Operation Manual
SR 430
Nederlands
74
Omgang met
plantenbeschermingsmiddelen
Voor ieder gebruik de
gebruikshandleiding van het
plantenbeschermingsmiddel lezen. De
aanwijzingen voor het mengen, het
gebruik, de persoonlijke
veiligheidsuitrusting, het opslaan en het
milieuverantwoord afvoeren opvolgen.
De wettelijke voorschriften met
betrekking tot de omgang met
plantenbeschermingsmiddelen
aanhouden.
Plantenbeschermingsmiddelen kunnen
bestanddelen bevatten die schadelijk
zijn voor mens, dieren, planten en het
milieu – kans op vergiftiging en
levensgevaarlijk letsel!
Plantenbeschermingsmiddelen mogen
alleen door die personen worden
gebruikt die een cursus hebben gevolgd
voor de omgang met
plantenbeschermingsmiddelen en
bekend zijn met de betreffende
maatregelen voor eerstehulpverlening.
De gebruikshandleiding of het etiket van
het plantenbeschermingsmiddel altijd bij
de hand houden, om in geval van nood
de arts direct over het
plantenbeschermingsmiddel te kunnen
informeren. In geval van nood de
aanwijzingen op het etiket of in de
gebruikshandleiding van het
plantenbeschermingsmiddel opvolgen.
Plantenbeschermingsmiddel mengen
Plantenbeschermingsmiddel volgens de
gegevens van de fabrikant mengen tot
een spuitmiddel.
– Slechts zo veel spuitmiddel
voorbereiden als nodig is, om
resthoeveelheden te voorkomen
– De verschillende
plantenbeschermingsmiddelen
alleen volgens de
gebruikshandleiding mengen – door
verkeerd mengen kunnen giftige
dampen of explosieve mengsels
ontstaan
– Vloeibare
plantenbeschermingsmiddelen
nooit onverdund vernevelen
– Spuitmiddelen alleen in de open
lucht of in goed geventileerde
ruimtes voorbereiden en vullen
Sproeimiddelreservoir vullen
– De rugnevelspuit zo neerzetten dat
deze niet kan omvallen – het
reservoir niet tot boven het max.-
merkteken vullen
– Het apparaat bij het vullen niet op
de rug dragen – kans op letsel!
– De afsluitkraan voor het vullen
dichtdraaien
– Bij het vullen via het waterleidingnet
de vulslang niet in de te vernevelen
vloeistof steken – onderdruk in het
leidingsysteem zou de te
vernevelen vloeistof in het
waterleidingsysteem kunnen zuigen
– Voor het vullen met het spuitmiddel
eerst een test uitvoeren met schoon
water en hierbij controleren of de
onderdelen geen lekkage vertonen
– De dop van het
sproeimiddelreservoir na het vullen
goed vastdraaien
Gebruik
– Alleen in de open lucht of in goed
geventileerde ruimtes werken
– Tijdens de werkzaamheden met
plantenbeschermingsmiddelen niet
eten, roken, inhaleren en drinken
– Sproeiers en andere kleine
onderdelen nooit met de mond
uitblazen
– Contact met
plantenbeschermingsmiddelen
voorkomen – met
plantenbeschermingsmiddel
vervuilde kleding direct verwisselen
– Alleen werken als het windstil is
Ongunstige weersomstandigheden
kunnen tot verkeerde concentratie van
het plantenbeschermingsmiddel leiden.
Overdosering kan leiden tot schade aan
planten en milieu. Een te lage dosering
kan leiden tot het uitblijven van
resultaten.
Om schade aan het milieu en planten te
voorkomen, de handrugnevelspuit noot
gebruiken:
– Bij wind
– Bij temperaturen boven 25 °C in de
schaduw
– Bij direct zonlicht
Om schade aan de handrugnevelspuit
en ongelukken te voorkomen, de
handrugnevelspuit nooit gebruiken met:
– Ontvlambare vloeistoffen
– Dik-vloeibare of kleverige
vloeistoffen