nl SUUNTO AMBIT 2.
1 VEILIGHEID . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6 2 Welkom . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8 3 Pictogrammen en segmenten op het scherm . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9 4 Knoppen gebruiken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
8.3.2 Coördinaten van point of interest (POI) handmatig toevoegen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8.3.3 Navigeren naar een point of interest (POI) . . . . . . . . . . 8.3.4 Point of interest (POI) verwijderen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8.4 Route-navigatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8.4.1 Route toevoegen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
11.3 Afteltimer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12 Trainingsmodi gebruiken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12.1 Trainingsmodi . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12.2 Aanvullende opties in trainingsmodi . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12.3 Hartslagband gebruiken . . . . . . . . . . .
15 POD of hartslagband koppelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 100 15.1 POD's kalibreren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 103 16 Pictogrammen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 105 17 Terminologie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
1 VEILIGHEID Soorten veiligheidsmaatregelen WAARSCHUWING: - wordt gebruikt bij een procedure of situatie die kan leiden tot ernstig letsel of overlijden. LET OP: - wordt gebruikt bij een procedure of situatie die kan leiden tot schade aan het product. OPMERKING: - wordt gebruikt om belangrijke informatie te benadrukken. TIP: - wordt gebruikt voor extra tips voor het gebruik van de mogelijkheden en functies van het apparaat.
WAARSCHUWING: ALLEEN BESTEMD VOOR RECREATIEF GEBRUIK. nl WAARSCHUWING: VERTROUW NOOIT ALLEEN OP DE GPS OF OP DE GEBRUIKSDUUR VAN DE BATTERIJ, GEBRUIK ALTIJD KAARTEN OF ANDER BACK-UPMATERIAAL OM UW VEILIGHEID TE WAARBORGEN. LET OP: STEL HET PRODUCT NOOIT BLOOT AAN ENIG OPLOSMIDDEL. DIT KAN HET OPPERVLAK BESCHADIGEN. LET OP: STEL HET PRODUCT NOOIT BLOOT AAN ENIGE ANTI-INSECTENSPRAY. DIT KAN HET OPPERVLAK BESCHADIGEN.
2 WELKOM We zouden het een horloge kunnen noemen, maar dat doet geen recht aan de mogelijkheden van dit apparaat. Hoogte, navigatie, snelheid, hartslag, weersomstandigheden: u hebt het allemaal onmiddellijk ter beschikking. Pas uw apparaat aan uw eigen wensen aan en selecteer alleen datgene wat u nodig hebt om uw volgende avontuur maximaal te beleven. De nieuwe Suunto Ambit – nieuw terrein veroveren met 's werelds eerste GPS voor ontdekkingsreizigers.
3 PICTOGRAMMEN EN SEGMENTEN OP HET SCHERM Zie hoofdstuk 16 Pictogrammen op pagina 105 voor een volledige lijst van de pictogrammen in Suunto Ambit.
4 KNOPPEN GEBRUIKEN Suunto Ambit beschikt over vijf knoppen waarmee u alle functies kunt openen.
[View]: ● wisselen tussen weergaven in de modus TIME en tijdens de training ● ingedrukt houden om het scherm te inverteren van licht naar donker (negatief) en omgekeerd [Back Lap]: ● terugkeren naar de vorige stap ● een ronde toevoegen tijdens de training nl TIP: U kunt waarden sneller wijzigen door [Start Stop] of [Light Lock] ingedrukt te houden totdat de waarden sneller gaan scrollen. 4.
TIP: Vergrendel de knoppen om te voorkomen dat u uw logboek ongewild start of stopt. Als de knoppen zijn vergrendeld, kunt u nog wel het volgende doen: de verlichting activeren door op [Light Lock] te drukken, schakelen tussen schermen door op [Next] te drukken en schakelen tussen weergaven door op [View] te drukken.
5 AAN DE SLAG nl Als eerste stap laadt u de batterij op. Uw Suunto Ambit wordt automatisch gestart als u het apparaat op uw computer aansluit met de meegeleverde USB-kabel. U kunt het apparaat ook starten door het op een stopcontact aan te sluiten met de optionele wandoplader van Suunto. Het duurt ongeveer 2-3 uur om een lege batterij volledig op te laden. Het kan langer duren om de batterij de eerste keer op te laden. Tijdens het opladen via de USB-kabel zijn de knoppen vergrendeld.
6 UW SUUNTO AMBIT AANPASSEN 6.1 Verbinding maken met Movescount Movescount.com is uw gratis persoonlijke dagboek en een online sportcommunity die u een uitgebreide reeks hulpmiddelen biedt voor het beheer van uw dagelijkse activiteiten en voor het maken van aantrekkelijke verhalen over uw ervaringen. Met Movescount kunt u uw opgenomen trainingslogboeken van uw Suunto Ambit naar Movescount overbrengen en het apparaat optimaal aan uw behoeften aanpassen.
OPMERKING: Moveslink is compatibel met de pc (Windows XP, Windows Vista, Windows 7) en met de Mac (Intel-CPU met OS X versie 10.6 of hoger). Om u bij Movescount te registreren, gaat u als volgt te werk: 1. Ga naar www.movescount.com. 2. Maak uw account aan. OPMERKING: De eerste keer dat uw Suunto Ambit verbinding maakt met Movescount.com, worden alle gegevens (inclusief de apparaatinstellingen) overgezet van het apparaat naar uw Movescount-account.
OPMERKING: Als u de software van uw Suunto Ambit bijwerkt, worden alle aanwezige logboeken automatisch naar Movescount verplaatst en van het apparaat verwijderd. Om de software van uw Suunto Ambit bij te werken, gaat u als volgt te werk: 1. Ga naar www.movescount.com/moveslink en installeer de toepassing Moveslink. 2. Sluit uw Suunto Ambit aan op uw computer met de USB-kabel van Suunto. Moveslink controleert automatisch of software-updates beschikbaar zijn.
opnamesnelheid aanpassen om de gebruiksduur van de batterij of de nauwkeurigheid te optimaliseren. U kunt maximaal 10 verschillende aangepaste modi die u in Movescount hebt gemaakt, overbrengen naar uw Suunto Ambit. Tijdens de training kan slechts één aangepaste modus actief zijn. TIP: Daarnaast kunt u in Movescount de standaardtrainingsmodi bewerken. Gebruiksvoorbeeld: Aangepaste modus voor de fitnessclub U wilt binnen trainen voor uw volgende avontuur in de buitenlucht.
de sectie PLANNEN & MAKEN in uw profiel en selecteer App Designer om uw eigen app te bouwen. 2. Voeg Suunto App toe aan een aangepaste trainingsmodus. Verbind uw Suunto Ambit met uw Movescount-account om Suunto App met het apparaat te syncen. De toegevoegde Suunto App zal tijdens uw training het resultaat van de berekening tonen. OPMERKING: U kunt aan elke trainingsmodus één Suunto App toevoegen. Elke trainingsmodus op uw Suunto Ambit kan een verschillende Suunto App gebruiken. 6.
nl 6.6 Scherm contrast aanpassen U kunt het scherm contrast van uw Suunto Ambit vergroten of verkleinen. Om het scherm contrast aan te passen in de instellingen, gaat u als volgt te werk: 1. Houd [Next] ingedrukt om het optiemenu te openen. 2. Druk op [Next] om de instellingen onder ALGEMEEN te openen. 3. Druk op [Next] om de instellingen onder Tonen/scherm te openen. 4. Scroll met [Light Lock]naar Scherm contrast en open dit met [Next]. 5.
