Operation Manual
6
WAT U WEL EN NIET KAN DOEN MET DEZE BLENDER
WAT U WEL KAN DOEN:
1. Gebruik alleen het voltage en de frekwentie zoals aangegeven op de
onderkant van de blender.
2. Gebruik de blender altijd op een schoon en droog oppervlak om te
voorkomen dat de lucht water of ongeëigend materiaal in de motor zou
blazen.
3. Giet vloeistoffen eerst in de maatbeker van de blender, tenzij het recept
het anders specificeert.
4. Snij alle hardere stukken fruit en groente, gekookt vlees, vis, schaal- en
schelpdieren in stukjes die niet groter zijn dan 1,8cm x 2,5cm. Snij alle
stukken kaas in stukjes niet groter dan 1,8cm.
5. Gebruik een rubber spatel om ingrediënten, die opgehakt moeten
worden, in het vloeibare deel van het recept te duwen. Maar doe dit
ALLEEN als de motor UIT staat.
6. Plaats het deksel stevig op de container voor u de blender start en houd
uw hand op het deksel tijdens het starten en draaien van de motor.
7. Verwijder zwaardere sausjes, pastas, notenboters, mayonaise en
vergelijkbare produkten door het mix-element aan de onderkant van de
container te verwijderen en het mengsel door de onderkant naar buiten
in een schaaltje of bakje te duwen.
8. Schenk mengsels die vloeibaar of half vloeibaar zijn, zoals cake mix, uit
de container van de blender.
9. Laat gekookte groenten en bouillon afkoelen voor u ze in de blender
giet om te gaan mixen.
10. Schakel over naar een hogere snelheid als de motor het moeilijk heeft,
om overbelasting van de motor te voorkomen.
11. Gebruik de 7-kopjes container om citrusschil, koffiebonen of granen te
mixen. Gebruik alleen de glazen container om hele kruiden en harde
kaas te mixen.