Operation Manual

MS 201, MS 201 C
Nederlands
136
N Kettingtandwiel (3) en
naaldlager (4) van de krukas
trekken
N De krukastap en het naaldlager
reinigen en invetten met STIHL
smeervet (speciaal toebehoren)
Montage
N Naaldlager en kettingtandwiel op de
krukas schuiven
N De koppeling linksom op de krukas
draaien
N De koppeling met een
aanhaalmoment van 25 Nm
vastdraaien
N De blokkeerstrip uit de cilinder
trekken, de bougie in de boring
schroeven en vastdraaien
N De bougiesteker op de bougie
drukken
Moeiteloos zagen met een correct
geslepen/aangescherpte zaagketting
Een goed geslepen/aangescherpte
zaagketting trekt zichzelf al bij een
geringe aanlegdruk moeiteloos in het
hout.
Niet met een botte of beschadigde
zaagketting werken – dit leidt tot een
zwaardere lichamelijke belasting, een
hogere trillingsbelasting, een
onbevredigend zaagresultaat en een
hoge slijtage.
N Zaagketting reinigen
N Zaagketting op scheurtjes en
beschadigde klinknagels
controleren
N Beschadigde of versleten delen van
de ketting vervangen en de nieuwe
delen qua vorm en slijtagegraad
aan de rest van de ketting
aanpassen – overeenkomstig
nabewerken
Zaagkettingen met hardmetalen
snijplaatjes (Duro) zijn zeer slijtvast.
Voor een optimaal slijpresultaat
adviseert STIHL de STIHL dealer.
De hierna genoemde hoeken en maten
moeten beslist worden aangehouden.
Een verkeerd geslepen zaagketting –
vooral een te lage dieptebegrenzer –
kan leiden tot een verhoogde neiging tot
terugslag van de motorzaag – kans op
letsel!
Kettingsteek
Op elke zaagtand is vlak bij de
dieptebegrenzer de codering (a) voor de
kettingsteek gestempeld.
De indeling van de vijldiameter vindt
plaats aan de hand van de kettingsteek
– zie tabel "Gereedschap voor het
slijpen/aanscherpen".
De hoeken op de zaagtand moeten bij
het slijpen/aanscherpen worden
aangehouden.
144BA018 LÄ
Zaagketting onderhouden en
slijpen
Codering (a) Kettingsteek
inch mm
7 1/4 P 6,35
1 of 1/4 1/4 6,35
6, P of PM 3/8 P 9,32
2 of 325 0.325 8,25
3 of 3/8 3/8 9,32
4 of 404 0.404 10,26