7 TIME-MODUS GEBRUIKEN nl De modus TIME (TIME) bevat functies om de tijd te meten. In de modus TIME ziet u de volgende informatie: ● bovenste rij: datum ● middelste rij: tijd ● onderste rij: met [View] schakelen tussen dag van de week, seconden, dubbele tijd (dual time) en batterijniveau. 7.1 Tijdinstellingen wijzigen Om de tijdinstellingen te openen, gaat u als volgt te werk: 1. Houd [Next] ingedrukt om het optiemenu te openen. 2. Druk op [Next] om ALGEMEEN te openen. 3.
Tijd instellen In het scherm van de modus TIME wordt de huidige tijd op de middelste rij weergegeven. Om de tijd in te stellen, gaat u als volgt te werk: 1. Ga in het optiemenu naar ALGEMEEN en vervolgens naar Tijd/datum en Tijd. 2. Wijzig de waarden voor uren en minuten met [Start Stop] en [Light Lock]. Accepteer met [Next]. 3. Keer terug naar de instellingen met [Back Lap] of houd [Next] ingedrukt om het optiemenu af te sluiten.
Datum instellen In het scherm van de modus TIME wordt de huidige datum op de bovenste rij weergegeven. Om de datum in te stellen, gaat u als volgt te werk: 1. Ga in het optiemenu naar ALGEMEEN en vervolgens naar Tijd/datum en Datum. 2. Wijzig de waarden voor jaar, maand en dag met [Start Stop] en [Light Lock]. Accepteer met [Next]. 3. Keer terug naar de instellingen met [Back Lap] of houd [Next] ingedrukt om het optiemenu af te sluiten.
2. Wijzig de waarden voor uren en minuten met [Start Stop] en [Light Lock]. Accepteer met [Next]. 3. Keer terug naar de instellingen met [Back Lap] of houd [Next] ingedrukt om het optiemenu af te sluiten. Alarm instellen U kunt uw Suunto Ambit als wekker gebruiken. Om toegang tot de wekker te krijgen en het alarm in te stellen, gaat u als volgt te werk: 1. Ga in het optiemenu naar ALGEMEEN en vervolgens naar Tijd/datum en Alarm. 2. Schakel de wekker in of uit met [Start Stop] of [Light Lock].
nl Als de wekker is ingeschakeld, verschijnt het alarmsymbool op de meeste schermen. Als het alarm afgaat, kunt u: ● Sluimeren selecteren door op [Light Lock] te drukken. Het alarm stopt en gaat na elke 5 minuten opnieuw af totdat u het stopt. U kunt gedurende 1 uur maximaal 12 keer op sluimeren drukken. ● Stop selecteren door op [Start Stop] te drukken. Het alarm stopt en gaat de volgende dag op dezelfde tijd opnieuw af, tenzij u het uitschakelt in de instellingen.
OPMERKING: Tijdens het sluimeren knippert het alarmsymbool in de modus TIME. 7.2 GPS timekeeping gebruiken GPS timekeeping corrigeert het verschil tussen de tijd op uw Suunto Ambit en de GPS-tijd. GPS timekeeping corrigeert de tijd automatisch één keer per dag, of nadat u de tijd handmatig hebt aangepast. De dubbele tijd (dual time) wordt ook gecorrigeerd. OPMERKING: GPS timekeeping corrigeert de minuten en de seconden, maar niet de uren.
nl 27
8 NAVIGATIE 8.1 GPS gebruiken Op uw Suunto Ambit kunt u met GPS (Global Positioning System) uw huidige positie bepalen. GPS bestaat uit een verzameling satellieten die op 20.000 km hoogte een baan om de aarde afleggen met een snelheid 4 km per seconde. De ingebouwde GPS-ontvanger in Suunto Ambit is geoptimaliseerd voor gebruik vanaf de pols en ontvangt gegevens onder een zeer grote hoek. 8.1.
OPMERKING: Als u GPS de eerste keer inschakelt of GPS lange tijd niet hebt gebruikt, kan het langer dan normaal duren om een GPS-peiling te verkrijgen. De volgende keren dat u GPS inschakelt, verkrijgt u sneller een peiling. TIP: U kunt de starttijd van de GPS minimaliseren door het apparaat stabiel en met de GPS omhoog vast te houden in open terrein, waar niets het uitzicht naar boven blokkeert.
doen dat echter op verschillende manieren. Zie hoofdstuk 14 Instellingen aanpassen op pagina 94 voor informatie over het wijzigen van het positie formaat. U kunt de indeling selecteren uit de volgende rasters: ● breedte/lengte is het meest gangbare raster en kent drie formaten: ○ WGS84 Hd.d° ○ WGS84 Hd°m.m' ○ WGS84 Hd°m.m' ● UTM (Universal Transverse Mercator) biedt een tweedimensionale weergave van de horizontale positie.
8.2 Uw locatie bepalen nl Op uw Suunto Ambit kunt u met GPS de coördinaten van uw huidige locatie bepalen. Om uw locatie te bepalen, gaat u als volgt te werk: 1. Druk op [Start Stop] om het startmenu te openen. 2. Scroll met [Start Stop] naar LOCATIE en bevestig met [Next]. 3. Het apparaat begint naar een GPS-signaal te zoeken. Als een signaal is verkregen, verschijnt de melding GPS gevonden. Uw huidige coördinaten verschijnen vervolgens op het display.
U kunt op het apparaat maximaal 100 POI's opslaan. Houd er rekening mee dat routes ook meetellen voor dit quotum. Bijvoorbeeld wanneer u een route hebt met 60 markeringspunten, kunt u daarnaast nog 40 POI's opslaan in het apparaat. U kunt een type (pictogram) en een naam voor een POI selecteren uit een vooraf gedefinieerde lijst, of in Movescount de naam naar eigen wens kiezen. De vooraf gedefinieerde pictogrammen worden vermeld in hoofdstuk 16 Pictogrammen op pagina 105.
nl TIP: U kunt ook POI's toevoegen door NAVIGATIE te selecteren in het startmenu.
