afhankelijk van instellingen. Oxygen Limit Fraction: 1 - 200% met 1% resolutie. Logboek/Duikprofielgeheugen: Opname-interval: instelbaar (1,10,20,30,60s). Slaat de maximum diepte, flesdruk en temperatuur binnen ieder interval op. - Geheugencapaciteit: ongeveer 36 uur duiken bij een opname-interval van 20 seconden. Nauwkeurigheid: 0.3 m [1 ft].
- Halfwaardetijden van de weefsels: 2.5, 5, 10, 20, 40, 80, 120, 240 and 480 minuten (saturatie). Desaturatie-halfwaardetijden zijn langer. Variabele, beperkte gradiënt M-waarden gebaseerd op duikgewoonten en overtredingen. De M-waarden worden berekend tot 100 uur na de duik. De EAN en zuurstofblootstellingslimieten en –berekeningen zijn gebaseerd op aanbevelingen van R.W. Hamilton, PhD, en algemeen geaccepteerde tabellen en principes voor het bepalen van blootstellingslimieten.
- Regelmaat van het gebruik van de displayverlichting en het klinken van alarmsignalen. De kwaliteit van de gebruikte batterij. Sommige batterijen kunnen plotseling opraken en er is geen enkele manier om dit op voorhand te controleren. De tijd die verstreken is tussen het moment dat de batterij in de computer geplaatst is (in de fabriek) en het moment dat de computer verkocht wordt.
- De kwaliteit van de gebruikte batterij. Sommige batterijen kunnen plotseling opraken en er is geen enkele manier om dit op voorhand te controleren. De tijd die verstreken is tussen het moment dat de batterij in de computer geplaatst is (in de fabriek) en het moment dat de computer verkocht wordt. LET OP! Door lage temperaturen of interne oxidatie van de batterij, kan de batterijwaarschuwing onterecht aangaan. De waarschuwing verdwijnt gewoonlijk wanneer de duikmodus een tweede keer wordt geactiveerd.
- door tijdens te snelle opstijgingen rekening te houden met het ontstaan van een grote hoeveelheid microbelletjes, door natuurkundige wetten der gaskinetica toe te passen binnen het model. Suunto RGBM’s aanpassingen aan het decompressiemodel Het Suunto RGBM calculatiemodel kan zijn berekeningen aanpassen aan het verwachte gedrag van microbellen en het volgen van een afwijkend duikprofiel in een serie herhalingsduiken.
Sommige afwijkende duikprofielen of -gewoonten zullen cumulatief bijdragen aan een hoger risico op decompressieziekte: duiken met een korte oppervlakte-interval, herhalingsduiken die dieper zijn dan de eerste duik, het maken van meerdere opstijgingen, meerdere herhalingsduiken over meerdere dagen etc. Wanneer de duikcomputer dit registreert kan de computer in combinatie met een aanpassing in het Suunto RGBM, ook het advies geven om na de duik de oppervlakte-interval te verlengen.
TABEL 6.1 GEEN-DECOMPRESSIELIMIETEN IN MINUTEN VOOR VERSCHILLENDE DIEPTEN (M) VOOR DE EERSTE DUIK VAN EEN DUIKSERIE.
TABEL 6.2 GEEN-DECOMPRESSIELIMIETEN IN MINUTEN VOOR VERSCHILLENDE DIEPTEN (FT) VOOR DE EERSTE DUIK VAN EEN DUIKSERIE.
BERGMEERDUIKEN De omgevingsdruk op hoogte is lager dan die op zeeniveau. Als een duiker op een hoogte van bijvoorbeeld 1500 meter boven zeeniveau aankomt, is er een grotere partiële stikstofdruk in zijn lichaam dan in de omgeving; hij heeft dus als het ware reststikstof in zijn lichaam. Deze ‘reststikstof’ verdwijnt uit zijn lichaam en het evenwicht tussen de stikstofdruk binnen en buiten zijn lichaam zal zich na een aantal dagen herstellen.
le zuurstofdrukken is gebaseerd op algemeen geaccepteerde maximale blootstellingstijden. Daarbij maakt de D9 gebruik van de volgende maatregelen om de maximale blootstellingstijden te beperken: • • • • Alle berekende zuurstofblootstellingsniveau’s worden omhoog afgerond. De maximale PO2 van 1.4 bar, de geaccepteerde limiet voor sportduikers, wordt als standaardwaarde gehanteerd. De CNS%-limieten tot 1.6 bar zijn gebaseerd op de 1991 NOAA Diving Manual limieten.
11. GARANTIEBEPALINGEN LET OP! De garantiebepalingen verschillen van land tot land. In de verpakking van uw duikcomputer (of aangehecht aan deze handleiding) vindt u eventueel informatie die van toepassing is op het land waarin u uw D9 heeft aangeschaft. Suunto duikcomputers zijn gedurende 2 jaar na aankoopdatum gegarandeerd vrij van defecten als gevolg van productie, of materiaalfouten. Deze garantie geldt alleen voor de eerste eigenaar en is niet overdraagbaar.
betrokken Suunto Dealer redelijk acht. De reparatietermijn hangt af van het al dan niet op voorraad zijn van de benodigde onderdelen. Alle reparaties die niet onder de garantie vallen, zullen doorberekend worden aan de eigenaar. Deze garantie is slechts geldig voor de eerste eigenaar van het product en is niet overdraagbaar.
