Owner's Manual
SR 430, SR 450
Nederlands
83
– Slechts zoveel spuitmiddel
voorbereiden als nodig is, om
resthoeveelheden te voorkomen
– Bij het mengen van de verschillende
plantenbeschermingsmiddelen de
instructies in de
gebruikshandleiding opvolgen –
door verkeerde mengverhoudingen
kunnen giftige dampen of
explosieve mengsels ontstaan
– Verschillende
plantenbeschermingsmiddelen
alleen met elkaar vermengen als
deze door de fabrikant hiervoor zijn
vrijgegeven
Spuitmiddelreservoir vullen
– Het plantenbeschermingsmiddel
alleen in de open lucht of in goed
geventileerde ruimten bijvullen
– Het apparaat zo op een vlakke
ondergrond plaatsen dat dit niet kan
omvallen – het spuitmiddelreservoir
niet tot boven het max.-merkteken
vullen
– Het apparaat bij het vullen niet op
de rug dragen – kans op letsel!
– Slechts zoveel
plantenbeschermingsmiddel
voorbereiden als nodig is, om
resthoeveelheden te voorkomen
– Afsluiterhendel en bij de SR 450
bovendien de doseerhendel voor
het vullen dicht zetten
– Bij het vullen via het waterleidingnet
de vulslang niet in de te vernevelen
vloeistof steken – onderdruk in het
leidingsysteem zou de te
vernevelen vloeistof in het
waterleidingsysteem kunnen zuigen
– Voor het vullen met het spuitmiddel
eerst een test uitvoeren met schoon
water en de drukspuit controleren
op lekkage
– De dop van het spuitmiddelreservoir
na het vullen goed vastdraaien
Gebruik
– Alleen in de buitenlucht of in zeer
goed geventileerde ruimten,
bijv. open kassen, werken
– Tijdens de werkzaamheden met
plantenbeschermingsmiddelen,
deze niet inhaleren en niet eten,
roken en drinken
– Sproeiers en andere kleine
onderdelen nooit met de mond
uitblazen
– Contact met
plantenbeschermingsmiddelen
voorkomen – met
plantenbeschermingsmiddel
vervuilde kleding direct verwisselen
– Alleen werken als het windstil is
Ongunstige weersomstandigheden
kunnen tot verkeerde concentratie van
het plantenbeschermingsmiddel leiden.
Overdosering kan leiden tot schade aan
planten en milieu. Een te lage dosering
kan leiden tot het uitblijven van
resultaten.
Om schade aan het milieu en planten te
voorkomen, het apparaat nooit
gebruiken:
– Bij wind
– Bij temperaturen boven de 25 °C in
de schaduw
– Bij direct zonlicht
Om schade aan het apparaat en
ongelukken te voorkomen, het apparaat
nooit gebruiken met:
– Ontvlambare vloeistoffen
– Stroperige of plakkerige vloeistoffen
– Bijtende en zuurhoudende
middelen
– Vloeistoffen die warmer zijn dan
50 °C
Opslag
– Bij een werkonderbreking het
apparaat niet blootstellen aan direct
zonlicht en warmtebronnen
– Spuitmiddelen nooit langer dan een
dag in het spuitmiddelreservoir
bewaren
– Plantenbeschermingsmiddelen
alleen in hiervoor goedgekeurde
flessen/blikken opslaan en
transporteren
– Plantenbeschermingsmiddel niet
opslaan in flessen/blikken bestemd
voor levensmiddelen, drank en
voedermiddelen
– Plantenbeschermingsmiddel niet
opslaan in de nabijheid van
levensmiddelen, drank en
voedermiddelen
– Plantenbeschermingsmiddel uit de
buurt houden van kinderen en
dieren
– Het apparaat afgetapt en
schoongemaakt opbergen