Operation Manual

Tijdens de training geven de vooraf gedefinieerde trainingsmodi u informatie
die nuttig is voor de specifieke sport:
Fietsen: informatie met betrekking tot snelheid, afstand, cadans
(trapsnelheid) en hartslag
Bergbeklimmen: informatie met betrekking tot hoogte, afstand en snelheid
(met elke 60 seconden een GPS-peiling)
Trailrunning: informatie met betrekking tot hoogte, hartslag, tempo en
afstand
Hardlopen: informatie met betrekking tot tempo, hartslag en stopwatch
Alpineskiën: informatie met betrekking tot hoogte, afdaling en tijd
Andere sporten: informatie met betrekking tot snelheid, hartslag en hoogte
Indoortraining: informatie met betrekking tot hartslag (zonder GPS)
Trekking: informatie met betrekking tot afstand, hoogte, hartslag en
stopwatch (met elke 60 seconden een GPS-peiling)
12.2 Aanvullende opties in trainingsmodi
In de trainingsmodi kunt u op [Next] drukken om aanvullende opties te openen
die u tijdens de training kunt gebruiken:
Selecteer LOCATIE om de coördinaten van uw huidige locatie te controleren,
of deze op te slaan als een POI.
Selecteer NAVIGATIE om naar een POI of route te navigeren, of om een
nieuwe POI toe te voegen. Zie voor meer informatie over navigatie hoofdstuk
8 Navigatie op pagina 28.
Selecteer ALTI-BARO om de waarde voor de hoogte of de luchtdruk op
zeeniveau in te stellen, of het profiel voor ALTI-BARO. Zie hoofdstuk 9 Modus
Alti & Baro gebruiken op pagina 50 voor meer informatie.
Selecteer ACTIVEREN om de volgende functies aan of uit te zetten:
70