TIP: U kunt in Movescount POI's maken door een locatie op een kaart te selecteren of de juiste coördinaten in te voeren. POI's in uw Suunto Ambit en in Movescount worden altijd gesynchroniseerd als u het apparaat aansluit op Movescount. 8.3.2 Coördinaten van point of interest (POI) handmatig toevoegen U kunt een andere locatie dan uw huidige locatie opslaan als een POI door de coördinaten handmatig in te voeren. Om de coördinaten van een locatie handmatig toe te voegen, gaat u als volgt te werk: 1.
8. Selecteer een geschikte naam voor de locatie. Scroll met [Start Stop] of [Light Lock]door de verschillende opties voor namen van POI's. Selecteer een naam met [Next]. 9. Druk op [Start Stop] om de POI op te slaan. TIP: U kunt sneller door opties in het menu scrollen door [Start Stop] of [Light Lock] ingedrukt te houden totdat de opties sneller gaan scrollen.
8.3.3 Navigeren naar een point of interest (POI) In Suunto Ambit is GPS-navigatie ingebouwd. Hiermee kunt u naar een vooraf gedefinieerde bestemming navigeren die u als een POI hebt opgeslagen. OPMERKING: U kunt ook naar een markeringspunt navigeren terwijl u een training opneemt, zie sectie 12.6.6 Navigeren tijdens de training op pagina 82. Om naar een POI te navigeren, gaat u als volgt te werk: 1. Druk op [Start Stop] om het startmenu te openen. 2.
● uw afstand tot de bestemming ● the naam van de POI waar u naar op weg bent, uw afwijking van de juiste koers in graden (0° is de juiste koers) of als alternatief uw huidige koers in hoofdwindrichting (N, Z, W, O), met verdere onderverdeling (NO, NW, ZO, ZW). 8. Het apparaat geeft u een melding wanneer u de bestemming hebt bereikt.
nl 39
OPMERKING: Bij navigatie wordt de afwijking van de noordpijl op de ring van het horloge aangegeven bij lagere snelheden (<4 km/u) en de afwijking van de koers bij hogere snelheden (>4 km/h). Als u stilstaat, kunt u het apparaat draaien totdat de 0 aangeeft dat het in de juiste richting wijst. Wanneer op u op de fiets zit, detecteert Suunto Ambit uw richting, ook wanneer het apparaat is gekanteld. 8.3.4 Point of interest (POI) verwijderen Om een POI te verwijderen, gaat u als volgt te werk: 1.
nl 41
OPMERKING: Als u een POI verwijdert in Movescount en daarna uw Suunto Ambit synchroniseert, wordt de POI verwijderd van het apparaat, maar wordt het in Movescount alleen uitgeschakeld. 8.4 Route-navigatie 8.4.1 Route toevoegen U kunt een route maken in Movescount, of een route die gemaakt is met een ander apparaat, vanaf uw computer naar Movescount importeren. U kunt ook een route opnemen met uw Suunto Ambit en deze naar Movescount uploaden, zie sectie 12.6.1 Tracks opnemen op pagina 76.
nl 8.4.2 Route navigeren U kunt een route navigeren die u van Movescount hebt gedownload naar uw Suunto Ambit, zie sectie 8.4.1 Route toevoegen op pagina 42. OPMERKING: U kunt ook naar een markeringspunt navigeren terwijl u een training opneemt, zie sectie 12.6.6 Navigeren tijdens de training op pagina 82. Om een route te navigeren, gaat u als volgt te werk: 1. Druk op [Start Stop] om het startmenu te openen. 2. Scroll met [Start Stop] naar NAVIGATIE en bevestig met [Next]. 3.
6. Druk op [Next] om Navigatie te selecteren. 7. Als u een markeringspunt in het midden van de route hebt geselecteerd, vraagt Suunto Ambit u om de richting van de navigatie te selecteren. Druk op [Start Stop] om Vooruit te selecteren, of op [Light Lock] om Achteruit te selecteren. Als u het eerste markeringspunt als startpunt hebt geselecteerd, navigeert Suunto Ambit de route vooruit (van het eerste naar het laatste markeringspunt).
nl 45
Om een markeringspunt op een route over te slaan, gaat u als volgt te werk: 1. Terwijl u een route navigeert, houdt u [Next] ingedrukt om het optiemenu te openen. 2. Druk op [Next] om NAVIGATIE te selecteren. 3. Scroll met [Start Stop] naar Markeringspunt overslaan en selecteer met [Next]. Het apparaat slaat het markeringspunt over en begint direct naar het volgende markeringspunt op de route te navigeren. 8.4.
Weergave volledige track De weergave volledige track bevat de volgende informatie: ● (1) pijl die uw locatie aangeeft en wijst in de richting van uw koers. ● (2) het volgende markeringspunt op de route ● (3) het eerste en laatste markeringspunt op de route ● (4) POI's die dicht bij de route liggen. De POI die het dichtst bij de route ligt, wordt als pictogram weergegeven. ● (5) schaal waarop de volledige track wordt getoond OPMERKING: In de weergave volledige track is het noorden altijd omhoog.
Weergave navigatie markeringspunten De weergave navigatie markeringspunten bevat de volgende informatie: ● (1) pijl die in de richting van het volgende markeringspunt wijst (indicator om naar links/rechts te gaan) ● (2) uw afstand tot het volgende markeringspunt ● (3) het volgende markeringspunt waar u naar op weg bent 8.4.4 Route verwijderen U kunt routes verwijderen en uitschakelen in Movescount. Om een route te verwijderen, gaat u als volgt te werk: 1. Ga naar www.movescount.
9 MODUS ALTI & BARO GEBRUIKEN In de modus ALTI & BARO kunt u de huidige hoogte of luchtdruk bekijken. De modus biedt drie profielen: Automatisch, Barometer en Hoogtemeter. Zie sectie 9.2.1 Profielen instellen op pagina 53 voor informatie over het instellen van de profielen. Afhankelijk van het profiel dat actief is in de modus ALTI & BARO, kunt u toegang krijgen tot verschillende weergaven. 9.
nl 9.1.1 Correcte uitlezingen krijgen Als u bezig bent met een buitenactiviteit waarvoor u de hoogte of de luchtdruk op zeeniveau nodig hebt, moet u eerst uw Suunto Ambit ijken door de huidige hoogte of de huidige luchtdruk op zeeniveau in te voeren. U kunt de hoogte van uw locatie vinden op topografische kaarten en bijvoorbeeld op Google Earth. Een referentie voor de luchtdruk op zeeniveau kunt u vinden op de websites van nationale meteorologische diensten.
beschikbaar zijn. Als het plaatselijke weer stabiel blijft, hoeft u de referentiewaarden niet te wijzigen. 9.1.2 Onjuiste uitlezingen krijgen HOOGTEMETER-profiel + stilstaan + weersverandering Als uw profiel Hoogtemeter langere tijd actief is terwijl het apparaat op een vaste locatie is en het plaatselijke weer verandert, zal het apparaat onjuiste hoogte-uitlezingen geven.
