Operation Manual

OPMERKING: Sommige rasters kunnen niet worden gebruikt in gebieden ten
noorden van 84° noorderbreedte en ten zuiden van 80° zuiderbreedte, of buiten
de landen waarvoor ze bedoeld zijn.
8.1.3 GPS-nauwkeurigheid en energiebesparing
Wanneer u sportmodi aanpast, kunt u het interval van GPS-peilingen definiëren
met behulp van de instelling voor GPS-nauwkeurigheid in Movescount. Hoe
korter het interval, des te beter de nauwkeurigheid tijdens de training.
Door het interval te verhogen en de nauwkeurigheid te verlagen kunt u de
levensduur van de batterij verlengen.
De opties voor GPS-nauwkeurigheid zijn:
Best: ~ peilingsinterval van 1 seconde, hoogste stroomverbruik
Goed: ~ peilingsinterval van 5 seconden, gemiddeld stroomverbruik
OK: ~ peilingsinterval van 60 seconden, laagste stroomverbruik
Uit: geen GPS-peiling
8.2 Uw locatie bepalen
Op uw Suunto Ambit2 S kunt u met GPS de coördinaten van uw huidige locatie
bepalen.
Hoe uw locatie te bepalen:
1. Druk op [Start Stop] om het startmenu te openen.
2. Scroll met [Start Stop] naar NAVIGATIE en bevestig met [Next].
3. Druk op [Next] om Locatie te selecteren.
4. Het apparaat begint naar een GPS-signaal te zoeken. Als een signaal is
verkregen, verschijnt de melding GPS gevonden. Uw huidige coördinaten
verschijnen vervolgens op het display.
33
nl