12. VERKLARENDE WOORDENLIJST ASC SPEED of RATE Afkorting voor ascent speed of rate; stijgsnelheid. ASC TIME Afkorting voor ascent time, de minimaal benodigde opstijgtijd. Bergmeerduik Een duik die gemaakt wordt, hoger dan 300 meter boven zeeniveau. CNS Algemeen geaccepteerde afkorting voor central nervous system toxicity; zuurstofvergiftiging (of -blootstelling) van het centraal zenuwstelsel. CNS% Centraal zenuwstelsel zuurstofblootstelling in procenten. Compartiment Zie: weefselgroep.
Decompressieziekte Een verzamelnaam voor aandoeningen die het directe of indirecte gevolg zijn van de vorming van stikstofbellen in de (vloeistoffen van) lichaamsweefselen, veroorzaakt door inadequate decompressie. Decompressiezone De diepte tussen de decompressie-ondergrens en het plafond. Op deze diepte vindt de decompressie plaats. Duikserie Een serie herhalingsduiken waarbinnen de tijd van het vliegverbod niet verstrijkt. Duiktijd De tijd die de duiker doorbrengt na zijn afdaling (beneden 1.
Herhalingsduik Iedere duik waarbij de geen-decompressielimieten beïnvloed worden door reststikstof van een vorige duik. Luchttijd De hoeveelheid duiktijd die u resteert, gebaseerd op de omgevingsdruk, de flesdruk en uw luchtverbruik. Multilevelduik Een enkele of herhalingsduik waarbij de duiker niet de gehele duiktijd op de maximum diepte doorbrengt. Nitrox Ieder stikstof-zuurstof gasmengsel, waaronder perslucht. NOAA United States National Oceanic and Atmospheric Administration.
Nultijd De tijd die de duiker op de huidige diepte rest, voordat de duik in een decompressieduik verandert (Ook: geendecompressietijd). NO DEC TIME Nultijd of geen-decompressielimiet. OEA = EAN = EANx Oxygen Enriched Air Nitrox. OLF Oxygen Limit Fraction. Oppervlakte-interval De tijd tussen het boven komen na een duik en het te water gaan voor de volgende duik. OTU Oxygen Tolerance Unit. Oxygen Tolerance Unit Maatstaf om zuurstofvergiftiging in het gehele lichaam te meten.
PO2 Partiële zuurstofdruk. Pulmonaire zuurstofvergiftiging Een vorm van zuurstofvergiftiging die veroorzaakt wordt door langdurige blootstelling aan hoge partiële zuurstofdrukken. Veelvoorkomende symptomen zijn irritatie van het longweefsel, een brandend gevoel in de longen, hoesten en een verminderde vitale capaciteit van de longen. Zie OTU. Reststikstof Alle stikstof in het lichaam van een duiker dat een normaal niveau op zeeniveau te boven gaat. RGBM Afkorting voor Reduced Bubble Gradient Model.
halfwaardetijden hebben. Wordt als uitgangspunt gebruikt om decompressieprocedures en -tabellen op te stellen. Zuurstofvergiftiging van het centrale zenuwstelsel Veroorzaakt een aantal neurologische symptomen, waarvan de belangrijkste epilepsie-gelijkende convulsies zijn, waardoor de duiker kan verdrinken.
122
123
124
125
126
127
Printed in Finland 11.
KOMPASMODUS INSTELLINGEN Declinatie Kalibreren TIJDSMODUS KOMPAS GEHEUGENMODUS DUIKMODUS LICHT KOMPAS INSTELLINGEN INSTELLINGEN Alarm Tijd Datum Eenheden Displayverlichting Geluid Diepte-alarm Duiktijdalarm Nitrox Persoonlijk/Hoogte Opname-interval Deep Stops RGBM Flesdruk Eenheden HP Code LICHT LICHT SUBFUNCTIES SUBFUNCTIES Perslucht (AIR) EAN Gauge Duikfuncties uit (OFF) Logboek Duikplanner Duikhistorie MODES AND SETTINGS
Land winkel Serienummer: Telefoonnummer Handtekening eigenaar Land E-mailadres Plaats Adres Naam Dealerstempel met aankoopdatum Plaats winkel Aankooppunt / Naam winkel Aankoopdatum Model Computer:
TWEE JAAR GARANTIE Alle garanties zijn beperkt en onderhevig aan de richtlijnen die in deze handleiding beschreven zijn. Uitgesloten van garantie zijn schades die voortvloeien uit onjuist of oneigenlijk gebruik, achterstallig onderhoud, onvoldoende zorg, modificaties, op onjuiste wijze vervangen van de batterij of ongeautoriseerde (pogingen tot) reparatie. Dit product is twee jaar lang gegarandeerd vrij van materiaal- en productiefouten. De garantie is alleen geldig voor de eerste eigenaar.
Mosquito www.suunto.