Suunto Ambit overeenkomstig en schakelt over van het profiel Barometer naar het profiel Hoogtemeter. Uw hoogte-uitlezingen zijn weer correct. 9.2 Profiel op activiteit afstemmen Als in uw buitenactiviteit wijzigingen in hoogte voorkomen (bijvoorbeeld bij wandelen in heuvelachtig gebied), selecteert u het profiel Hoogtemeter. Als in uw buitenactiviteit geen wijzigingen in hoogte voorkomen (bijvoorbeeld bij voetballen, zeilen of roeien), selecteert u het profiel Barometer.
9.2.2 Referentiewaarden instellen Om referentiewaarden voor de luchtdruk op zeeniveau of de hoogte in te stellen, gaat u als volgt te werk: 1. Houd [Next] ingedrukt om het optiemenu te openen. 2. Scroll met [Light Lock]naar ALTI-BARO en open dit met [Next]. 3. Scroll met [Light Lock]naar Referentie en open dit met [Next]. 4. Scroll met [Light Lock]naar Hoogte of Zeeniveau en open de instelling met [Next]. 5. Stel de bekende referentiewaarde in met [Start Stop] en [Light Lock].
9.3 Profiel Hoogtemeter gebruiken nl Met het profiel Hoogtemeter wordt de hoogte berekend op basis van referentiewaarden. De referentiewaarde kan betrekking hebben op de luchtdruk op zeeniveau of op een bekende hoogtemeting. Als het profiel Hoogtemeter actief is, verschijnt het hoogtemeterpictogram op het scherm. Zie sectie 9.2.1 Profielen instellen op pagina 53 voor informatie over het instellen van het profiel.
en op de continu gemeten absolute luchtdruk. Zie sectie 9.2.2 Referentiewaarden instellen op pagina 54 voor informatie over het instellen van de referentiewaarden. Wijzigingen in de luchtdruk op zeeniveau worden grafisch op de middelste rij van het display weergegeven. Het display toont de opnames van de afgelopen 27 uur met een opname-interval van 1 uur. Als het profiel Barometer actief is, verschijnt het barometerpictogram op het display.
Als referentiewaarde voor de hoogte wordt de laatste hoogte genomen die in de modus ALTI & BARO is ingevoerd. Dit is een van de volgende waarden: ● de hoogte die u als referentiewaarde hebt ingesteld in het profiel Barometer, of ● de laatste hoogte die is opgeslagen in het profiel Automatisch voordat werd omgeschakeld naar het profiel Barometer. OPMERKING: Als u de Suunto Ambit op uw pols draagt, moet u het apparaat afnemen om een nauwkeurige temperatuuruitlezing te krijgen.
schakelt, indien nodig, over op hoogtemeting. Als de hoogte wordt weergegeven, wordt deze met een maximale vertraging van 10 seconden bijgewerkt. Als u op een constante hoogte bent (minder dan 5 meter verticale beweging binnen 12 minuten), gaat Suunto Ambit ervan uit dat alle drukveranderingen wijzigingen in het weer zijn. Het meetinterval is 10 seconden. De hoogte-uitlezing blijft gelijk en als het weer verandert, wordt dat aangegeven als wijziging in de luchtdruk op zeeniveau.
10 3D-KOMPAS GEBRUIKEN nl Suunto Ambit beschikt over een 3D-kompas waarmee u zich ten opzichte van het magnetische noorden kunt oriënteren. Het kompas met kantelcompensatie geeft u nauwkeurige uitlezingen, ook als het niet horizontaal vlak wordt gehouden.
10.1 Kompas kalibreren In de modus COMPASS wordt u gevraagd het kompas te kalibreren voordat u het gaat gebruiken. Als u het kompas al hebt gekalibreerd en het opnieuw wilt kalibreren, kunt u de kalibratieoptie in het optiemenu openen. OPMERKING: U voert twee handelingen uit om het 3D-kompas te kalibreren, te weten horizontaal draaien en verticaal kantelen. Lees de instructies volledig door voordat u het kompas kalibreert. Om de kalibratieoptie voor het kompas te openen, gaat u als volgt te werk: 1.
bevestigingsgeluid klinkt. De tekst Niveau knippert op het display als het apparaat niet vlak ligt. 2. De kantelkalibratie start automatisch als de horizontale kalibratie is geslaagd. Houd het apparaat 90º gekanteld totdat er een bevestigingsgeluid klinkt en de tekst Kalibratie gelukt verschijnt. Als de kalibratie mislukt, verschijnt de tekst Kalibratie mislukt. Om opnieuw te kalibreren, drukt u op [Start Stop]. 10.
recente declinatiewaarde kunt u op internet vinden (bijvoorbeeld op www.magnetic-declination.com). Oriëntatiekaarten worden echter ten opzichte van het magnetische noorden getekend. Als u oriëntatiekaarten gebruikt, houdt dit in dat u de declinatiecorrectie moet uitschakelen door de declinatiewaarde op 0 graden in te stellen. Om de declinatiewaarde in te stellen, gaat u als volgt te werk: 1. Houd [Next] ingedrukt om het optiemenu te openen. 2.
nl 63
11 TIMERS 11.1 Activeren en deactiveren stopwatch Met de stopwatch kunt u de tijd meten zonder een training te starten. Nadat u de stopwatch hebt geactiveerd, wordt het als laatste na de TIME, ALTI & BARO en COMPASS modi getoond. Voor het activeren/deactiveren van de stopwatch: 1. Druk op [Start Stop] om het startmenu te openen. 2. Scroll naar STOPWATCH met [Light Lock] en selecteer met [Next]. 3. Zet de stopwatch Aan of Uit met [Start Stop] en [Light Lock] Accepteer met [Next].
nl 11.2 Stopwatch gebruiken De stopwatch gebruiken: 1. In het scherm van de geactiveerde stopwatch drukt u op [Start Stop] om de tijdmeting te starten. 2. Druk op [Back Lap] om een ronde te maken, of druk op [Start Stop] om de stopwatch te pauzeren. Druk op [Back Lap] om de rondetijden te bekijken als de stopwatch is gepauzeerd.
3. Druk op [Start Stop] om door te gaan. 4. Om de tijd te resetten, houdt u de knop [Start Stop] ingedrukt als de stopwatch is gepauzeerd. Terwijl de stopwatch loopt, kunt u het volgende doen: ● drukken op [View] om te schakelen tussen de tijd en de rondetijd die op de onderste rij van het scherm wordt getoond. ● scrollen tussen de modi TIME, ALTI & BARO en COMPASS met [Next]. ● openen van het optiemenu door de knop [Next] ingedrukt te houden.
