Operation Manual

doordat het wijzigingen in de luchtdruk als wijzigingen in hoogte
of wijzigingen in het weer interpreteert.
Wijzigingen in hoogte en in het weer kunnen niet tegelijkertijd
worden gemeten, omdat beide soorten wijzigingen leiden tot
verandering van de omgevingsluchtdruk. Suunto Ambit2 registreert
verticale bewegingen en schakelt, indien nodig, over op
hoogtemeting. Als de hoogte wordt weergegeven, wordt deze met
een maximale vertraging van 10 seconden bijgewerkt.
Als u op een constante hoogte bent (minder dan 5 meter verticale
beweging binnen 12 minuten), gaat Suunto Ambit2 ervan uit dat
alle drukveranderingen wijzigingen in het weer zijn. Het
meetinterval is 10 seconden. De hoogte-uitlezing blijft gelijk en als
het weer verandert, wordt dat aangegeven als wijziging in de
luchtdruk op zeeniveau.
Indien u hoogte wint of verliest (meer dan 5 meter verticale
beweging binnen 3 minuten), gaat Suunto Ambit2 ervan uit dat alle
drukveranderingen wijzigingen in hoogte zijn.
Afhankelijk van het profiel dat actief is, kunt u met de knop [View]
profielweergave Hoogtemeter of Barometer openen.
65