Owner's Manual
SR 430, SR 450
Nederlands
86
Om het risico van vonkvorming met
explosie of brandgevaar te verkleinen,
moet het afvoersysteem volledig aan het
apparaat gemonteerd zijn. Het bestaat
uit een geleidende draad in de
blaasinrichting die verbonden is met een
metalen ketting. Om elektrostatische
ladingen af te kunnen voeren, moet de
metalen ketting contact maken met een
geleidende bodem.
Niet op een niet-geleidende ondergrond
(bijv. kunststof, asfalt) werken.
Nooit met een ontbrekend of
beschadigd afvoersysteem werken.
Tijdens de werkzaamheden
De blaaspijp nooit in de richting van
andere personen gericht houden – het
motorapparaat kan kleine voorwerpen
met een hoge snelheid omhoog
slingeren – kans op letsel!
Bij dreigend gevaar, resp. in geval van
nood direct de motor afzetten –
stelhendel in stand STOP, resp. 0
plaatsen.
Het motorapparaat nooit onbeheerd
laten draaien.
Let op bij gladheid, regen, sneeuw, ijs,
op hellingen, in oneffen terrein enz. –
kans op uitglijden!
Op obstakels letten: afval,
boomstronken, wortels, greppels – kans
op struikelen!
Bij gebruik van gehoorbeschermers
moet extra omzichtig en bedachtzaam
worden gewerkt – omdat geluiden die op
gevaar wijzen (schreeuwen,
alarmsignalen e.d.) minder goed
hoorbaar zijn.
Op tijd rustpauzes nemen om
vermoeidheid en uitputting te
voorkomen – kans op ongelukken!
Rustig en met overleg werken – alleen
bij voldoende licht en goed zicht.
Voorzichtig werken, anderen niet in
gevaar brengen.
Niet op een ladder, niet op onstabiele
plaatsen werken.
Bij werkzaamheden in de buitenlucht en
in tuinen op micro-organismen letten
waarvoor de gebruikte middelen een
bedreiging kunnen vormen.
Niet in de buurt van elektriciteitskabels
werken – levensgevaar door elektrische
schokken!
Bij de overgang tussen verschillende
plantenbeschermingsmiddelen het
spuitmiddelreservoir en de slangen
reinigen.
Bij het werken in greppels, slenken of op
plaatsen met weinig ruimte, steeds voor
voldoende luchtventilatie zorgen –
levensgevaar door vergiftiging!
Bij misselijkheid, hoofdpijn,
gezichtsstoornissen (bijv. kleiner
wordend blikveld), gehoorverlies,
duizeligheid, afnemende concentratie,
de werkzaamheden direct onderbreken
– deze symptomen kunnen onder
andere worden veroorzaakt door een te
hoge uitlaatgasconcentratie – kans op
ongelukken!
0002BA085 KN
Het motorapparaat pro-
duceert giftige
uitlaatgassen, zodra de
motor draait. Deze gas-
sen kunnen geurloos en
onzichtbaar zijn en
onverbrande koolwater-
stoffen en benzol
bevatten. Nooit in afge-
sloten of slecht
geventileerde ruimten
met het motorapparaat
werken.