11.3 Afteltimer nl U kunt u de afteltimer instellen om van een vooraf ingestelde tijd terug naar nul te tellen. Nadat u de afteltijd hebt geactiveerd, wordt het als laatste scherm na de modi TIME, ALTI & BARO en COMPASS weergeven. Tijdens de laatste 10 seconden van het aftellen, laat de timer een kort geluid horen. Zodra de ingestelde tijd helemaal is verstreken, laat de timer een alarm horen. De afteltijd instellen: 1. Druk op [Start Stop] om het startmenu te openen. 2.
Nadat het aftellen is gestopt, zal het scherm met de afteltimer na twee minuten verdwijnen. Om de timer uit te zetten, gaat u naar TIMERS in het startmenu en selecteert u Aftellen stoppen. TIP: U kunt op elk willekeurig moment het aftellen pauzeren/voortzetten door op de knop [Start Stop] te drukken.
12 TRAININGSMODI GEBRUIKEN nl Met de trainingsmodi kunt u trainingslogboeken opslaan en tijdens de training allerlei informatie bekijken. U opent de trainingsmodi door op [Start Stop] te drukken in de modus TIME of ALTI & BARO, of in de modus COMPASS als u het kompas hebt gekalibreerd. 12.1 Trainingsmodi U kunt een geschikte trainingsmodus selecteren uit de vooraf gedefinieerde aangepaste modi. Afhankelijk van de sport worden tijdens de training verschillende gegevens weergegeven.
Tijdens de training geven de vooraf gedefinieerde trainingsmodi u informatie die nuttig is voor de specifieke sport: ● Fietsen: informatie met betrekking tot snelheid, afstand, cadans (trapsnelheid) en hartslag ● Bergbeklimmen: informatie met betrekking tot hoogte, afstand en snelheid (met elke 60 seconden een GPS-peiling) ● Trailrunning: informatie met betrekking tot hoogte, hartslag, tempo en afstand ● Hardlopen: informatie met betrekking tot tempo, hartslag en stopwatch ● Alpineskiën: informatie met betr
○ Selecteer INTERVAL UIT/AAN om de intervaltimer te activeren/deactiveren. U kunt in Movescount aan elke aangepaste trainingsmodus een intervaltimer toevoegen. Zie sectie 12.6.5 De intervaltimer gebruiken op pagina 81 voor meer informatie. ○ Selecteer KOMPAS UIT/AAN voor het activeren/deactiveren van het kompas. Als het kompas is geactiveerd tijdens de training, wordt het als laatste op de aangepaste modus weergegeven.
● gemiddelde hartslag in realtime ● hartslag in grafische vorm ● tijdens training verbrande calorieën ● begeleiding voor trainen binnen vastgelegde hartslaglimieten ● Peak Training Effect Met een hartslagband kunt u de volgende aanvullende informatie krijgen na de training: ● tijdens training verbrande calorieën ● gemiddelde hartslag ● piekhartslag ● hersteltijd Foutoplossing: geen hartslagsignaal Als het hartslagsignaal verloren gaat, probeert u het volgende: ● Controleer of u de band juist draagt (zie se
Pas de lengte van de band aan zodat de hartslagband strak maar comfortabel zit. Maak de contactgebieden vochtig met water of gel en doe de hartslagband om. Zorg dat de hartslagband midden op uw borst is geplaatst en dat de rode pijl omhoog wijst. WAARSCHUWING: Als u een pacemaker, defibrillator of ander geïmplanteerd elektronisch apparaat hebt, gebruikt u de hartslagband op eigen risico. We raden u aan een inspanningstest uit te voeren onder toezicht van een arts voordat u de hartslagband gaat dragen.
OPMERKING: Suunto Ambit kan het signaal van de hartslagband niet onder water ontvangen. TIP: Was de hartslagband na gebruik regelmatig in de wasmachine om onaangename geuren te vermijden en te zorgen dat de gegevenskwaliteit en functionaliteit op peil blijven. Was alleen de band van textiel. 12.5 Starten met de training Om met de training te starten, gaat u als volgt te werk: 1. Bevochtig de contactgebieden en doe de optionele hartslagband om. 2. Druk op [Start Stop] om het startmenu te openen. 3.
nl 75
12.6 Tijdens de training Suunto Ambit geeft aanvullende informatie tijdens uw training. Welke aanvullende informatie u ontvangt, is afhankelijk van de trainingsmodus die u selecteert. Zie sectie 12.1 Trainingsmodi op pagina 69. U krijgt ook meer informatie als u tijdens de training een hartslagband en GPS gebruikt. Met Suunto Ambit kunt u zelf bepalen welke informatie u op het scherm wilt zien. Zie hoofdstuk 6 Uw Suunto Ambit aanpassen op pagina 14 voor informatie over het aanpassen van de schermen.
12.6.2 Rondes vastleggen Tijdens de training kunt u rondes vastleggen. U kunt dit handmatig doen, of automatisch door het autolap-interval in te stellen in Movescount. Als u automatisch rondes vastlegt, worden deze door Suunto Ambit opgenomen op basis van de afstand die u in Movescount hebt opgegeven. Om handmatig rondes vast te leggen, drukt u tijdens de training op [Back Lap].
opnemen en de opgeslagen informatie later bekijken. Bij het opnemen kunt u ook rondes vastleggen. Uw rondes worden in het geheugen van het apparaat opgeslagen en u kunt ze later openen in Movescount. U kunt rondetype, rondenummer, tussentijd en afstand bekijken. Om hoogtemetingen op te nemen, gaat u als volgt te werk: 1. Zorg dat het profiel Hoogtemeter is geactiveerd. 2. Druk op [Start Stop] om het startmenu te openen. 3. Scroll met [Start Stop] of [Light Lock] naar TRAINING en selecteer dit met [Next]. 4.
nl 79
12.6.4 Kompas gebruiken tijdens de training U kunt het kompas activeren en toevoegen aan een aangepaste modus tijdens uw training. Om het kompas te gebruiken tijdens de training, gaat u als volgt te werk: 1. Terwijl u uw training opneemt, houdt u [Next] ingedrukt om het optiemenu te openen. 2. Scroll met [Light Lock] naar ACTIVEREN en bevestig met [Next]. 3. Scroll met [Light Lock] naar Kompas UIT en selecteer met [Next]. 4.
Om het kompas te deactiveren gaat u terug naar het optiemenu en zet u het kompas uit. 12.6.5 De intervaltimer gebruiken U kunt in Movescount aan elke aangepaste trainingsmodus een intervaltimer toevoegen. Ga naar de sectie UITRUSTING in uw profiel en selecteer Aanpassen om de intervaltimer toe te voegen aan een aangepaste modus. Als u met uw Suunto Ambit de volgende keer verbinding maakt met uw Movescount-account, wordt de intervaltimer gesynchroniseerd met uw apparaat.
12.6.6 Navigeren tijdens de training U kunt naar een point of interest (POI) of een route navigeren tijdens uw training. Om te navigeren tijdens de training, gaat u als volgt te werk: 1. Terwijl u uw training opneemt, houdt u [Next] ingedrukt om het optiemenu te openen. 2. Druk op [Next] om NAVIGATIE te selecteren. 3. Druk op [Next] om POI's (Points of interest) te selecteren, of scroll met [Light Lock] naar Routes en selecteer met [Next].
nl Om navigatie uit te schakelen, gaat u als volgt te werk: 1. Houd [Next] ingedrukt om het optiemenu te openen. 2. Druk op [Next] om NAVIGATIE te selecteren. 3. Scroll met [Start Stop] naar Eindig navigatie en bevestig met [Next]. 12.6.7 Terug naar start tijdens de training Suunto Ambit slaat automatische het startpunt van uw training op als u GPS gebruikt.
Om tijdens de training naar het startpunt terug te keren, gaat u als volgt te werk: 1. Terwijl u uw training opneemt, houdt u [Next] ingedrukt om het optiemenu te openen. 2. Druk op [Next] om NAVIGATIE te selecteren. 3. Scroll met [Start Stop] naar Terug naar start en selecteer met [Next]. De navigatiebegeleiding wordt als laatste op de aangepaste modus weergegeven.
12.6.8 Autopauze Autopauze pauzeert automatisch het vastleggen van uw training wanneer u snelheid onder de 2 km/uur komt. Zodra uw snelheid weer boven de 2 km/uur komt, wordt het vastleggen weer automatisch gestart. In Movescount kunt u autopauze voor elke sport aan of uit zetten. U kunt autopauze ook tijdens een training aan zetten. OPMERKING: Autopauze is niet beschikbaar in de modus Indoorzwemmen. Hoe autopauze tijdens een training aan of uit te zetten: 1.
12.7 Logboek weergeven na de training U kunt het overzicht van uw training bekijken nadat u bent gestopt met de opname. Om de opname te stoppen en de overzichtsinformatie te bekijken, gaat u als volgt te werk: 1. Houd [Start Stop] ingedrukt om de training te stoppen en deze op te slaan. U kunt ook op [Start Stop] drukken om de opname te onderbreken.
op door op [Start Stop] te drukken. Als u het logboek niet wilt opslaan, drukt u op [Light Lock]. 2. Druk op [Next] om het overzicht van de training te bekijken. nl U kunt ook de overzichten van al uw opgeslagen trainingen in het logboek bekijken. In het logboek zijn de trainingen op volgorde van tijd opgenomen en de laatste training wordt eerst weergegeven. U kunt in het logboek ongeveer 15 uur met training opslaan met elke seconde GPS-peiling en gegevensverzameling.
12.7.1 Na training met hartslagband Als u tijdens de training een hartslagband draagt, wordt de volgende informatie in het overzicht opgenomen: ● begintijd en datum van het logboek ● duur ● aantal rondes ● afstand (training met GPS) ● stijging ● gemiddelde snelheid (training met GPS) ● daling ● piekhartslag ● gemiddelde hartslag ● verbrande calorieën ● Peak Training Effect ● hersteltijd TIP: In Movescount zijn gedetailleerdere gegevens beschikbaar.
12.7.2 Na training zonder hartslagband nl Als u tijdens de training geen hartslagband draagt, wordt de volgende informatie in het overzicht opgenomen: ● begintijd en datum van het logboek ● duur ● aantal rondes ● afstand (training met GPS) ● stijging ● gemiddelde snelheid (training met GPS) ● daling 12.7.3 Hersteltijd Suunto Ambit laat altijd uw huidige cumulatieve hersteltijd van al uw opgeslagen trainingen zien.
13 FUSEDSPEED nl TM FusedSpeed is een unieke combinatie uitlezingen van de GPS en van de polsacceleratiesensor waarmee u uw loopsnelheid nauwkeuriger kunt meten. Het GPS-signaal wordt adaptief gefilterd op basis van de polsacceleratie, waardoor het apparaat nauwkeurigere uitlezingen bij stabiele loopsnelheden levert en sneller reageert op snelheidswijzigingen.
OPMERKING: FusedSpeedTM is bedoeld voor hardlopen en vergelijkbare activiteiten. TIP: U krijgt de nauwkeurigste uitlezingen met FusedSpeedTM als u slechts kort naar het apparaat kijkt. Als u het apparaat voor u houdt zonder uw arm te bewegen, wordt de nauwkeurigheid minder.
● multisport ● floorball ● American football In de andere trainingsmodi worden de normale GPS-snelheidsgegevens gebruikt. nl Gebruiksvoorbeeld: hardlopen en fietsen met FusedSpeedTM Als u van hardlopen overgaat op fietsen, detecteert FusedSpeedTM dat de polsacceleratie geen geldige snelheidsuitlezingen oplevert. Het apparaat schakelt FusedSpeedTM automatisch uit en levert uitsluitend op GPS gebaseerde snelheidsgegevens voor het fietsen.
14 INSTELLINGEN AANPASSEN Om de instellingen aan te passen, gaat u als volgt te werk: 1. Houd [Next] ingedrukt om het optiemenu te openen. 2. Scroll door het menu met [Start Stop] en [Light Lock]. 3. Druk op [Next] om een instelling in te voeren. 4. Druk op [Start Stop] of op [Light Lock] om de instellingswaarden aan te passen. 5. Druk op [Back Lap] om terug te keren naar de vorige weergave in de instellingen of houd [Next] ingedrukt om het optiemenu af te sluiten.
Formaat/eenheid ● Eenheden: ○ Metrisch ○ Engels ○ Geavanceerd: Hiermee kunt u in Movescount een combinatie van Engelse- en metrische instellingen samenstellen die is aangepast aan uw wensen. ● Positie formaat: ○ WGS84 Hd.d° ○ WGS84 Hd°m.m' ○ WGS84 Hd°m.m' ○ UTM ○ MGRS ○ British (BNG) ○ Finnish (ETRS-TM35FIN) ○ Finnish (KKJ) ○ Irish (IG) ○ Swedish (RT90) ○ Swiss (CH1903) ○ UTM NAD27 Alaska ○ UTM NAD27 Alaska ○ UTM NAD83 ● Tijdformaat: 12 u of 24 u ● Datumformaat: dd.mm.
● Alarm: aan/uit, uren en minuten ● Tijd: uren en minuten ● Datum: jaar, maand, dag Tonen/scherm ● Scherm inverteren: licht en donker van het scherm inverteren ● Tonen: ○ Alle aan: knoptonen en systeemtonen zijn actief ○ Toetstonen uit: alleen systeemtonen zijn actief ○ Alle uit: alle tonen zijn uitgeschakeld OPMERKING: Het alarm gaat altijd af, ook als alle tonen zijn uitgeschakeld.
Kompas ● Kalibratie: Kompaskalibratie starten. ● Declinatie: de declinatiewaarde voor het kompas instellen. Kaart ● Oriëntatie ○ Richting: Geeft de ingezoomde kaart weer met de koers omhoog wijzend. ○ Noord: Geeft de ingezoomde kaart weer met de koers omhoog wijzend. ALTI-BARO ● Profiel: hoogtemeter, barometer, automatisch ● Referentie: hoogte, zeeniveau KOPPELEN ● Bike POD: een Bike POD koppelen. ● HR band: een hartslagband koppelen ● Cadence POD: een Cadence POD koppelen 14.
Het servicemenu bevat de volgende items: ● INFO: ○ Luchtdruk: toont de huidige absolute luchtdruk en temperatuur. ○ Version: toont de huidige software- en hardwareversie van uw Suunto Ambit. ● TEST: ○ LCD test: hiermee kunt u testen of het LCD-scherm juist werkt. ● ACTION: ○ GPS reset: hiermee reset u de GPS. OPMERKING: Als u GPS reset, worden de GPS-gegevens, de waarden voor de kompaskalibratie, de grafieken voor alti-baro en de hersteltijd gereset. Uw opgenomen logboeken worden echter niet verwijderd.
Om de GPS te resetten, gaat u als volgt te werk: 1. Scroll in het servicemenu naar ACTION met [Light Lock] en open dit met [Next]. 2. Druk op [Light Lock] om te scrollen naar GPS reset en open met [Next]. 3. Druk op [Start Stop] om het resetten van de GPS te bevestigen of druk op [Light Lock] om het resetten te annuleren. 14.2 Taal wijzigen De standaardtaal op uw Suunto Ambit is Engels. Om de taal te wijzigen, sluit u het apparaat aan op uw computer en downloadt u extra taalpakketten vanaf Movescount.
15 POD OF HARTSLAGBAND KOPPELEN Koppel uw Suunto Ambit met optionele Suunto POD's (Suunto Bike POD, hartslagband of Cadence POD) en ANT+ POD's om tijdens de training aanvullende informatie te ontvangen over snelheid, afstand en cadans. U kunt maximaal vier verschillende POD's koppelen (één van elk type POD). Als u POD's koppelt, onthoudt Suunto Ambit de laatst gekoppelde POD van elk POD-type. De in de Suunto Ambit-bundel meegeleverde hartslagband en/of POD is/zijn reeds gekoppeld.
Als het koppelen mislukt, drukt u op [Start Stop] om het opnieuw te proberen of op [Light Lock] om terug te keren naar de instellingen voor koppelen.
TIP: U kunt de hartslagband ook activeren door beide elektrodecontactgebieden te bevochtigen en erop te drukken. Foutoplossing: Koppelen van de hartslagband mislukt Als het koppelen van de hartslagband mislukt, probeert u het volgende: ● Controleer of de band is aangesloten op de module. ● Controleer of u de band correct draagt (zie sectie 12.4 Hartslagband omdoen op pagina 72). ● Controleer of de contactgebieden rond de elektroden van de hartslagband vochtig zijn.
15.1 POD's kalibreren nl U kunt een Suunto Foot POD Mini kalibreren met uw Suunto Ambit om altijd een zo accuraat mogelijke meting van snelheid en afstand te verkrijgen. Voer de kalibratie uit op een parcours dat is geijkt, bijvoorbeeld een hardloopbaan van 400 meter. De Suunto Foot POD Mini kalibreren met Suunto Ambit: 1. Bevestig de Suunto Foot POD Mini aan uw schoen. Raadpleeg de Beknopte handleiding van de Suunto Foot POD Mini voor meer informatie. 2.
kalibratietrainingrondes niet stabiel. Controleer dat de Foot POD Mini conform de instructies correct is verbonden en probeer het opnieuw. Om een Suunto Bike POD in Movescount te kalibreren, moet u de omtrek van de fietsband instellen in Movescount. Movescount berekent vervolgens kalibratiefactor. De standaardkalibratiefactor is 1,0 en is gebaseerd op een bandomtrek van 26 inch (ongeveer 66 cm) van een mountainbike.
16 PICTOGRAMMEN nl In Suunto Ambit worden onder meer de volgende pictogrammen gebruikt: barometer hoogtemeter stopwatch instellingen GPS-signaalsterkte koppelen hartslag trainingsmodus alarm intervaltimer 105
knopvergrendeling batterij huidig scherm knopindicatoren omhoog/verhogen volgende/bevestigen omlaag/verlagen POI-pictogrammen In Suunto Ambit zijn de volgende POI-pictogrammen beschikbaar: gebouw/home auto/parking kamperen/camping 106
voedsel/restaurant/café nl accomodatie/hostel/hotel water/rivier/meer/kust berg/heuvel/vallei/klif bos kruispunt uitzicht begin einde geocache markeringspunt 107
weg/pad rots weide grot 108
17 TERMINOLOGIE Autolap Formaat FusedSpeedTM Raster Hartslaglimieten nl Met de functie AUTOLAP kunt u rondes instellen in afstand in plaats van in tijd. De manier waarop de positie van de GPS-ontvanger wordt aangegeven op de polseenheid. De positie wordt meestal aangegeven als breedte/lengte in graden en minuten, met opties voor graden, minuten en seconden of alleen graden of in een van een aantal rasterformaten.
Rondetijd Navigatie Peak Training Effect Point of interest (POI) Positie 110 De duur van de huidige ronde. Als u aan een nieuwe ronde begint, begint deze duur opnieuw en gaat het apparaat een nieuwe rondetijd meten. Als u tijdens de training een ronde aflegt, verschijnt op het display een rondevenster waarop het rondenummer (1, 2, enzovoort) wordt aangegeven. Naar een bepaald markeringspunt gaan als de huidige positie ten opzichte van het markeringspunt bekend is.
Route Een route bestaat uit een aantal markeringspunten. U kunt een route creëren in Movescount en deze downloaden naar Suunto Ambit. Tussentijd De tijd vanaf het begin van het logboek tot het huidige punt tijdens een training. Suunto App In Movescount kan een Suunto App worden gemaakt die nieuwe functionaliteit toevoegd aan Suunto Ambit. U kunt Suunto Apps in Movescount toevoegen aan aangepaste trainingsmodi en deze syncen met uw apparaat.
18 ZORG EN ONDERHOUD Behandel het apparaat met zorg. Stoot het nergens tegen en laat het niet vallen. Onder normale omstandigheden is onderhoud aan het apparaat niet nodig. Spoel het na gebruik met zoet water en milde zeep. Reinig de behuizing zorgvuldig met een vochtige zachte doek of zeem. Meer informatie over zorg en onderhoud is te vinden in de uitgebreide reeks ondersteuningsbronnen, waaronder veelgestelde vragen en instructievideo's, die beschikbaar zijn op www.suunto.com.
18.1 Waterbestendigheid nl Suunto Ambit is waterbestendig. De waterbestendigheid ervan is getest tot een diepte van 100 meter (330 voet) volgens de norm ISO 2281 (www.iso.ch). Dit houdt in dat u uw Suunto Ambit kunt gebruiken tijdens zwemmen. Het apparaat mag echter niet worden gebruikt voor duiken in welke vorm dan ook. OPMERKING: Waterbestendigheid is niet hetzelfde als functionele werkingsdiepte.
18.2 De batterij opladen De gebruiksduur van de batterij met één keer opladen is afhankelijk van de manier waarop u uw Suunto Ambit gebruikt. De gebruiksduur loopt uiteen van 15 tot meer dan 50 uur. Als u alleen de elementaire functies van het apparaat gebruikt, kunt u het wel 30 dagen gebruiken zonder opladen. Zie voor meer informatie over de gebruiksduur van de batterij hoofdstuk 19 Technische specificaties op pagina 116. OPMERKING: Bij lage temperaturen raakt de batterij sneller leeg.
nl U laadt de batterij op door deze op uw computer aan te sluiten met de USB-kabel van Suunto of met de wandoplader van Suunto. Deze is compatibel met USB. Het duurt ongeveer 2-3 uur om een lege batterij volledig op te laden. TIP: Ga naar Movescount als u de frequentie van GPS-peilingen en van opnamen wilt verlagen om de gebruiksduur van de batterij te verlengen. 18.
19 TECHNISCHE SPECIFICATIES Algemeen ● ● ● ● ● ● ● ● ● bedrijfstemperatuur: -20° C tot +60° C / -5° F tot +140° F temperatuur opladen batterij: 0° C tot +35° C / +32° F tot +95° F opslagtemperatuur: -30° C tot +60° C / -22° F tot +140° F gewicht: ongeveer 78 gram waterbestendigheid (apparaat): 100 m / 328 ft (ISO 2281) waterbestendigheid (hartslagband): 20 m / 66 ft (ISO 2281) lens: mineraalglas (kristal) voeding: oplaadbare lithium-ion-batterij gebruiksduur batterij (opgeladen): ○ ongeveer 15 uur met elke
Barometer nl ● displaybereik: 950-1060 hPa / 28,34-31,30 inHg ● nauwkeurigheid: 1 hPa / 0,01 inHg Hoogtemeter ● displaybereik: -500 tot 9000 m / -1500 tot 29.500 ft ● nauwkeurigheid: 1 m / 3 ft Thermometer ● displaybereik: -20° C tot +60° C / -4° F tot +140° F ● nauwkeurigheid: 1° C / 1° F Stopwatch ● nauwkeurigheid: 1 seconde tot 9:59:59, daarna 1 minuut Kompas ● nauwkeurigheid: 1 graad / 18 streken GPS ● technologie: SiRF star IV ● nauwkeurigheid: 1 m / 3 ft 19.
19.2 CE Suunto Oy verklaart hierbij dat deze polscomputer voldoet aan de wezenlijke vereisten en overige relevante bepalingen van richtlijn 1999/5/EC. 19.3 Copyright Copyright © Suunto Oy 2013. Alle rechten voorbehouden. Suunto, de productnamen van Suunto, de bijbehorende logo's en andere Suunto-merknamen zijn geregistreerde of niet-geregistreerde handelsmerken van Suunto Oy.
USD 667,127, (Hartslagband: US 7,526,840, US 11/808,391, US 13/071,624, US 61/443,731). Extra octrooiaanvragen zijn ingediend. 19.
Uitsluitingen en beperkingen Door deze beperkte garantie wordt niet gedekt: 1. a) normale slijtage, b) defecten die veroorzaakt zijn door ruwe behandeling of c) defecten of schade die veroorzaakt is door verkeerd gebruik in strijd met bedoeld of aanbevolen gebruik; 2. handleidingen of items van derden; 3.
vraag stellen aan het Suunto Contact Center. U kunt ook contact met het Suunto Contact Center opnemen op het telefoonnummer dat op de laatste pagina van dit document wordt vermeld. De deskundige medewerkers van de klantenondersteuning van Suunto helpen u en lossen het probleem met uw product tijdens het telefoongesprek op, indien nodig.
Index A F aangepaste modi, 16 aanpassen, 14 aanpassen scherm contrast, 19 alarm, 24 Alti & Baro, modus, 50 Automatisch, profiel, 57 correcte uitlezingen, 51 hoogte opnemen, 77 onjuiste uitlezingen, 52 profiel Barometer, 55 profielen, 53 profiel Hoogtemeter, 55 referentiewaarde, 53–54 autopauze, 85 foutoplossing hartslagsignaal, 72 FusedSpeed, 91 B batterij opladen, 114 bijwerken, 15 D dual time, 23 G GPS, 28 foutoplossing, 29 resetten, 98 GPS timekeeping, 26 H hartslagband, 71–72 koppelen, 100 herste
GPS timekeeping, 26 tijd, 21–22 intervaltimer, 81 inverteren, scherm, 18 K kalibreren Foot POD Mini, 103 kompas, 60 Suunto Bike POD, 103 knoppen, 10 knopvergrendeling, 11 kompas, 59 declinatiewaarde, 61 kalibreren, 60 tijdens de training, 80 koppelen hartslagband, 100 POD, 100 Suunto App Designer, 17 Suunto Apps, 17 Suunto App Zone, 17 N na de training, 86, 88–89 met hartslagband, 88 zonder hartslagband, 89 navigeren foutoplossing, 29 point of interest (POI), 37 route, 43 terug naar start, 83 tijdens de
navigeren, 37 verwijderen, 40 POI-pictogrammen, 106 positie formaten, 29 R rasters, 29 resetten, GPS, 98 rondes, 77 route navigeren, 43 toevoegen, 42 verwijderen, 49 S scherm contrast, 19 servicemenu, 97 starten met de training, 74 stopwatch activeren, 64 deactiveren, 64 gebruiken, 65 pauzeren, 65 resetten, 65 rondes, 65 Suunto App, 17 Suunto App Designer, 17 Suunto App Zone, 17 T taal, 99 terug naar start, 83 tijdens de training, 76 kompas, 80 navigeren, 82 tijdinstellingen, 21 GPS timekeeping, 26 tijdm
SUUNTO CUSTOMER SUPPORT 1. www.suunto.com/support www.suunto.com/mysuunto 2. support@suunto.com 3.